Sinds 3 april zit de bekende Chinese kunstenaar en politiek activist Ai Weiwei in China opgesloten. Althans, dat wordt algemeen aangenomen, want er is na z’n arrestatie niets meer van hem vernomen. Een verdwijning die in Nederland weinig aandacht heeft gekregen, in de schaduw van de conflicten in het Midden-Oosten die er misschien wel verband mee houden. In de context van dat oproer lijkt elk mogelijk dissident geluid door Beijing preventief te worden gesmoord. De behandeling van deze voorvechter van het vrije woord, is misschien wel de beste thermometer die we hebben voor de staat van verandering van de Chinese dictatuur. Alleen al daarom mogen we hem niet uit het oog verliezen.
Deze week eindigt Weiwei’s tentoonstelling van de installatie Sunflower Seeds in de Tate in London. Deze installatie bestaat uit een tapijt van zonnebloempitten waarmee de turbinehal van de tate is gestoffeerd. 100 miljoen, door Chinese handen gemaakte porseleinen zonnebloempitten, die deze week verwijderd worden en misschien wel op een andere manier in te zetten zijn om de maker vrij te krijgen en de ogen op China te richten. De vraag is hoe?
Goeie ideeën doen we graag over aan de Tate. Ideeën van ons, of die van u.
Wellicht is het een idee aan die zonnepitten iets toe te voegen. Een glanzende druppel olieverf, die de pitten op slag verandert in starende ogen, that eye Weiwei. Vervolgens worden ze getransporteerd naar de vele Chinese ambassades. Dat zijn tenslotte de enige plaatsen waar het Chinese regime wordt geconfronteerd met westerse publieke ruimte. Voor de deur leggen we zo’n zelfde tapijt van porseleinen ogen, die dag in, dag uit, de vertegenwoordigers van het regime en haar gasten aanstaren, in gespannen afwachting van wat hun geestelijk vader te wachten staat.
De Chinese ambassade in Londen met voor haar deur een tapijt van porselein
Ze kunnen ook verkocht worden aan de tienduizenden die de petitie voor vrijlating al hebben ondertekend. Bij aankoop ontvang je ze niet thuis, maar worden ze verzonden aan het adres dat je opgeeft. Naar zo’n ambassade, naar één van de vele adressen van de communistische partij in China, of naar een willekeurige Chinees, met een bijgevoegde aansporing voor een oproep tot vrijlating. Het staatsapparaat zal z’n handen vol hebben aan de stapels binnenkomende post.
Misschien is het beter ze in het museum te houden. Maar dan niet in de Tate, maar in de entree van de 100 grootste Westerse musea. Een tapijtje van een miljoen zonnebloempitten per museum, tussen de schuifdeuren van de ingang, zodat al die bussen vol Chinese toeristen op hun buitenlandse reisjes door het kunstwerk van hun verdwenen landgenoot moeten waden. Want uiteindelijk zijn zij de aangewezen personen om hun stem te laten horen.
Maar misschien heeft u wel veel betere ideeën voor de activistische inzet van 100 miljoen porseleinen zonnebloempitten?
Een goede introductie in het leven en werk van Ai Weiwei, de documentaire Who’s Afraid of Ai Weiwei (Volledige aflevering Zie meer: FRONTLINE)
Reacties (1)
ah, de zonnebloempitten-man, dat moet nog eens een klap zijn voor het regmime aldaar.