Europe’s damaging obsession with competitiveness

Een bijdrage van Simon Tilford, chief economist at the Centre for European Reform. Many European policy-makers and business leaders believe that a country's economic growth prospects depend on its ability to capture a growing share of global markets. Indeed, European policy-makers are obsessed with national 'competitiveness' and genuinely appear to think that prosperity is synonymous with trade surpluses. Of course, imports have to be financed by exports. But the focus on trade competitiveness risks drawing attention away from Europe’s underlying problem, which is very weak productivity growth. The idea of economic growth being determined by a battle for global market shares in manufactured goods is easy for politicians to grasp and to communicate to their electorates. Countries have little in common with firms, but referring to Deutschland AG, or UK plc, is conceptually attractive and seductively easy. Economies running external surpluses are regarded as 'competitive' irrespective of their productivity or growth performance. The trade balance is seen as a country's 'bottom line', as if countries were firms. The trade balance is nothing of the sort, but is simply the difference between domestic savings and investment or more broadly, between aggregate spending and output. 

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.