OPINIE - Een snelle oplossing voor het conflict in Syrië kan niet worden gerealiseerd zonder medewerking van Assad en zijn regime.
Ik heb lang niet over Syrië geschreven. De laatste analyse die ik schreef dateert van 2 juni 2012, bijna twee jaar geleden dus. Daarin schreef ik dat Syrië afstevende op een volledige burgeroorlog, daarbij flink geholpen door het Westen, namelijk door te eisen dat dat president Bashar al-Assad moet aftreden voordat er kan worden onderhandeld. En door wapenleveranties te faciliteren aan een oppositie die volstrekt verdeeld was en totaal niet in staat om een realistisch plan van actie op tafel te leggen voor de periode-na-Assad.
Meer dan anderhalf jaar had ik daar helaas niet veel aan toe te voegen. Een van de belangrijkste redenen daarvoor was de notoire onbetrouwbaarheid van al het nieuws. Dodenaantallen, slachtpartijen, wie verantwoordelijk was voor wat, werden steeds minder controleerbaar. Youtube-filmpjes met beelden van gruwelen konden meestal niet worden geverifieerd. Een van de – aanvankelijk – betere nieuwsbronnen, de zender Al Jazeera, was zozeer bevooroordeeld (de zender is gevestigd in Qatar en Qatar steunt bepaalde fracties in de Syrische Nationale Coalitie SNC) dat een aantal van zijn eigen mensen protesteerde en opstapte. De cijfers van het Syrian Observatory for Human Rights, dat steeds door alle persbureaus werd geciteerd, is eveneens zwaar op de hand van de NSC. En over de officiële lezingen van de regering, van het Syrische persbureau Sana of de tv, hoeven we het al helemaal niet te hebben.
Maar nu de burgeroorlog dit weekeinde zijn vierde jaar is ingegaan, is er reden om toch weer een keer bij de situatie stil te staan. En helaas, het is er niet beter of overzichtelijker op geworden. Het aantal doden is de 100.000 ruim gepasseerd en ligt waarschijnlijk in de buurt van de 150.000. Negen miljoen mensen zijn gevlucht, zowel binnen als buiten Syrië. Dat is zo’n 40% van de bevolking. Libanon, een land van ruim vier miljoen inwoners, heeft al een miljoen Syrische vluchtelingen binnen zijn grenzen. De verwoestingen aan huizen, infrastructuur en oudheden, zijn ongekend. En er is geen enkel uitzicht op een doorbraak of een spoedig einde.
De oppositie is verdeelder dan ooit. In de Syrische Nationale Coalitie (SNC), de oppositie buiten Syrië, overheersen islamisten. Qatar en Saudi-Arabië zijn daar de krachten op de achtergrond. En terwijl die twee landen het steeds meer met elkaar aan de stok kregen, wisselden de ‘leiders’ binnen de SNC elkaar in steeds hoger tempo af. In de talloze strijdgroepen is die islamistische tendens vaak nog veel sterker aanwezig.
Verleden jaar september werd gebroken met de fictie dat de Syrische ‘oppositie-in-ballingschap’,dat wil zeggen de SNC, de binnenlandse oppositie zou vertegenwoordigen. Elf gewapende groepen in Noord-Syrië sloegen toen de handen ineen en kwamen met een communiqué waarin ze de claim tegenspraken dat de SNC de gewapende rebellengroepen binnen Syrië zou vertegenwoordigen. De elf, waarvan enkele groepen deel uitmaakten van de met de SNC verbonden militaire raad van het Vrije Syrische Leger (FSA), zeiden te streven naar een op de sharia gebaseerde Syrische staat. Dit liet niet alleen een duidelijke tegenstelling zien tussen de mannen in de loopgraven en de mannen in de hotels, maar was bovendien een duidelijke intentieverklaring om Syrië te islamiseren.
Inmiddels is ook dit verhaal weer (deels) achterhaald, want al enkele maanden later – medio februari – woedden heftige gevechten in de noordelijke provincies tussen het Al-Nusra Front (de officiële tak van Al Qaida in Syrië) en het ermee verbonden Islamitische Front aan de ene kant, en ISIS (de Islamitische Staat in Irak en de Levant) aan de andere. ISIS moest flink wat terrein prijsgeven. De interne strijd tussen de islamistische groepen zou enkele duizenden levens hebben geëist.
De Koerden in het uiterste noorden hebben onderwijl hun eigen posities, naar het schijnt, veilig gesteld. En het officiële Syrische regeringsleger is er de laatste paar maanden in geslaagd heel geleidelijk strategische stukken land en posities terug te winnen op de rebellen. De kaart op deze pagina geeft een beeld van de situatie die inmiddels is ontstaan.
Op veel plaatsen bestaat een soort lappendeken met uiterst gecompliceerde frontsituaties. In Aleppo, het belangrijkste commerciële centrum van Syrië, is het regime in het bezit van het westen van de stad, terwijl in het oosten een geleidelijke opmars plaatsvindt ten koste van de rebellen. De aandacht van de westerse pers gaat daarbij vooral uit naar de wrede wijze waarop het Syrische leger te werk gaat, onder meer met de ‘vatenbommen’ die vanuit vliegtuigen en helikopters op woonwijken worden gegooid (eerder was ook sprake van chemische wapens). In Damascus is de situatie onoverzichtelijk. Ook daar zijn delen van de buitenwijken nog in handen van de oppositie. Humanitaire konvooien – onder meer om het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk te bevoorraden – hadden een beperkt succes. Homs is een belegerde stad, waar in februari delen van de bevolking werden geëvacueerd.
Ondertussen hebben pogingen om tot een diplomatieke oplossing te komen niets opgeleverd. Half februari eindigde een poging om de partijen tot elkaar te brengen in Genève in een faliekante mislukking. Dat was volkomen voorspelbaar, want het Westen had zich achter de oppositie – dat wil zeggen de Syrische Nationale Coalitie – geschaard, die onder westerse druk er uiteindelijk in was geslaagd een eensgezind standpunt te formuleren. Dat standpunt kwam er vooral op neer dat Assad weg moest, voordat over dingen als het formeren van een overgangsregering en dergelijke kon worden gepraat. Dit leidde ertoe, zoals kon worden verwacht, dat de Syrische regeringsdelegatie voortijdig opstapte.
In allerlei kringen wordt voortdurend geroepen dat het een schande is dat het Westen niets doet en de waanzinnige Syrische tragedie laat bestaan. Westerse regeringen hebben op hun beurt steeds gewezen op Rusland en Iran die zich achter het regime van Assad opstellen. Maar één blik op de de kaart die de huidige machtsverhoudingen in Syrië in beeld brengt, volstaat om te begrijpen dat een oplossing zonder het regime totaal onmogelijk is. Het regime heeft zich weliswaar op de meest grove wijze schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, maar ook de andere kant heeft erop los gemoord. Bovendien is de oppositie op een haast epische wijze verdeeld.
Makkelijke oplossingen voor de situatie in Syrië zijn er niet. Maar het Westen zou ermee kunnen beginnen zich te distantiëren van de opstelling van Qatar en Saudi-Arabië, landen met hun eigen agenda’s. Het Westen zou kunnen proberen het eens te worden met Rusland en Iran over een volgende stap. En wat de krachte- en machteloze SNC betreft, die zou wel eens een toontje lager mogen zingen.
Reacties (3)
Ik ben het over het algemeen eens met Abu, maar ben het echt niet eens met een punt. Assad is een oorlogsmisdadiger die momenteel alleen Kim nog voor zich hoeft te dulden qua ergheid. Zijn moorddadig regime, want daarover bestaat weinig onduidelijkheid, heeft er van het begin op gespeeld dat de oppositie onderling het leven wel zuur zou maken.
Ik vind het ongeloofwaardig dat iemand die barrelguns op woonwijken dropt, chemische wapens inzet en bewoners moedwillig uithongert zou kunnen blijven. Sterker nog, zijn aanblijven betekent nog meer doden. Hoe eerder Assad hangt (letterlijk) des te beter. En wat is hij er goed in geslaagd ons allemaal bang te maken voor de alternatieven. Nou, kan het nog erger dan nu?
Verder een zinnige opsomming van AB. De hel van Syrië verdient veel en veel meer aandacht.
@1: ´Nou, kan het nog erger dan nu?´
Horribile scriptu moet – met een proviso – het antwoord op deze vraag ´ja´ luiden.
De oorlog van stammen, subreligies, en secten, die zich intern nu in Syria afspeelt, geeft zeker een toestand (t2) erger dan die (t1) er onder Assad aan voorafging. Maar dat is ´comme la guerre´! Maar na die oorlog! Dan kan bij verlies door Assad er een toestand t3 uitbreken die Syriërs (Christenen, Druzen, Alevieten) en Westerse meelevenden naar t1 doet snakken.
De afgelopen week las ik 1 bericht dat een klein beetje reden tot optimisme gaf:
1 Nederlandse Syrië-strijder besloot terug te keren.
Hij zat bij Al-Nusra (geloof ik) maar wilde niet vechten tegen ISIS.
(of andersom).
Misschien zijn er bij die groepen meer mensen die de waanzin beginnen in te zien.