De oorlog die maar niet te winnen is: IDF vs. het spook van Hamas
Het is inmiddels ruim negen maanden geleden dat de Israëlische krijgsmacht (IDF) zijn militaire operaties in Gaza intensiveerde met het uitgesproken doel: Hamas uitschakelen. En wat hebben we tot nu toe geleerd? Dat het misschien makkelijker is om een stad steen voor steen te vernietigen dan een idee uit te roeien. Gaza is grotendeels veranderd in een maanlandschap, maar het IDF weet het zeker: de overwinning is nabij. Alleen nog even dit ziekenhuis, die school, dat vluchtelingenkamp of dat waterpunt bombarderen.
Ondanks dat experts zeggen dat Hamas militair inmiddels eigenlijk niet meer bestaat trekt Israël nog steeds alles uit de kast om dat spook aan te vallen. Straaljagers, tanks, cyberoorlogsvoering, psychologische operaties, witte fosfor, de menukaart van een hypermoderne ‘democratie’ in ‘oorlog’. Maar Hamas? Bestaat nog steeds. Of beter gezegd: blijft altijd bestaan.
En daar begint het ongemakkelijke deel van het gesprek. Want als een van de best gefinancierde en best getrainde legers ter wereld er maanden over doet om een niet-statelijke actor met zeer beperkte middelen uit te schakelen, wie is er dan precies incompetent?
Misschien is het de beruchte asymmetrie van de oorlog: Hamas hoeft alleen maar te overleven om te winnen. Israël moet alles vernietigen om niet te verliezen. Spoiler: dat lukt dus niet. Je kunt een stad met bulldozers platwalsen, maar je krijgt die ene man met een raketbuis in een tunnel niet te pakken. En zelfs als je hem te pakken krijgt, staat er twee dagen later een andere in zijn plaats, met meer haat, minder scrupules en betere social media-skills.