COLUMN - De Amerikaanse schrijver Upton Sinclair verzuchtte ooit dat “It’s hard to get a man to understand something, when his salary depends on his not understanding it.” Inderdaad steken mensen vaak hun hoofd in het zand als het gaat om de impact van hun acties voor anderen.
Zo weten we bijvoorbeeld allemaal wel dat er nadelen zitten aan het consumeren van goedkoop vlees, voor het klimaat en dierenwelzijn. Maar omdat we graag vlees eten en niet teveel willen betalen kijken we de andere kant op. De film “The Big Short” illustreert soortgelijke neigingen in de financiële crisis. Bankiers en investeerders profiteerden van de handel in onbetrouwbare hypotheken, en zagen verder geen reden voor diepgaand onderzoek.
Dat financiële prikkels “gewilde onwetendheid” kunnen opleveren is ook in het laboratorium bewezen. In een onder afgebeeld experiment door moest een participant (afgebeeld in het blauw), geld verdelen tussen zich zelf en een andere, passieve deelnemer (in het rood). In de linker situatie is de keuze eenvoudig: optie A levert beide deelnemers meer op dan optie B. In het rechter geval is de keuze lastiger: optie B is egalitairder en heeft een hoger totaalbedrag, maar kost de blauwe speler wel 1 dollar ten opzichte van optie A. Het bleek dat ongeveer driekwart van de blauwe deelnemers bereid was om dat offer te maken.
De crux van het experiment zat in een andere conditie. Daarin vertelden de onderzoekers de proefpersonen niet in welke van de twee situatie ze zich bevonden. De blauwe speler kon daar echter met een muisklik op de knop “Reveal Game” kosteloos achter komen. Een buitenkansje zou je denken, aangezien driekwart van de deelnemers verschillende keuzes maakten in de twee situaties. Maar nee: bijna de helft van de deelnemers kozen er voor om onwetend te blijven, en kozen vervolgens de optie die hen het meest opleverde (A), met slechte gevolgen voor de rode deelnemer.
In een net gepubliceerd onderzoek verklaren mijn co-auteur en ik dit fenomeen als volgt: veel mensen staan niet graag geld af, maar willen ook niet aan zichzelf en anderen toegeven dat ze zelfzuchtig zijn. Onwetendheid is een strategie om niet te hoeven laten zien hoe je zou hebben gekozen in moeilijke situaties, zoals het rechter spelletje in het experiment. Een keuze voor onwetendheid is weliswaar ook niet zo’n fraai signaal, maar in ieder geval vermijd je daarmee een directere confrontatie met je innerlijke motieven.
Om die strategische waarde van onwetendheid te testen deden we een aantal vervolgexperimenten. Ten eerste repliceerden we het originele experiment, waarbij we in onze eigen steekproef zelfs 60% onwetendheid vonden. Daarna onderstreepten we de weerstand tegen informatie, door te laten zien dat 46% van de mensen zelfs niet tegen een kleine beloning op de knop “Reveal Game” wilden drukken.
Vervolgens vroegen we een groep deelnemers om voor beide situaties in het experiment een keus te maken. Pas daarna konden ze op de knop “Reveal Game” drukken. Drie kwart van de deelnemers drukte nu wel op de knop; omdat ze nu toch al het achterste van hun tong hadden zien had onwetendheid geen functie meer. Met andere woorden: mensen wilden meer informatie over keuzes die ze al gemaakt hadden, dan over keuzes die ze nog moesten maken. Dat is natuurlijk geen constructieve houding als je de voor- en nadelen van je eigen toekomstige gedrag wilt afwegen.
Zoals Upton Sinclair al aangaf is onze onwetendheid dus vaak een keuze. Ter bescherming van ons zelfbeeld laten we onwelkome informatie over de slachtoffers van ons gedrag liever onder het tapijt liggen. Een dramatische verbetering in ons begrip valt niet te verwachten totdat het ons wat oplevert.