Elke journalist ziet en hoort te veel in Gaza
Afgelopen zondagavond 10 augustus 2025, 23:35 lokale tijd, vloog er boven het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza een Israëlische drone. Onder de tentdoeken bij de ingang zaten verslaggevers te werken, verbonden aan Al Jazeera en lokale nieuwsdiensten. Daar werd Anas Al-Sharif, een 28-jarige journalist die de oorlog sinds het begin van dichtbij had gedocumenteerd, geraakt door een raket. Hij stierf samen met vier collega’s en twee anderen, onder wie zijn neef. Enkele minuten eerder had hij op X geschreven: “If these words reach you, Israel has succeeded in killing me and silencing my voice.”
Israël verklaarde later dat hij in werkelijkheid een Hamas-commandant was, betrokken bij raketaanvallen. Bewijs? Geen. Onafhankelijke verificatie? Afwezig. Het enige dat werd geleverd was een herhaling van een bekend script: dood een journalist, noem deze daarna een Hamas-strijder of -sympathisant, en vertrouw erop dat de internationale verontwaardiging wegslijt tussen de volgende nieuwsberichten over “veiligheidsoperaties” en “doelgerichte acties”, eh sorry, moordpartijen.
Wie de afgelopen jaren heeft opgelet, kent dit draaiboek. Van Shireen Abu Akleh tot de tientallen lokale verslaggevers die sinds 2023 in Gaza zijn omgekomen: het verhaal is altijd hetzelfde. Een kogel, een raket, een droneaanval. Daarna volgt de verklaring dat het doelwit “geen echte journalist” was. Soms wordt er een wazige foto of vaag document getoond, soms zelfs dat niet. Bijna nooit wordt er hard bewijs overlegd. En bijna altijd blijkt later uit onafhankelijke onderzoeken dat de claims niet of nauwelijks standhouden.