Kunst op Zondag | De fiets
COLUMN - Ik denk dat het 2006 was en ik zat met de vrouw die nu mijn vrouw is in de trein naar Geneve. In de restauratiewagon spraken we met een jonge Zwitser die samen met zijn klas een weekje in Amsterdam was geweest. Wat hem het meest had verwonderd waren de fietsers. Niet alleen de enorme hoeveelheden, maar vooral de macht die de fietser hier had. “The bike is king”, zei hij.
Daar moest ik aan denken toen ik afgelopen week de bijzonder fijne documentaire ‘Het Nieuwe Rijksmuseum: de Film’ zag, over de moeizame verbouwing van het belangrijkste museum van Nederland. Onbetwiste hoofdrolspeler van de film en grootste pain in the ass van de betrokkenen: het fietstunneltje.
Als kijker van de documentaire leef je met de mensen van het Rijks mee. Je kunt die kleinburgerlijke ijdele gekken van stadsdeel Oud-Zuid wel door het scherm trekken als ze weigeren hun goedkeuring over de plannen te geven omdat ze het redden van dat fietstunneltje tot hun belangrijkste reden van bestaan hebben gebombardeerd.
Aan de andere kant: volgens mij vond ik het destijds ook belachelijk dat het Rijks het fietstunneltje wilde dichtgooien. Zoals iemand het in de documentaire verwoordde: hoe durf je, als je beweert dat het je allemaal om de cultuur te doen is, het mooiste fietstunneltje ter wereld de nek om te draaien.