Ik behoorde bij die groep naïevelingen die dacht dat met het Lissabon-verdrag de EU één president zou krijgen. Het bleek er één extra te zijn. Want naast president Van Rompuy die de europese toppen voorzit, hebben we nog steeds elk half jaar een nieuwe ‘presidency’ verzorgd door een EU lidstaat (nu Hongarije) en niet te vergeten president Barroso van de Europese Commissie. Dat is voor ons Europeanen al niet te doen, voor het buitenland is het al helemaal een potpourri, zeker als je op internationale fora, zoals de G20, zowel Van Rompuy, Barroso als een handvol Europese regeringsleiders ziet lopen. (En dan laat ik voor de ‘Hoge Vertegenwoordiger’ en de president van de eurolanden maar even buiten beschouwing.) Is dit nu het antwoord op Henry Kissingers beroemde vraag wie je moet bellen als je Europa aan de lijn wilt hebben?
Gelukkig hebben we eurocommissaris Michel Barnier (Interne Markt) nog. Gisteren (Europadag!) gunde hij de toehoorders van de Humboldt universiteit een kijkje in zijn Europese droom waarin één president zowel de Raad als de Commissie voorzit. Deze man of vrouw zou door de EU regeringen worden voorgedragen, en door een ‘congres’ bestaande uit Europees Parlement en nationale parlementariërs worden gekozen. Het zal de Europese democratie ten goede komen: de EU krijgt één ‘gezicht’ en die mogen ‘we’ nog kiezen ook.
Barnier’s idee is bedoeld als reactie op de recente verkiezingen in Finland en Frankrijk waar meer dan 20% op partijen stemde die het Europese project om zeep willen helpen. Die 20% wil hij op deze manier tegemoet komen – in dezelfde speech zegt hij ook dat hij niet geloofd in één Europese natie en dat de Europese superstaat er echt nooit gaat komen. Maar of de Europese Henken en Ingrids de voorgestelde machtsbundeling ook zo interpreteren? Ook een ander ideetje van Barnier – het in elkaar schuiven van de post van president van de eurolanden en de eurocommissaris voor economische zaken – kan als sprong voorwaarts in het europese eenwordingsproces worden gezien. Niet?
Piotr Maciej Kaczyński, van de denktank CEPS, denkt dat er in ieder geval geen juridisch bezwaar is tegen één president voor Commissie en Raad – het lissabonvedrag staat het toe. Je zou er zelfs al per 2014 mee kunnen beginnen, aangezien dan de opvolgers van Van Rompuy en Barroso moeten worden benoemd.
We vechten het verder uit op facebook.
Reacties (4)
Representatie begint met een herkenbaar gezicht. Een president lijkt me een verstandig begin – eentje die ook democratische legitimiteit geniet. Proefballonnetje vind ik dus niet eens zo slecht.
Gezichten @Dimitri:
Op youtube staan soms ontmoetingen tussen Barosso en Van Rompuy. Ik zoek dan de HD versies op en draai ze op 1/8 om de psychomotoriek rustig te bekijken.
Een kijkje in de verborgen keuken, fantastisch vind ik dat.
ben ook wel voor eigenlijk. Maar vooral dat roterende voorzitterschap kan denk ik weg… Het geeft EU landen weliswaar de kans op te ‘upshapen’ voor het Europese toneel, maar dat ook wel op een andere manier.
het probleem van ”Brussel” is dat het geen democratische legitimiteit heeft in de ogen van veel Europese burgers. Vandaar de beschuldiging van de anonieme bureaucraten die de macht hebben.
Dat de Raad van Europa met de Europese regeringsleiders tegenwoordig meer op de voorgrond treedt in plaats van de commissie is een goede stap.
Maar er zit een probleem bij het Europese parlement: de burger beschouwt dit niet als haar parlement, in tegenstelling tot het nationale parlement. Misschien moet het Europese parlement niet meer Europees verkozen worden, maar moet het gevuld worden met nationale parlementariers die dan een dubbelfuntie gaan vervullen.