ANALYSE - De Egyptische president Morsi lijkt de banden met het leger goed te willen houden en moffelt een schadelijk rapport onder het tapijt.
De Egyptische president Muhammed Morsi heeft zich sterk gemaakt om de Egyptische legertop te zuiveren van ‘smaad’ en om duidelijk te maken dat er een sterke band bestaat tussen het bewind van de Moslim Broederschap en het leger. Dat gebeurde tijdens een bijeenkomst van de president met de legertop op donderdagavond. Tijdens de bijeenkomst werden ook drie generaal-majoors bevorderd tot luitenant-generaal.
De bijeenkomst had vooral betekenis doordat eerder delen waren gelekt uit een rapport over de activiteiten van het leger na de omwenteling van 25 januari waarbij de vorige president Mubarak ten val werd gebracht. In het rapport, dat werd uitgebracht op verzoek van president Morsi zelf, zou er sprake van zijn dat het leger aansprakelijk werd gesteld voor tenminste een deel van de 840 doden en de vele gewonden die tijdens de onlusten volgend op 25 januari volgden, in de periode dat het leger op straat was verschenen om de orde te herstellen.
Het rapport is niet openbaar gemaakt, maar onder meer de Britse krant The Guardian heeft delen ervan gezien. De krant publiceerde er vervolgens niet alleen uit dat het leger, willens en wetens mensen heeft gedood en verwond, maar ook dat artsen in die periode het consigne hadden gekregen om operaties en behandelingen van slachtoffers van de onlusten in die tijd uit te voeren zonder verdoving.
De Egyptische minister van Defensie en legerchef generaal Abdel-Fattah al-Sissi ontkende alle beschuldigingen en stelde dat ‘het leger Egypte en het Egyptische volk de laatste twee jaar zeer toegedaan is geweest en op geen enkele wijze wandaden heeft begaan. Ik zweer bij God dat het leger sinds 25 januari 2011 niet gedood heeft, geen orders heeft gegeven om te doden, niet bedrogen heeft en geen orders heeft gegeven om te bedriegen.’
Morsi viel het leger bij. In een verklaring die zijn bureau de volgende dag uitgaf zei hij dat hij op geen enkele manier ‘smaad’ van het leger zal tolereren. ‘Ik zal geen smaad of aanval op het leger of leden van de strijdkrachten toelaten, in welke vorm dan ook,’ aldus de president.
Het vertoon van eenheid tussen de Moslim Broederschap en het leger is van groot belang in een tijd waarin de ontevredenheid over het bewind van Morsi snel toeneemt, mede onder invloed van een economische situatie waaraan de Moslim Broederschap geen enkele verbetering heeft aangebracht en die met de dag verslechtert. Eerder zijn er wel tekenen van onenigheid geweest tussen de Broederschap en het leger, onder meer over zaken als het optreden van het Egyptische leger tegen de tunnels aan de grens met Gaza, of aangaande een grensconflict met Sudan, waar een aan de Broederschap verwant bewind de scepter zwaait.
Ook is er traditioneel een flinke afstand tussen het leger dat altijd islamistische invloeden uit zijn gelederen heeft geweerd, en de Broederschap.
De bijeenkomst van donderdag en het vertoon van eenheid dat ermee gepaard ging wijzen er echter op dat beide in ieder geval voor het moment een soort verstandshuwelijk zijn aangegaan. Dat is geen goed nieuws voor de liberale Egyptische oppositie, die een steeds onverzoenlijker oppositie voert tegen de ondemocratische en ineffectieve wijze waarop Morsi regeert en die erop uit is na Mubarak ook dit bewind te laten verdwijnen.
Heba Morayef, de plaatselijke leider van Human Rights Watch, had vrijdag nog om publicatie gevraagd van van het rapport, dat overigens naast misdaden gepleegd door het leger ook over misdaden van de politie spreekt. Na de verklaringen van Sissi en Morsi lijkt publicatie echter hoogst onwaarschijnlijk. Hossam Bahgat, van een andere mensenrechtengroep, The Egyptian Initiative for Personal Rights, zei dat de opdracht voor het rapport was uitgegaan op een moment dat er sprake was van spanningen tussen Morsi en het leger. ‘Maar nu heeft de president het leger kennelijk nodig om zijn regime te kunnen handhaven,’ aldus Bahgat.
De ‘verzoening’ van Morsi met het leger kreeg overigens in de Egyptische kranten, die overwegend nog steeds onder sterke invloed van de staat staan, niet veel aandacht. Daar was meer publiciteit voor het feit dat president Mubarak, wiens proces door het hooggerechtshof terug was verwezen naar een lagere rechter, door deze rechtbank op zijn beurt werd doorverwezen naar een Hof van Appel. De rechter, die al eerder mensen uit de omgeving van Mubarak had vrijgesproken van verantwoordelijkheid voor het veroorzaken van de ‘Slag van de Kamelen’ op het Tahrir-plein, vond zichzelf niet bevoegd om recht te spreken in de zaak van Mubarak, die in wezen voor ongeveer hetzelfde terecht staat.
Reacties (1)
Waren er in de eerste helft van onze 19e eeuw ook geen sterke banden tussen de Anti Revolutionaire Partij en ons leger ?