Het CJO als onbedoelde sponsor van antisemitisme?
Het Centraal Joods Overleg stapte gisteren tevergeefs naar de rechter om een optreden van punkband Bob Vylan tegen te houden. Reden: de band zou in Paradiso leuzen als “dood aan de IDF” en, nog gevaarlijker, “fuck de zionisten, vind ze op straat.” geroepen hebben. Het CJO ziet hierin een oproep tot pogroms en wil daarom dat de tournee strandt.
Laten we helder zijn: zo’n uitspraak is levensgevaarlijk. “Zionisten” zijn geen herkenbare club met een ledenkaart om hun nek. Op straat is er geen badge die aangeeft of iemand zionist is of niet. In de praktijk is dit soort retoriek een sluiproute: “zionist” wordt de proxy voor “jood”. En daarmee komt de oude antisemitische logica terug. Wie zegt dat er gejaagd moet worden op zionisten in de straten van Amsterdam, legt een gevaarlijk lijntje terug naar de jacht op joden van een paar generaties geleden. [update: hier meer over wat daadwerkelijk gezegd is]
Maar wat doet het CJO? In plaats van dat gevaar te ontmaskeren en het onderscheid tussen kritiek op Israël en haat tegen Joden scherp te bewaken, kiest het CJO er voor om als Joodse organisatie op de bres te springen voor zionisten, in de hedendaagse betekenis dus: voor de staat Israël. Daarmee doet het eigenlijk precies hetzelfde: Israël en Joden worden in de ogen van het publiek gelijkgeschakeld. Waar Bob Vylan er ‘slechts’ van beschuldigd wordt “zionist” als codewoord voor “jood” te gebruiken, doet het CJO dat zelf zeker wel, en plaatst zo een dikke stempel “Israël” op de rug van iedere Joodse Nederlander door hun belangen aan elkaar te koppelen.