Gisteren, 19 april, was het holocaust dag (Yom Hashoa), een dag die Israel heeft ingesteld voor de herdenking van de slachtoffers van de nazi-vernietiging. Meestal sla ik die dag over, omdat ik een bezoek aan de jaarlijks Auschwitz herdenking of een bezoek op 4 mei aan de Hollandsche Schouwburg wel genoeg vind. Ik ben vóór holocaust herdenkingen, dat wel, maar toch ook erg tegen een overkill eraan, aanhanger als ik ben van de school van Norman Finkelstein, die het boek ‘De Holocaust industrie’ schreef als aanklacht tegen de manier waarop de herdenking van dit verleden tot een politiek wapen is gesmeed.
Maar gisteren was anders.
Een paar maanden geleden werd ik benaderd door Wolter Noordman, inwoner van Heerde (bij Zwolle), die in zijn vrije tijd een productief amateur-historicus is en meerdere boeken over vergeten episodes uit de Tweede Wereldoorlog op zijn naam heeft. Hij was mij op het spoor gekomen via het Digitaal Monument, waar ik wel eens een email heen gestuurd had en vroeg of ik inlichtingen kon verschaffen over ene Eduard Maurice Hijmans, die in de gemeente Heerde in een een inrichting had gezeten. Noordman wilde dat weten in het kader van een onderzoek naar het lot van zes Joodse patiënten van deze inrichting die waarschijnlijk alle zes in nazi-kampen waren vermoord.
Ik was me van het bestaan van deze Eduard Hijmans nooit zo bewust geweest. Maar een blik op de familiepapieren in mijn bezit leerde wie hij was: een achter-achterneef van me via de kant van zijn vader die geneesheer directeur was geweest van het ziekenhuis Bronovo in Den Haag. Maar bovendien ook nog eens een achterneef via zijn grootmoeder, Johanna Kann, die van zichzelf ook een Hijmans was. Met mijn hulp wist Noordman naaste familie van hem op te sporen, het verhaal compleet te krijgen en zelfs foto’s boven water te krijgen. (zie bijvoorbeeld hiernaast). Eduard Hijmans had van jongs af aan geleden aan epilepsie en was ook mentaal niet 100% procent geweest. Hij was inderdaad in 1943 naar Auschwitz gedeporteerd en daar onmiddellijk na aankomst vergast.
Om een lang verhaal kort te maken: een gevolg van het speuren van Wolter Noordman, en van een daaropvolgend initiatief van de ‘Heerder Historische Vereniging’ waar hij lid van is, was dat ik op deze Yom Hashoa 2012, met andere genodigden en leden van de joodse gemeente Zwolle, de gast was van de gemeente Heerde. En wel om een verzuim uit het verleden goed te maken. Heerde had namelijk al lang een gedenkplaat voor de ‘gevallenen’ van 1940-45, maar eerder had niemand ooit gedacht aan die zes Joodse patiënten van de inrichting De Dreef, die toch ook burger van de gemeente waren geweest. Zij kregen gisteren hun eigen plaquette.
Het was een simpele plechtigheid, burgemeester mevrouw Pijnenburg-Adriaenssen hield een speech waarin ze – tot mijn vreugde – aangaf dat herdenken onder meer dient als waarschuwing dat het weer kan gebeuren en dan ook anderen kan treffen. H.J. Swarttouw, kleinzoon van een broer van Edu Hijmans, sprak, en Ben Ketelaar hield een toespraak namens de joodse gemeente Zwolle.
Ik vond het een memorabele bijeenkomst. Om meer dan één reden. Omdat de gemeente Heerde de moeite had genomen voor deze herdenking en daarvoor, kennelijk in samenspraak met de joodse gemeente Zwolle, deze dag had uitgezocht. Omdat Wolter Noordman een nieuw klein stukje vergeten tragiek van de holocaust had opgediept, dat omdat het ineens zo dichtbij kwam als het ware een nieuw licht wierp op het menselijk lijden dat ermee gemoeid was. Door de confrontatie met deze voor mij onbekende familiegeschiedenis en door het zien van de foto met toch ook wel herkenbare familietrekken kreeg het lot van deze zes kwetsbare mensen die ten onder zijn gegaan in de nazi-vernietigingsmachine ineens een soort extra emotionele dimensie.
De confrontatie met deze onbekende familie-geschiedenis had trouwens ook een aangename kant. Ineens heb ik er nu een achterneef bij van wie ik het bestaan nooit had geweten, en met wie ik hier dus kennismaakte: Henk Swarttouw, die over een paar maanden naar Helsinki vertrekt als ambassadeur. Aan hem dank ik de foto’s bij dit stukje.
Reacties (2)
Een mooi stuk, correctie, een prachtig ingetogen stuk. Dank Abu.
Wat Frank zegt.