Israëls geheime wapen: taal
De genocide in Gaza gaat gewoon door, ondanks dat er een ‘wapenstilstand’ is. Israël blijft aanvallen, maar met een verschil: de aanvallen heten nu volgens Israël ‘antiterreuroperaties’. Een manier van praten die maar al te gemakkelijk wordt overgenomen door westerse media. Zo wordt maar weer eens pijnlijk duidelijk hoe ook taal een wapen is in het conflict, en dat dat wapen vaak in één richting schiet. Want als Palestijnen weerstand bieden tegen zo’n operatie heet dat ‘een inbreuk op het bestand’ en gebruikt Israël het als excuus om te reageren met bombardementen, sorry, nieuwe ‘antiterreuroperaties’ op totaal ongerelateerde doelen waarbij honderden mensen omkomen, en waarschuwt dat ‘verdere inbreuken niet worden getolereerd’.
Dit is niet nieuw, wie het nieuws volgt, ziet het al langer. Bijvoorbeeld bij een kop als: “Israëlische gijzelaars vrijgelaten, Palestijnse gevangenen uitgewisseld.” Dat lijkt neutraal, maar dat is het niet.
Een gijzelaar is iemand die onschuldig vastzit, iemand die onterecht wordt vastgehouden door barbaren. Een gevangene daarentegen, dat is iemand die ‘iets’ heeft gedaan. Een verdachte, een misdadiger, of minstens iemand die door een rechter is veroordeeld. Maar de Palestijnse gevangenen waar hier over gesproken wordt, zijn in veel gevallen nooit aangeklaagd, laat staan berecht. Kinderen van dertien, jongeren die een spandoek vasthielden, vrouwen die bij een checkpoint werden opgepakt omdat ze de verkeerde achternaam hadden. Toch noemt het journaal hen gevangenen, alsof het allemaal keurig volgens het recht is verlopen.