Op 8 december 2024 viel het regime Assad in Syrië. Het westen neemt tot nu toe een afwachtende houding aan tegenover de nieuwe regering van rebellenleider Ahmed al-Sharaa. Al-Sharaa heeft een verleden in diverse soennitische strijdgroepen. Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), de organisatie waarmee hij Assad wist te verdrijven, stond op alle lijsten van als terroristisch aangemerkte groepen. Inmiddels zijn er tekenen dat HTS de situatie in het land ondanks de tegenstellingen tussen allerlei minderheidsgroepen voldoende weet te stabiliseren. Het CBS meldde deze week een halvering van eerste asielaanvragen uit Syrië, een trend die ook in omringende landen wordt waargenomen. De EU heeft beloofd de sancties stap voor stap te zullen opheffen. Een verdere stabilisering van het land blijft nog steeds wel afhankelijk van internationale steun voor het nieuwe regime.
Rustig is het zeker nog niet in Syrië. Deze week waren er rellen in een voorstad van Damascus waar veel Druzen wonen. Aanleiding was een geluidsband die circuleerde op sociale media waarin een Druzische geestelijke volgens soennieten de profeet Mohammed beledigde. De Druzen ontkennen alles en ook het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken heeft verklaard dat zij er niet voor verantwoordelijk zijn, maar het is onduidelijk wie dan wel. Bij het geweld zijn twaalf mensen omgekomen. In maart vielen honderden burgerdoden bij clashes in steden langs de Middellandse Zee tussen aanhangers van het oude regime van Assad en het nieuwe regeringsleger.
Koerden
Toch zijn er in Syrië lichtpuntjes die het vertrouwen in de nieuwe machthebbers rechtvaardigen. Koerden kunnen hoop putten uit toezeggingen voor een beperkte vorm van zelfbestuur in het noorden van het land. Begin maart sloten Mazloum Abdi, bevelhebber van de door de VS gesteunde Syrische Democratische Krachten, en interim-president Ahmed al-Sharaa een historisch akkoord. SDF-milities trekken zich terug uit delen van Aleppo en andere steden. De lokale politiemacht Asayish blijft. In ruil erkent Damascus voor het eerst het zelfbestuur van Koerdische gemeenschappen in het noorden van het land. Burgerbesturen blijven bestaan. Een steun voor de Koerden is ook dat de sterk verdeelde Koerdische groepen in de regio hun geschillen hebben bijgelegd. De Koerdische Eenheidsconferentie heeft zich verenigd achter de eis om van Syrië een multi-etnische, multiculturele en multireligieuze staat te maken onder een gedecentraliseerd bestuur, dat vrijheid van religie garandeert, ook die van yezidi’s. Het is nog de vraag in hoeverre de centrale regering in Damascus daarin meegaat. Er zijn meer groepen in Syrië die autonomie eisen en als al-Sharaa iedereen tevreden wil stellen valt het land uiteen. Maar de erkenning van de belangen van de verschillende groepen en de bereidheid met alle leiders te praten geeft het vertrouwen dat het nieuwe regime etnische en religieuze verschillen serieus neemt. Dat was ook al gebleken bij de samenstelling van de overgangsregering waarin behalve soennieten van HTS ook vertegenwoordigers van de christelijke, alawitische, druzische en koerdische gemeenschap zijn opgenomen.
Bruggen bouwen
De enige vrouw en christen in de nieuwe regering is de minister van Sociale Zaken en Arbeid Hind Kabawat (51). Ze was jarenlang actief in het middenveld: richtte de vrouwenrechtenorganisatie Tastakel op, onderhandelde namens de Syrische oppositie in Genève, doceerde mensenrechten in vluchtelingenkampen. Ze studeerde aan universiteiten Tufts en Harvard, maar bleef tegelijk diep geworteld in de Syrische realiteit. Ze zegt in een interview in Trouw dat ze vooral wil inzetten op sociale cohesie en dialoog. “Mensen samenbrengen die elkaar normaal niet ontmoeten, mensen uit verschillende werelden. Er bestaan nog altijd hardnekkige clichés, maar wij zoeken naar gemeenschappelijke grond. Zoals nu: ik heb een Alawitische vrouw uitgenodigd die lange tijd in Idlib heeft gewoond. Ze vertelt haar verhaal hier aan iedereen. Dit soort ontmoetingen kan bruggen bouwen tussen gemeenschappen.”
Israëlische aanvallen
In het zuiden wordt de stabiliteit van het land nog steeds verstoord door acties van het Israëlische leger. Zo berichtte het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten dat een Israëlische troepenmacht bestaande uit drie militaire voertuigen op 25 april oprukte naar de stad Jabata Al-Khashab in het noordelijke platteland van Al-Qunaitrah. Woensdag bombardeerde het Israëlische leger Sahnaya, een voorstad van Damascus. Er viel een dode. Israël mengde zich daarmee rechtstreeks in het conflict tussen de Druzen en het regeringsleger. Dit soort acties en de voortdurende bezetting van de Golan hoogte maakt het volgens de Syrische regering niet mogelijk ‘onder de huidige omstandigheden’ de betrekkingen met Israël te normaliseren.
President Donald Trump en de Syrische interim-president Ahmed al-Sharaa zullen elkaar ontmoeten tijdens Trumps geplande bezoek aan Saoedi-Arabië in mei, meldt The Atlantic Council. Het zou een kans zijn om de banden tussen de VS en Syrië te normaliseren, schrijft Luke Wagner. Er zijn weliswaar grote ideologische en politieke verschillen tussen het nieuwe Syrische regime en het westen. ‘Als Washington echter zijn economische en veiligheidsbetrokkenheid bij de nieuwe Syrische regering verdiept, zouden de Verenigde Staten historische kansen kunnen aangrijpen om de Chinese en Russische invloed in het Midden-Oosten te beperken en de Iraanse As van het Verzet voor de komende jaren te verzwakken.’ Een eerste stap zou de opheffing van alle sancties moeten zijn, voordat de Syrische regering zich tot China en Rusland gaat wenden voor de noodzakelijke economische steun om het land weer op de rails te krijgen.
Reacties (1)
Laten we hethm hopen dat er een mooie toekomst voor de inwoners van Syrië in het verschiet ligt. Ik heb er een hard hoofd in.