In aanloop naar de verkiezingen waar dit jaar waarschijnlijk een zeer hoog aantal partijen zullen deelnemen, loopt nu al de discussie hoog op wie er mag aanschuiven bij de verkiezingsdebatten.
Het is soms niet duidelijk wat de criteria zijn die bepalen of een partij net wel of net niet bij de gelukkigen zit. Om die keuze transparant te maken heb ik een model opgesteld op basis van de inbreng van diverse deskundigen.
Het model houdt rekening met het verleden (continuïteit van bestuur is ook relevant), of een partij nu in de regering zit, hoeveel leden een partij heeft (vaste stemmers) en hoe ze er nu voor staan in de peilingen.
Op basis daarvan komt er een rangorde uit. Afhankelijk van hoeveel partijen aan tafel passen, kan men dan zien welke dat zijn.
Reacties (28)
Ik moet een beetje lachen.
Een beetje schuiven met de laatste pollresultaten van Maurice en hoppa, we hebben een “transparante” en “verantwoorde” keuze van wie mag meepraten.
Overigens werkt het niet zo in omroepland en is dat voor een keer misschien ook maar beter.
Een beter idee lijkt mij om alweer Maurice te pollsen om te zien welke tegenstellingen tussen de partijen het grootst zijn en dan juist die twee één-tegen-één een poosje te laten debatteren.
@1 Daarom ook de peilingwijzer gekozen. Die combineert vier peilingen en is daarmee minder gevoelig voor dat soort “manipulatie”.
Maar begrijp ik goed uit jouw opmerking dat je het gewicht dat aan de peilingen gehangen wordt te groot vindt in dit model?
Overigens heb ik niet 1 seconde de illusie gehad dat de omroepen/kranten hier ook maar iets mee zullen doen.
Het is allemaal erg nattevingerwerk en getallenmystiek. Je hebt een lineair model gekozen (die delingen en gewichten zijn gewoon één factor, bv. ledenaantal heeft een gewicht van 0.09 * 1/50000 = 1.8e-6) zonder te verantwoorden waarom alleen deze cijfers van belang zijn en waarom de invloed lineair zou moeten zijn. Zo zijn bv. regeringsdeelname en aantal zetels sterk gecorreleerd en had je net zo goed “gedoogsteun” als factor op kunnen nemen. De gewichten van de historische hoeveelheid zetels is met 0.1, 0.024, 0.003 en 0.001 nogal arbitrair. Als je systematisch wilt zijn, kies dan convolutie (met de tijd). Verder is ledental niet erg informatief omdat veel grote partijen in dezelfde orde van grootte zitten, muv de PVV, en is dus eigenlijk een PVV-factor.
Ik denk niet dat je hier iets nuttigs mee kunt doen behalve een keuze een aura van pseudo-objectiviteit meegeven die alleen maar bedoeld kan zijn om kritiek op een eventuele keuze de mond te snoeren.
@2 niet alleen dat. Ik teken bezwaar aan tegen alle transparante berekeningen die de oude grootheden bevestigen. Klein en nieuw heeft geen schijn van kans.
En wat @3 zegt.
@3: Altijd fijn om een tackle met twee gestrekte benen te lezen in plaats van constructieve kritiek.
Daar doe ik dus even niets mee.
@1 en @3 het is geen schijn van objectiviteit, het IS een objectiviteit en transparantie voor een rangorde. Of je het er mee eens bent of niet, als je op basis van deze lijst een deelname aan debatten opstelt, weet iig iedereen waarom je eventueel buiten de boot valt.
En dan gaat iedereen dus roepen, waarom die vindt dat hij er wel bij zou horen. Kun je je model aanpassen. Alleszins redelijk lijkt me.
De vraag is, of dit model een goed uitgangspunt zou zijn. Daar zou ik dan op antwoorden: ik mis in de Nederlandse context de religieuze affiliatie. Ik zou dus voorstellen een punt toe te kennen voor een religieuze affiliatie. In mijn beleving geldt dan dat SGP en CDA beiden er 1 punt bij zouden krijgen. Dat zou de SGP iets doen stijgen hetgeen de culturele en historische context van Nederland iets recht zou doen.
Merk op dat, als het voor zou komen, polytheïstische affiliatie in mijn model ook maar een punt zou scoren. Een partij die claimt voor alle religies te staan claimt geen punt.
@4: Aha, maar is er dan een factor mee te nemen waardoor klein en nieuw een rol krijgt, mits ze ook in zekere mate kansrijk zijn?
Hoe bepaal je van de 10 tot 15 partijen die straks mee doen die voorheen geen rol speelden welke de beste is?
(Even los van een nieuwkomersdebat).
Aan de andere kant lijkt het me niet eenvoudig om de weersverwachting en een astrologische component in de selectiematrix mee te nemen.
Het fairst zou misschien nog zijn dat de omroep àlle deelnemende partijen door elkaar husselt en in vier of vijf groepen in evenzovele debatuitzendingen tegenover elkaar zet. Zodat het mogelijk is dat ook de Vrouwenpartij of het Forum voor Terrycratie met Rutte mag bekvechten.
Er zijn onzinniger dingen op tv.
@6: Interessant. Waarom juist een punt erbij voor religieuze affiliatie? Wat geeft een partij daarin meer “kans” dan andere partijen? Omdat het een vaste achterban aanspreekt?
Geldt dat dan ook niet voor Humanisme?
Het model van Steeph zal inderdaad bestaande partijen en grote partijen een voordeel geven. Als je het model consequent toepast, dan krijg je zelfs een feedbacklus, waardoor kleine partijen vanzelf verdwijnen. Immers, door de populairste partijen uit te nodigen zijn dat de partijen die het meeste aandacht gaan krijgen. Die aandacht zal zich vertalen in meer kiezers in de peilingen. Als je dan vervolgens van die peilingen blijft uitgaan, dan houd je vanzelf een klein aantal grote partijen over in de peilingen. Op zich is dat wel overzichtelijk voor de kijkers/kiezers, natuurlijk. Maar ik denk dat het een verkeerd beeld geeft van de echte keuzes waar kiezers voor staan.
Neem nu een partij als de Piratenpartij; die zal in dit model nooit ergens mogen aanschuiven. Maar zij geven kiezers wel een paar unieke keuzes, die je bij geen enkele andere partij aantreft. Hetzelfde kan je zeggen voor GeenPeil, eigenlijk. Eigenlijk wil je deze partijen juist in een debat hebben, omdat je dan pas een goed beeld geeft van waar kiezers uit kunnen kiezen. Je moet dus eigenlijk een inhoudelijk criterium bedenken, in plaats van een criterium gebaseerd op peilingen. Daar zijn vast manieren voor te bedenken.
Wat dat betreft, het hangt ook af van het onderwerp van het debat. De Piratenpartij heeft unieke standpunten bij digitale onderwerpen, maar op andere vlakken zijn ze veel minder uitgesproken. Maar stel nu, ik vind klimaatverandering belangrijk. Als ik dan naar Steeph’s top 5 kijk, dan kom ik nogal bedrogen uit. GL, PvdD, D66 … ze spelen geen rol. Of neem een onderwerp als racisme; dan wil je juist Wilders met DENK en Sylvana Simons. Misschien is het wel een goed idee om thema’s te definieren, en per thema te kijken welke partijen de meest uitgesproken standpunten hebben.
@9: Het is een gevoel voor het historische aspect dat religieuze affiliaties mee mogen praten. Nederland is groot geworden met zijn zuilen, religieuze affiliatie-techniek bij uitstek. Dat mag je best nog wel even laten zien.
Kijk, de vraag waarom het precies 1 punt is ongeveer hetzelfde als vragen waarom het aantal zetels in 2006 in jouw oorspronkelijke model door 50 wordt gedeeld en niet door 25. Maar ik kan de vraag wel beantwoorden.
Ik zag dat de SGP eigenlijk buiten de boot valt en dat verbaasde me in de Nederlandse culturele en historische context. Door een punt te geven voor de religieuze affiliatie loste ik volgens mij het probleem op. Voor het CDA bleef de situatie toch ongewijzigd en de rest heeft geen religieuze affiliatie.
En nee, humanisme is geen religieuze affiliatie. En om misverstanden te voorkomen: atheïsme ook niet.
Het geeft een gewicht van ongeveer 3%, net zoveel als de huidige regeringsdeelname. Moet kunnen toch? En als alle partijen, op een paar na, een affiliatie aan de dag leggen dan keer je het systeem om.
Verkiezingsdebatten. Bah. Debatteren is leuk, maar uiteindelijk zijn het wetsvoorstellen en stemgedrag die onze toekomst bepalen. Verkiezingsdebatten laten, net als partijprogramma’s, veel te veel ruimte voor loze woorden en populisme. Sterker nog, het bevordert het gebruik van loze woorden en populisme.
Leugenachtige onbetrouwbare populisten hebben dan ook een onevenredig groot voordeel over eerlijke betrouwbare idealisten in dit soort debatten. De populariteit van dit soort debatten ging dan ook niet voor niets gelijk op met de de toenemende populariteit voor harde rechtse populisten die hun verkiezingsbeloften niet nakomen. Er zou daarom in de media veel meer aandacht moeten komen voor voorlichting over het werkelijke stemgedrag van onze volksvertegenwoordigers.
Sargasso zou geen voorzet moeten doen voor wie er zou mogen deelnemen aan die debatten, maar stelling moeten nemen tegen dit soort populisme aanwakkerende wanvertoningen. Weg met de kijkcijferpolitiek!
@7 diep in je binnenste wil je dat de bewezen historische populariteit van een partij zich uitbetaalt in de rangorde om te mogen meedoen aan de debatten.
Van een veranderaar als jij verbaast me dat hogelijk. Ik had minstens één slinkse methode verwacht om PP in de schijnwerpers te spelen. Je kúnt het! :)
@10: Dat punt snap ik. Maar dan blijft de vraag, hoe kan je van de nieuwkomers bepalen of relevant zijn of niet?
Facebook likes? Twitter volgers?
Ik vraag me af of die TV-debatten uberhaupt iets bijdragen aan de democratie, omdat ze in het beste geval slechts entertainment opleveren (kijken welke politicus de beste one-liners heeft en welke politicus z’n cijfers niet op orde heeft, zodat zo’n debat niets meer is dan een publiekelijk afgenomen tentamen wie z’n lesje het beste geleerd heeft) en in het slechtste geval vanwege de rol van de MSM de democratie fundamenteel corrumperen op een wijze waarvan de Russen nog wat kunnen leren. Zo zijn de laatste verkiezingen door de MSM geframed en dus omgebogen naar een strijd tussen VVD en PvdA en nu lijkt al te zijn besloten dat de strijd in maart die tussen VVD en PVV moet worden. Als de VVD en PVV slim zijn, gaan ze in dat mediaframe mee, want dan hebben ze al bij voorbaat de rest van de partijen buiten spel gezet. Dat is echter fundamenteel ondemocratisch: in een echte democratie worden alle 80 of zo partijen gehoord en een gelijke kans gegeven. Dat lijkt me sowieso moeilijk te bewerkstelligen in een TV-format waarin ook nog ‘gedebatteerd’ zou moeten worden.
@13: Sex sells. Dan moeten de televisiedebatten wel worden gevoerd door de aantrekkelijkste vrouwen op de kieslijsten en dan zouden de partijen er goed aan doen ze ook op verkiesbare plekken te zetten. Met die benadering kun je een ex-fotomodel (PP!) niet passeren. ;)
Eigenlijk is dit idee nog niet eens zo bizar. Vrouwen vormen de helft van het electoraat en ik ken er genoeg die altijd een vrouw zullen aankruisen omdat ze er voor willen waken om op een haantje te stemmen.
En je voorkomt dat een lijsttrekker iets in de trant van ‘u kijkt zo lief’ zegt…
@6: @1 en @3 het is geen schijn van objectiviteit, het IS een objectiviteit en transparantie voor een rangorde.
Net zo objectief als wanneer de eindredacteur van de NOS de lijst opstelt. De gekozen criteria en gewichten zijn arbitrair. Ik kan zo goed als elke gewenste volgorde uit laten komen (binnen bepaalde grenzen: het wordt lastig om er iets specifieks als bv. CDA-VNL-D66-PP-PVV uit te laten komen).
@3: Daar doe ik dus even niets mee.
Tsja.
@14: De vraag is natuurlijk waarom je uberhaupt een kwantitatief criterium zou willen gebruiken. Wat is er mis met wat ouderwetse kwalitatieve analyse ?
Die kwestie is niet zo moeilijk. Wordt koning van de peilingen! Zie Fortuyn: 0 zetels in de kamer en de hoofdrolspeler in de debatten. Hij werd zelfs op basis van de peilingen dermate serieus genomen dat het de moeite waard was om hem te vermoorden.
Ja, peilingen zijn palingen. Virtuele winst, dagkoersen en noem de kreten maar op. Maar peilingen geven de desbetreffende politici ook vleugels. In theorie zijn Wilders en Roemer even belangrijk. Maar Wilders leidt in de peilingen waar Roemer op het niveau Krol zit.
@18: Omdat het vermoeden is dat de keuze eerder door kijkcijfers bepaald wordt dan door een kwalitatieve analyse.
Daarnaast hebben de debatten een belangrijke rol in een van de aspecten van de democratie. Daar ligt dus ook een verantwoordelijkheid om zorgvuldig te zijn.
Alle andere factoren dan prognose en huidige aantal zetels hebben dusdanig weinig gewicht dat je ze net zo goed kan weglaten. Ze lijken vooral meegenomen om het model meer sier te geven.
@20: Met keuze bedoel je de stemkeuze van kiezers, neem ik aan ? Maar dat is toch juist een reden om niet naar kwantitatieve criteria te kijken ? Zoals ik in #10 uitleg, als je dat doet krijg je een feedbacklus waardoor nieuwe en kleine partijen verdwijnen en de gevestigde partijen alle aandacht gaan krijgen.
Ik ben het helemaal met je eens dat debatten belanrijk zijn en dat je ze daarom zorgvuldig moet opzetten, maar dat betekent volgens mij juist dat je kiezers laat zien welke keuzes ze hebben. Je hoeft ze echt niet te laten zien wie er voorstaat in de peilingen, wat mij betreft, want dat is eigenlijk desinformatie als je je stemkeuze aan het bepalen bent.
@11: :-) Oorspronkelijk was het 30 voor 2006 en 20 voor 2010. Het model was op twitter al door een molen heen gegaan. Men vond dat in ieder geval te zwaar, vandaar 50 en 30.
Ik snap je punt. En door je uitwerking zie ik dat ik de bepaling van het gewicht verkeerd heb uitgedrukt. Dat gaat over gemiddelde, niet over maximumscore. Dan zou het 7% zijn.
@22: Nee, de keuze van de redacties wie ze uitnodigen voor de debatten.
En uiteraard zit er een bepaalde feedbackloop in.
Maar hoe die minder sterk te maken, en minder afhankelijk van de waan van de dag, en ook nog recht te doen aan serieuze nieuwkomers, dat is de vraag.
Vooral dat nieuwkomersstuk kan ik hier nog niet goed in vangen.
Belangrijker: Wie gaan er kijken?
@24: Nee, want van een nieuwkomer heb je simpelweg veel minder gegevens dan van een gevestigde partij. Daardoor zul je ze heel moeilijk in een kwantitatief model kunnen vangen. Een keuze voor kwantitatieve criteraria is bijna identiek aan een keuze voor uitsluiting van nieuwe en kleine partijen.
Wat dat betreft: misschien moet je beginnen met inventariseren welke gegevens je wel hebt voor alle partijen die meedoen, en op basis van die gegevens je criteria bepalen. Dat betekent inderdaad dat je verkiezingsuitslagen en stemgedrag niet kunt gebruiken, maar het zorgt er wel voor dat alle partijen een eerlijke kans krijgen.
Maar ik denk dat dit sowieso de verkeerde aanpak is. In 2010 had Buitenhof een mooi format. Daarbij werden enkele experts op een bepaald gebied uitgenodigd om met een enkele politicus (die zich op dat gebied profileerde) in debat te gaan. Elke week een ander thema, andere experts, en natuurlijk een andere politicus.Het waren zeer inzichtelijke gesprekken. Aan de ene kant kreeg een politicus eindelijk de ruimte om zijn ideeen uit te werken, terwijl aan de andere kant experts onzin meteen konden weerleggen. In 2012 heb ik dit helaas niet meer gezien, maar het was de meest inzichtelijke electorale televisie die ik gezien heb.
Ik denk dus, dat het veel beter zou werken als je de debatten inderdaad kunt onderverdelen in thema’s. Ik zou dan twee of drie politici nemen, vooral niet meer, zodat het debat overzichtelijk blijft. Je kan voor elke onderwerp wel twee extreme en een gemiddelde positie vinden, volgens mij. Daarbij zet je enkele experts; deze kunnen de onderwerpen inleiden en ervoor zorgen dat de inhoud op niveau blijft. Op die manier kan je het voor de kiezer heel erg duidelijk maken wat er speelt in dit thema, en waar ze eigenlijk uit kunnen kiezen wat dit thema betreft.
Maar goed, het zullen wel weer de gebruikelijke Idols-achtige shows worden, vrees ik …
Eigenlijk zou je minpunten in rekening moeten brengen voor partijen die ‘al in de debat’ zijn geweest en zo gaandeweg de kans dat kleine partijen mogen deelnemen verhogen. Maar ja organiseer dat maar eens ^^.
Of bij elk debat naar de ‘eredivisie’ ook een kandidaat ook de ‘eerste divisie’ laten plaatsnemen.
@27: Ha, dat is een leuke! Aftrek voor wie al geweest is. Ga ik even op kauwen.