Poging tot dualisme weer een debacle?

Foto: Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0

COLUMN - van Vinzenz Ziesemer (directeur Instituut voor Publieke Economie), eerder gepubliceerd in De Hofvijver (uitgave van het Montesquieu Instituut)

De formerende partijen willen meer afstand tussen de Tweede Kamer en het kabinet. Een ‘programkabinet’ mag straks zijn eigen plan trekken over alles wat niet in het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd.

Het hoeft niet af te stemmen met de coalitie en mag wisselende meerderheden zoeken in de Tweede Kamer. Dat is in ieder geval het idee. in het hoofdlijnenakkoord staat helaas niets over hoe dit in de praktijk gaat werken. Dat is vragen om problemen.

Afstand bewaren tussen kabinet en Kamer is eerder geprobeerd. Zonder succes. De laatste poging kwam nog van het vorige kabinet. Rutte IV nam in het kader van een nieuwe bestuurscultuur afscheid van het ‘coalitieoverleg’, waarin bewindspersonen en Kamerleden beleid afstemden.

Voordeel van meer afstand, ook wel dualisme genoemd, zou moeten zijn dat de Kamer het kabinet kritischer kan controleren. Een tweede voordeel is dat coalitiepartijen een eigen gezicht kunnen behouden, omdat ze zich duidelijker mogen uitspreken over het kabinet.

Maar het experiment van Rutte IV mislukte, doordat ministers zich toch wilden verzekeren van rugdekking voor hun beleid. Dus was het coalitieoverleg binnen een jaar onder een andere naam weer terug.

Lukt het deze keer wel om afstand te bewaren tussen de kabinet en Kamer? Dan is er nog een gevaar. Tijdens de vorige Algemene Politieke Beschouwingen liet de coalitie elkaar los en heerste dus het dualisme. Het resultaat was zeer chaotische besluitvorming. Op het laatste moment werden er allerlei belastingmaatregelen besloten in gelegenheidscoalities. Zorgvuldige analyses? Doorrekeningen? Uitvoeringstoetsen? Ze kwamen allemaal te laat.

Dus hoe voorkomen we dat ook deze poging tot dualisme weer uitloopt op een debacle?

Ten eerste moeten coalitiepartijen zich anders opstellen. Ze moeten accepteren dat er straks vrij wordt gestemd over alles wat níet in het hoofdlijnenakkoord staat. Een Kamermeerderheid kan dan de bedrijfsopvolgingsregeling afschaffen, tegen de zin van de VVD in. Of de btw op voedsel verhogen, tegen de zin van de BBB in. Normaliter is dat volkomen ondenkbaar. Het zou voelen als een mes in de rug van de coalitiepartners. Maar in een programkabinet mag het. Dat moeten alle coalitiepartijen goed begrijpen, anders zal de eerste explosie niet lang op zich laten wachten.

Daarnaast moeten chaotische taferelen in de Kamer worden voorkomen. Hiervoor moet de coalitie gezamenlijk normen over hoe beleid gemaakt wordt opstellen en handhaven. Concreet: er komt helemaal niets door de Kamer, tenzij dat is voorzien van zorgvuldig ambtelijk advies. Stemmen mag pas nadat het kabinet de kans heeft gehad inhoudelijk te reageren.

Ook zullen bewindspersonen meer politieke ondersteuning nodig hebben. Als besluiten niet meer afgehamerd kunnen worden bij een coalitieoverleg, is er veel meer politiek handwerk nodig om beleid door de Kamer te loodsen. Wisselende meerderheden vinden is een intensief politiek spel. Dat is vanzelfsprekend te veel werk voor die ene politieke assistent die ministers nu hebben.

Dit wordt allemaal bemoeilijkt nu er ministers met een politieke kleur zijn benoemd. De oppositie zal hen minder gunnen. Ze zullen eerder hun oren laten hangen naar hun eigen partij, die op zijn beurt geneigd zal zijn instructies te geven. De afstand tussen kabinet en Kamer is dan snel weer weg. Een heldere afspraak in de coalitie kan helpen: ministers zitten er niet namens hun partij, maar namens zichzelf.

Al deze werkafspraken tussen de coalitiepartijen moeten niet alleen bestaan, maar ook openbaar zijn. Anders wordt het moeilijk om elkaar eraan te houden. Willen we dat het deze keer lukt met die afstand tussen kabinet en Kamer? Het kan, maar met alleen de intentie uitspreken kom je er niet.

Vinzenz Ziesemer is directeur van het Instituut voor Publieke Economie

Reacties (5)

#1 KO

Remind me in 1 year.

Maar. Ja in de praktijk weinig dualisme klinkt als een waarschijnlijke uitkomst.

#2 Hans Custers

Afstand tussen kabinet en Kamer is een van de harde leugens die ze blijven verkopen. We hebben de afgelopen maanden toch al kunnen zien dat de vier coalitie-partijen zo goed als achter gesloten deuren regelen? Het schijnt ook vrij expliciet zo in het hoofdlijnenakkoord te staan. Zodra het invloed heeft op de ‘financiële plaat’ moeten zijn akkoord gaan. Dat is zo goed als alles. Dat er voor de vorm (of om zichzelf of ons voor de gek te houden) wat ‘vrije thema’s’ zijn genoemd, verandert daar weinig aan.

De afstand tussen kabinet en Kamer is niet vergroot, maar zo goed als opgeheven. Op een enkel onderwerpje na, wanneer de coalitie expliciet besluit dat de rest van de Kamer daarover mag meebeslissen.

#2.1 Raymond Horstman - Reactie op #2

@Hans,
Is dit wat ze onder een extraparlementair kabinet verstaan dat het zonder parlement verder kunnen regeren?
Dat is dan een interessante politieke vernieuwing van het NSC. Benieuwd wat er nog meer aan vernieuwingen
kunnen verwachten. Ik houdt mijn hart vast voor wat nog komen gaat. Gelukkig woon ik dicht bij de grens. Ik kan
bij wijze van spreken me lopend in veiligheid brengen.
Veilige groet

#2.2 Hans Custers - Reactie op #2.1

Zonder parlement regeren kan in principe niet, behalve in een noodtoestand (in de Grondwet heet dat uitzonderingstoestand).

Een precieze definitie van een extraparlementair kabinet is er niet, maar het idee is dat niet alles wordt dichtgetimmerd door een coalitie. Zo’n kabinet zou dus voor zijn plannen naar (wisselende) meerderheden kunnen zoeken in de Kamer. Het komende kabinet lijkt daar qua vorm misschien een beetje op, maar alles wijst erop dat de coalitiepartijen wel degelijk willen bepalen wat er gebeurt. Sinds de verkiezingen vormen ze al, op enkele uitzonderingen na, een gesloten front in de Kamer.

Het punt is natuurlijk dat een kabinet dat op papier misschien extraparlementair lijkt, in werkelijke helemaal niet meer afstand tot de Kamer heeft als de coalitiepartijen achter de schermen vrijwel alle touwtjes in handen willen houden. Omtzigt lijkt maar niet te begrijpen dat je problemen met de rechtsstaat of de bestuurscultuur niet oplost door alleen maar een nieuwe papieren werkelijkheid (regels, afspraken, procedures) te creëren. Ofwel, hij heeft niet door dat een verandering van de structuur niet automatisch ook tot een verandering van de cultuur leidt, zoals dat in dit artikel in de Groene wordt beschreven.

#3 Knor

Dualisme kan werken, maar alleen als de Kamer het Kabinet (en daarmee zichzelf) niet naar huis kan sturen. Anders heb je om de haverklap verkiezingen. Hebben we nu toch wel, maar dan helemaal.

Ik zie wel iets in het Amerikaanse systeem: de verkiezingsdata staan vast, daarbinnen geldt het mandaat (en hoeft de kiezer zich niet nogmaals uit te spreken), en hoe je dat qua uitvoerende macht aanpakt, daar heeft de Kamer wel invloed op, maar niet tot op het punt dat zij zelf naar huis moet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*