Ian Kershaw heeft zijn sporen als historicus ruimschoots verdiend. Zijn twee delen Hitler-biografie ('Hoogmoed' en 'Vergelding') werden bestsellers, en terecht. Ze toonden een auteur op de toppen van zijn kunnen. Kershaw is geen meeslepend stilist, geen auteur op zoek naar het treffende detail, maar wél iemand die de grote lijnen bewaakt en de lezer vakkundig mee loodst. Maar blijkbaar was dat dubbelsucces hem nog niet genoeg.
Nu ligt er het eerste deel van een nieuw tweeluik, gewijd aan de geschiedenis van Europa van de Eerste Wereldoorlog tot nu. Een 'Afdaling in de hel', gevolgd (het tweede deel, dat start in 1949, moet nog verschijnen) door een opmerkelijke verrijzenis uit de as van twee wereldoorlogen.
Het is bekend terrein voor Kershaw, en uit alles blijkt dat hij geen enkele moeite heeft om zijn verhaal te vertellen. Ook al heeft '1914' een ruime voorgeschiedenis, Kershaw vat de oorzaken van de Grote Oorlog helder samen en verdeelt de schuld voor de catastrofe op de inmiddels bekende wijze: iedereen krijgt een deel, maar Duitsland nét iets meer. Dat is de consensus sinds enige jaren. We hoeven van Kershaw geen eigenzinnige opvattingen te verwachten. Van de loopgraven tot Hirosjima, van Verdun tot Stalingrad, niets ontbreekt, niets krijgt te weinig of te veel ruimte. Een prestatie.