Het Gilgamesh Epos – Deel 2 | Gilgamesh als nationale held
COLUMN - In mijn vorige column schreef ik dat Gilgamesh waarschijnlijk een historische koning was die omstreeks 2600 v. Chr. over de stad Uruk heerste. Uruk en Kish golden destijds als de machtigste steden van Soemer. Beide steden werden geregeerd door krijgsheren (lugals) die zichzelf presenteerden als beschermheren van alle Soemerische stadstaten. Enmebaragesi van Kish lijkt echter de eerste te zijn geweest die zijn claim tot alleenheerschappij over Soemer heeft proberen te consolideren. Hij liet in Nippur een tempel bouwen voor de god Enlil en besloot dat degene die deze tempel beschermde de ware koning van Soemer was. De krijgsheren van Uruk waren het met Enmebaragesi’s claim tot alleenheerschappij niet eens. Dumuzi van Uruk nam Enmebaragesi gevangen en zijn opvolger Gilgamesh deed hetzelfde met Enmebaragesi’s zoon Agga. Met de gevangenneming van Agga kwam de eerste dynastie van Kish ten einde.
Soemer na de dood van Gilgamesh
Niet lang na de dood van Gilgamesh begonnen andere steden de alleenheerschappij over Soemer op te eisen. Op de Soemerische Koningslijst volgen de dynastieën elkaar in rap tempo op. In werkelijkheid overlapten deze dynastieën waarschijnlijk. Uruk en Kish bleven belangrijk, maar Ur was een interessante nieuwkomer. Uiteindelijk waren het niet de Soemeriërs, maar de Akkadiërs die Mesopotamië onder hun gezag verenigden. Sargon van Akkad (2334-2279 v. Chr) stelde Akkadisch sprekende gouverneurs aan over de Soemerische stadstaten en consolideerde zo zijn gezag over de regio. Bovendien ondernam hij allerlei avontuurlijke veldtochten naar het Cederwoud in Libanon en het Taurusgebergte in Anatolië. Na de ineenstorting van het Akkadische Rijk heersten de Goeti uit het Zagrosgebergte een tijdlang over Soemer. Hun laatste koning, Tirigan, werd verdreven door Utu-Hengal van Uruk. Utu-Hengal regeerde zeven jaar over Soemer, totdat Ur-Nammu, gouverneur van Ur, de macht overnam.