‘Het was dinsdagavond kwart voor acht en een van de laatste dagen van oktober in het roemruchte stervensjaar van de gulden, dat schitterende, harde betaalmiddel met zijn waaier van kleurige biljetten als de staart van een paradijsvogel, dat met goedvinden van de kroon door de directeur van De Nederlandsche Bank verkwanseld werd voor een grauwe eenheidsmunt waar er al zoveel van zijn en die de ‘euro’ wordt genoemd.’
De Kerstdagen van 2012 bracht ik met mijn vrouw, mijn broer en zijn gezin door in hun gezellige vakantiehuis in het Tsjechische Mala Skala. Buiten verhieven zich de bergen en er lag een dik pak sneeuw. De kinderen speelden met de slee. De hond hapte naar de sneeuwballen. En binnen regen we pinda’s voor de vogels. En kreeg ik mijn cadeaus, want ik was jarig. Eén van de cadeaus was Het boek ont van Anton Valens. Het boek dat begint met de zin:
‘Het was dinsdagavond kwart voor acht en een van de laatste dagen van oktober in het roemruchte stervensjaar van de gulden, dat schitterende, harde betaalmiddel met zijn waaier van kleurige biljetten als de staart van een paradijsvogel, dat met goedvinden van de kroon door de directeur van De Nederlandsche Bank verkwanseld werd voor een grauwe eenheidsmunt waar er al zoveel van zijn en die de ‘euro’ wordt genoemd.’
De rest van de Kerst deed ik niet meer mee met bergwandelen en sneeuwballen gooien. Ik zat in een stoel en was volledig geabsorbeerd door Het boek ont. Met de huisgenoten communiceerde ik die dagen verder amper. Wel hoorden ze regelmatig een gelach, dat was ik. Dat was Het boek ont. Wat een boek. Misschien wel het meest geestige boek dat ik ooit had gelezen. Ik was op slag fan van Anton Valens. En bij thuiskomst heb ik natuurlijk de rest van zijn oeuvre gelezen.
De openingszin van Het boek ont, won in 2013 de Tzumprijs, de prijs voor de mooiste zin. En nu is hij overleden, op 57- jarige leeftijd.
Reacties (1)
Te vroeg, te jong…. ‘Forever young’ heeft hier een heel andere betekenis.