“Als ik nu een journalist trots met een geheime notitie zie zwaaien denk ik niet meer: wow, wat knap, maar: wat is daar voor onderhandeling aan vooraf gegaan? Zo iemand is voor mij niet meer de grootste held, maar de grootste hoer.”
Joris Luyendijk, zelf ook journalist, bracht een maand door op het Binnenhof en bestudeerde de rituele dans tussen politiek en media. In een interview met de VPRO gids was bovenstaande quote een aardige samenvatting van zijn constateringen aldaar. Ze zijn vastgelegd in het boek “Je hebt het niet van mij, maar…“.
De quote slaat overigens op het feit dat journalisten voor het zogenaamde “lekken” altijd een tegenprestatie (gunstig artikel) moeten betalen.
Overigens trapt Luyendijk voor de lezers van Sargasso wel wat open deuren in. Zijn constatering “…Maar de meeste Kamervragen verwijzen naar berichten in de media…” is natuurlijk oud nieuws.
Reacties (5)
Haha; ik kijk nu al uit naar de huilie-huilie redactionele commentaren en ingezonden brieven met als strekking ‘Luyendijk is naief’, ‘zo werkt het nu eenmaal’ en ‘wat moeten we anders tegen muur van voorlichters?’.
Ziet ook wat politiek journalist Peter Middendorp van de week hierover schreef:
http://www.depers.nl/binnenland/523030/Column-Het-vrije-rookhok.html
Herkenbaar.
HOER…
Heb Ook Een Roddel
Haags Orgaan Erecteert Redacteur
Hoop Op Een Reactie
Het parlement is sowieso een poppenkast, want het monetaire beleid is uitbesteed.