Reddingspakket euro onder handbereik
Een bijdrage van Jan Werts van het Montesquieu Instituut.
De staatshoofden en regeringsleiders lanceren morgen een compleet reddingspakket voor de euro. Kanselier Merkel moet als drijvende kracht verdubbeling accepteren van het noodfonds voor de zwakke landen tot 500 miljard euro.
De lastenverdeling daarvan over de eurolanden wordt nog een pijnlijke operatie. De angst dat Griekenland onder zijn reuzenschulden zal bezwijken spookt de politieke leiders door het hoofd.
Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Raad vergaderde dit hoge gezelschap op 11 maart in Brussel zelfs twee keer. Eerst in volledige samenstelling met de kwestie Libië als hoofdmenu. Vervolgens tot diep in de nacht met soms heftige woordenwisselingen tussen de leiders van de 17 eurolanden.
Verdubbeling noodfonds euro
Vorig jaar creëerde de Europese Raad de tijdelijke Europese Financiële Stabiliteits Faciliteit (EFSF) teneinde het noodlijdende Griekenland te hulp te komen. In totaal gaat het om 440 miljard aan garanties afkomstig van de landen met de euro. Inmiddels heeft Griekenland 110 miljard opgenomen en Ierland 67,5 miljard, terwijl Portugal en later wellicht Spanje en andere zwakke landen zullen volgen.
Het EFSF, in de media noodfonds genoemd en gevestigd in Luxemburg, moet tegenover de financiële wereld geloofwaardig blijven. Daarom kan het EFSF ondanks een capaciteit van 440 miljard toch hoogstens tot 250 miljard garanderen. De eurolanden, Duitsland en Frankrijk voorop, willen aantonen dat zij de euro tot de laatste snik zullen verdedigen. Dit is eigen belang.