Weet je wel wat je zegt?

Foto: Asta (cc)

NIEUWS - Weten we wat we gaan zeggen voordat we onze mond opendoen? Onderzoek aan de Lund universiteit in Zweden laat zien dat dit niet altijd het geval is. In een experiment hadden proefpersonen in de meeste gevallen niet door dat ze zichzelf via een koptelefoon iets anders hoorden zeggen dan ze zojuist daadwerkelijk hadden gezegd.

De onderzoekers lieten een groep studenten de beroemde Strooptest doen. Op een beeldscherm kregen de participanten de woorden ‘groen’ en ‘grijs’ te zien. Soms was er een mismatch tussen de betekenis van het woord en de kleur waarin het gedrukt was, bijvoorbeeld ‘groen’ gedrukt in grijs. Aan de proefpersonen de taak om zo snel mogelijk de kleur te benoemen waarin het woord was opgeschreven. ‘Groen’ gedrukt in groen is makkelijk, maar ‘groen’ gedrukt in grijs zorgt voor verwarring.

De deelnemers droegen een koptelefoon waarin ze zichzelf de kleuren hoorden benoemen. Wat de participanten niet wisten, is dat de onderzoekers deze auditieve feedback manipuleerden. Als een deelnemers ‘grijs’ zei, dan hoorde hij zichzelf soms via de koptelefoon ‘groen’ zeggen. Deze woorden waren stiekem opgenomen in het eerste deel van het experiment.

Af en toe werd de taak onderbroken door een schermpje met de tekst: ‘Wat zei je?’ Uit de antwoorden op deze vraag bleek dat de deelnemers vaak helemaal niet doorhadden dat ze in de koptelefoon iets anders hoorden dan wat ze zonet gezegd hadden. Als ze ‘grijs’ hadden gezegd, maar in de koptelefoon ‘groen’ hoorden, dan antwoordden ze vaak ‘groen’ op de vraag wat ze zonet gezegd hadden. In sommige gevallen dachten de proefpersonen zelfs dat ze het verkeerde antwoord hadden gegeven, terwijl ze het eigenlijk wel goed hadden. Ze zeiden dan in eerste instantie bijvoorbeeld ‘groen’, hoorden zichzelf in de koptelefoon ‘grijs’ zeggen, waarna ze zichzelf ‘verbeterden’ met ‘oh nee, groen’. Sommige proefpersonen herhaalden wel het woord dat ze zojuist zelf gezegd hadden, maar in een interview na de test gaven ze toe dat ze zichzelf eigenlijk probeerden te verbeteren.

Bij elkaar opgeteld, dachten de deelnemers in 85% van de gevallen dat ze hadden geantwoord wat ze zichzelf in de koptelefoon hoorden zeggen, terwijl dit niet was wat ze daadwerkelijk hadden gezegd. Dit percentage is zo hoog dat de onderzoekers concluderen dat we vaak niet weten wat we gaan zeggen voordat we het daadwerkelijk zeggen. Ze concluderen dat we ons gehoor gebruiken als feedback voor wat we met onze mond produceren. We luisteren dus naar onze eigen stem om te weten wat we zeggen.

Door Evelyn Bosma

Bron: Lind, A., L. Hall, B. Breidegard, C. Balkenius en P. Johansson (2014). “Speakers’ Acceptance of Real-Time Speech Exchange Indicates That We Use Auditory Feedback to Specify the Meaning of What We Say”, Psychological Science. Online gepubliceerd op 28 april.

Reacties (9)

#1 A. Narie

+1 voor de foto. Ik zit nog te denken over een link met een zekere politieke partij…?

  • Volgende discussie
#2 Dirk Zeeman

Zoals vaker voorkomt bij sociaalwetenschappelijk onderzoek: de conclusie is veel algemener dan het experiment toelaat.
De uitdaging voor onze hersenen tijdens de Strooptest is een uitzonderlijke situatie die weinig lijkt op de manier waarop we gewoonlijk denken en praten.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Derpjan

@2

Het is vergelijkbaar met routine. Je fietst naar je werk terwijl je met je hoofd ergens anders bent, toch bots je nergens tegenaan en neem je de juiste afslagen, wanneer je aankomt herinner je je de fietstocht nauwelijks, menselijke automatische piloot eigenlijk. Een groot deel van de dingen die we doen gaan op die manier, soms zelfs praten (automatisch “goed” zeggen wanneer iemand vraagt hoe het met je gaat). Handelingen waarbij je je vantevoren bewust bent van wat je gaat doen en zeggen komen wel voor, vooral in complexe sociale situaties en dat is inderdaad niet wat getest wordt met de Strooptest. De Strooptest is een beetje flauw, hij bevestigt alleen maar wat we al weten: dat je routine dingen op de automatische piloot kunt uitvoeren en dat ook makkelijk doet omdat het efficienter is, als we dat niet deden konden we nooit een instrument leren spelen, leren spreken of zelfs leren lopen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 gronk

@3: inderdaad. Ik heb het wel eens meegemaakt dat ik een verhaal stond te houden en merkte dat ik opeens ‘naar mezelf kon luisteren’ en dat ik geen idee had wat ik zometeen zou gaan zeggen. Maar ondertussen wel vloeiend doorpraten. Beetje dissociatief. Apart.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Ernie

DMA: Direct Mouth Access ;)

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Bismarck

@3: “Je fietst naar je werk terwijl je met je hoofd ergens anders bent, toch bots je nergens tegenaan en neem je de juiste afslagen, wanneer je aankomt herinner je je de fietstocht nauwelijks, menselijke automatische piloot eigenlijk.”

Lijkt me wel relaxed als je dat kunt. Zelf moet ik toch echt bij elke beweging nadenken. Ik herinner me zelfs waar ik om een paar losse stoeptegels heen ben gemanoeuvreerd (een bewust manoeuvre, elke keer weer, ook al liggen ze al maanden los en als ik er niet aan denk rijd ik er ook wel overheen).

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 qwerty

@6: Loslaten @bismarck, loslaten.
Dissociatie is een kunst. Zen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Bismarck

@7: Kan echt niet. Als ik niet nadenk bij traplopen, ga ik op mijn gezicht.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 Derpjan

@8

Niet vergeten te ademen he ;-)

  • Vorige discussie