'In een gemeente in de buurt bleek een meisje, terwijl ze nog niet getrouwd was, zwanger te zijn. De kerkenraad nam de situatie hoog op en eiste van het aanstaande echtpaar dat zij op zondag in de kerk publiekelijk een zondebekentenis zouden afleggen. Ik was er toevallig bij en heb het als een buitengewoon gênante vertoning ervaren. Toen al vond ik dat de essentie van het leven is dat je samen kinderen krijgt. In die zin was het voor mij onbegrijpelijk dat de kerk een jong stel dat te vroeg in verwachting was geraakt, dwong om voor een publiek van achthonderd mensen spijt te betuigen.'
Aldus een jeugdherinnering van Jan Blom, een van de leden van de familie Blom wiens herinneringen centraal staan in 'Van huis uit protestant'. Johan Blom was de zoon van een gereformeerde dominee, en het voorval zal dateren uit de jaren veertig. Een veelzeggend voorval. De domineeszoon vond die publieke bestraffing niet normaal, en ook niet beangstigend. Het was in zijn herinnering een gênante vertoning. Zo jong als hij was, wist hij dat hier onrecht geschiedde, dat de kerkenraad er naast zat. De kleine Johan had een eigen moraal ontwikkeld, los van de moraal die de kerkenraad wilde opleggen. Toen al.
Hoe is het protestantse geloof verloren gegaan? Die vraag staat centraal in dit boek van Hans Snoek. Hij wil twee vragen stellen, vertelt hij in de inleiding: welke levensbeschouwelijke verandering hebben protestanten doorgemaakt, en welke ervaringen en opvattingen hebben daaraan bijgedragen?