President Alvaro Uribe is een populair mens in Colombia. Uribe is een 56-jarige jurist uit Medellin die zich politiek profileert als rechtsgeoriënteerde hardliner. Hij is een vriend van de Verenigde Staten en een vijand van de Farc. Waar zijn voorgangers soms kozen voor minder effectieve strategieën lukte het Uribe (met Amerikaanse steun) de Farc het bos in te sturen. Dit jaar werd het jaar van de oogst: twee rebellenleiders sneuvelden, Farc-oprichter Tirofijo overleed op natuurlijke wijze en de in gevangenschap tot icoon uitgegroeide Ingrid Betancourt werd bevrijd. Uribe krijgt applaus van 91 % van de bevolking en tweederde zou op hem stemmen als er nu verkiezingen zouden zijn.
Die verkiezingen zijn echter pas gepland voor 2010 en het is nog niet zeker of Uribe dan op het stembiljet vermeld staat. De Colombiaanse grondwet stelt namelijk dat een president slechts eenmalig herkozen mag worden en Uribe is sinds zijn herverkiezing in 2006 bezig aan zijn tweede termijn. Om die tweede termijn te halen was overigens een grondwetswijziging nodig en het hoeft dan ook niet te verbazen dat de aanhangers van de president nogmaals de constitutie willen aanpassen.
Intussen is er echter een nieuwe, populaire speler op het bord geplaatst. Toen Ingrid Betancourt in 2002 ontvoerd werd was ze campagne aan het voeren voor het presidentschap dat uiteindelijk naar Uribe ging. Betancourt leidde haar eigen linkse partij, de Partido Verde Oxigeno, die echter weinig publieke steun kreeg. Betancourt joeg nogal wat Colombianen tegen zich in het harnas, bijvoorbeeld door het congres uit te maken voor een ‘rattennest’. Wat een campagne niet bewerkstelligde, deed een onvrijwillig verblijf in de jungle: Betancourt is populair geworden, grenzeloos geliefd. De Chileense presidente ziet in haar een Nobelprijswinnares en de Franse president Sarkozy kan niet wachten om de Legion d’Honneur op haar borst(en) te spelden.