Gelegenheid tot dansen
Waarin de auteur mijmert over de louterende werking van verliezen, zijn waardering voor Ronaldo uitspreekt en een voorzichtige voorspelling doet.
Het beloofde heel even een bloedstollend spannende 90 minuten te worden, maar toen Portugal na dat eerste Nederlandse doelpunt kans na kans creëerde waarvan Ronaldo er één benutte, wist ik vrij snel: we kunnen ons boeltje bij mekaar gaan rapen. Voor de vorm veerde ik bij elk Nederlands kansje nog wel even op, maar dat was niet meer dan een oppervlakkige reflex, een vastgeroeste gewoonte. Diep in mij had zich reeds een aangename rust genesteld.
En die aangename rust zorgde ervoor dat ik tijdens de tweede helft op een zeer prettige en waardige manier afscheid kon nemen van dit EK. In plaats van een hevige doodsstrijd, ging Oranje rustig heen en kregen wij een kleine drie kwartier de tijd om aan het idee te wennen. Langzaam kwam ik los van de werkelijkheid, zakte dieper en dieper weg in een gelukzalige roes. Dat spelletje op het veld, die driftig rennende mannetjes, de ernst van alles (ik zag later Mark van Bommel, in gesprek met zijn schoonvader, zijn hand voor de mond houden om te voorkomen dat liplezers zijn woorden zouden ontcijferen), het stelde allemaal niks meer voor, ik zag enkel nog het komische. De morfine deed z’n werk. Wij werden langzaam en geleidelijk, op een zachtaardige en humane manier, verlost van het aardse lijden. Heerlijk.