De premier die op de verkeerde plek was
Er zijn momenten waarop symboliek meer zegt dan duizend regeringsverklaringen. ‘Premier van alle Nederlanders’ Dick Schoof zat zondag in Amsterdam, bij de herdenking van de 7-oktoberaanslag van Hamas. Op hetzelfde moment dat op een paar honderd meter meer dan een kwart miljoen mensen demonstreerden tegen de genocide die Israël sindsdien in Gaza heeft aangericht, met deze gebeurtenis als rechtvaardiging.
Het was niet zo maar een herdenking. Hij zat in het publiek in een zaal waar de vlag van genocide-Israël gebroederlijk naast die van Nederland hing, terwijl de Israëlische ambassadeur het woord voerde. Niet met een boodschap van vrede, maar met een propagandapraatje dat de aanval van Hamas gebruikte als vrijbrief voor twee jaar van moord en vernietiging. Hij koppelde opnieuw de Holocaust en het jodendom aan de staat Israël, met de impliciete boodschap dat kritiek op Israël automatisch antisemitisme is. En de premier luisterde beleefd, als een man die niet wist dat stilte in zo’n context instemming betekent. Terwijl buiten Nederlanders van alle achtergronden en leeftijden riepen om een einde aan het bloedvergieten, zat de premier binnen in een zorgvuldig geregisseerde herdenking die elke verwijzing naar Palestijns leed bewust vermeed.
Schoof, oud-topman van de veiligheidsdiensten, weet beter dan wie ook hoe macht en framing werken. Hij weet dat als hij daar zit hij zegt dat Nederland solidair is met Israël, en dat dat geen diplomatieke formaliteit is maar een politiek signaal. Hij weet dat wie blijft zitten terwijl propaganda wordt uitgesproken, meepraat zonder woorden.