Productinnovatie gone wrong: de kruidnootreep

De kruidnotenreep van Bolletje lijkt op het eerste gezicht een onschuldige seizoensgril. Een beetje kruidnotensmaak, een reepvorm, tien aan elkaar geplakte pepernoten en negen van die repen in een zakje. Briljant, maar ik zie toch vooral een symptoom van hoe de markt is uitgegroeid tot een laboratorium voor overbodige innovaties die vooral het klimaat en de portemonnee raken. Niet omdat de ingrediënten anders zijn, maar omdat de vorm dat wel is. En die vorm kost grondstoffen, energie en transport. De kruidnoot wordt steeds vierkanter, de wereld erachter steeds krommer.

Het begint al bij het prijsverschil. De kleine zak kruidnoten van Bolletje kost bij Albert Heijn 1,19 voor 200 gram. De kruidnotenreep kost 1,99 voor 155 gram. Je betaalt dus ruim het dubbele per gram. De productie zal niet veel duurder zijn, maar de reepvorm heeft marketingwaarde. Althans dat denken ze bij Bolletje vermoed ik. Dat je de pepernoten niet meer hoeft te tellen, bijvoorbeeld. De consument moet geloven dat hij iets handigs koopt, iets bijzonders, pepernoten die zich gedragen als een reep en dus automatisch een soort functioneel aura krijgen, en daarmee kunnen concurreren met andere repen zoals Mars en Twix, waar de nietige pepernoot dat op zichzelf niet kan.

Dat prijsverschil heeft ook een milieukant. Losse kruidnoten hebben één verpakking. De kruidnotenreep heeft negen individuele wikkels plus een buitenzak. Extra folie, extra verwerking, extra transportvolume. Allemaal materiaal dat na een paar seconden scheuren eindigt in de afvalstroom. De industrie noemt het gemak, de realiteit is dat dit soort producten de hoeveelheid verpakkingsafval jaar na jaar laat stijgen. Het is moeilijk uit te leggen waarom we ons druk maken over plastic rietjes en tasjes, terwijl we tegelijkertijd accepteren dat een seizoenssnack per hap wordt ingepakt.

En dan is er nog de klimaatschaduw die achter elk “handig verpakt reepje” hangt. Elke extra verpakking vraagt energie. Elke nieuwe productvariant vraagt nieuwe productielijnen, nieuwe transportstromen en een constante stroom aan marketing om het bestaan ervan te rechtvaardigen. De klimaatimpact van één zak kruidnotenrepen is natuurlijk niet rampzalig op zichzelf, maar de optelsom van duizenden van dit soort marginale innovaties is dat wel. We schuiven als consument steeds verder op in de richting van producten die vooral verkoopbaar zijn, niet noodzakelijk. Dat wordt ons gepresenteerd als keuzevrijheid, terwijl het in feite een vernauwing van de opties is: steeds meer verpakt, steeds meer add-ons, steeds minder eenvoud.

Het grappige is dat de reep inspeelt op een traditie die draait om delen, om handjes kruidnoten, om iets dat losjes en zonder fratsen werd gegeten. Nu krijgen we portiecontrole. De industrie zegt dat het handig is voor onderweg, maar eigenlijk is het vooral handig voor de omzet. Wie kruidnoten wil, koopt een zak. Wie kruidnotenrepen koopt, koopt het idee dat snacken een vorm van efficiëntie moet zijn.

Je mag het eten. Je mag het lekker vinden. Maar laten we ophouden te doen alsof deze reep onschuldig is. Het is geen innovatie. Het is geen modern gemak. Het is een kleine, perfect leefbare absurditeit die iets groters verraadt: onze bereidheid om meer te betalen voor meer afval en minder product. Dat is misschien wel de nieuwste Nederlandse traditie. Naast klagen over dit soort producten natuurlijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*