Deze superzomer kan niet zonder vrijwilligers

Zijn vrijwilligers deze (super)zomer waterdragers? Blijven ze met lege handen achter? De super sport- en cultuurzomer met vanwege de coronacrisis uitgestelde evenementen als het Eurovisie Songfestival, de Olympische Spelen en het EK-voetbal in een ander licht bezien.

Deze zomer wordt een super sport- en cultuurzomer. Na lang wachten kunnen we eindelijk ons huis uit en genieten van mooie sport, cultuur en muziekevenementen. Veel van deze evenementen kunnen niet zonder vrijwilligers. Krijgen de vrijwilligers de eer, plaats en waardering die zij verdienen of verdwalen ze in de turbulentie van de evenementen en staan ze ook deze zomer na afloop met lege handen? Blijven vrijwilligers waterdragers?

Investeerders of sprinkhanen?

Al jaren woedt de discussie over maatschappelijk nut en noodzaak van grote en supergrote sport- en cultuurevenementen. Deze zomer zien we een concentratie door de uitgestelde evenementen vanwege de coronacrisis, zoals het Eurovisie Songfestival, de Olympische Spelen, EK-voetbal, et cetera. Zijn deze mega-events die van stad naar stad en van land naar land trekken de investeringsmagneten die de lokale economie en samenleving stimuleren (zo wordt het verkocht), of zijn het sprinkhanen die steden en landen leegzuigen, de voedingsbodem voor lokale events en gemeenschappen verschralen, burgers verdwaasd achterlaten en daarna verder trekken op onze planeet?

In Nederland wordt van oudsher al veel vrijwilligerswerk gedaan, bij sportverenigingen, in de kerk, bij actiegroepen, muziek- en cultuurverenigingen en bij buurt- en wijkorganisaties. Vrijwilligers zijn doorgaans bescheiden en zetten zich met hart en ziel belangeloos in voor de gemeenschap. Je doet het bijna altijd bij een vereniging of stichting. Veelal lokaal, zelden of nooit bij een mega-evenement of bedrijf. Daar lijkt verandering in te zijn gekomen.

Bij grote evenementen groeit de laatste decennia het aantal vrijwilligers. Bij de wereldwijde mega-evenementen wordt in alle landen gepronkt met het aantal meewerkende vrijwilligers. Olympische spelen zijn groot inzetters van vrijwilligers (Atlanta: 78.000; Sydney: 75.000; Londen: 70.000; Beijing: 100.000). Indrukwekkende getallen en op het eerste gezicht een goede zaak, maar is dit ook zo?

Vrijwilligers zijn soms waterdragers

Zonder vrijwilligers zouden deze mega-evenementen niet georganiseerd kunnen worden, zoveel is wel duidelijk. Ook duidelijk is dat met de evenementen flinke budgetten gemoeid zijn én dat er soms forse winsten geboekt worden door hoge entreegelden, tv-rechten en sponsoring. Enkele betrokkenen (sporters, artiesten, bestuurders, organisatoren) verdienen veel en veel betrokkenen, waaronder vrijwilligers, verdienen weinig tot niks. Soms ontbreekt het zelfs aan vergoeding van gemaakte kosten voor de vrijwilligers. De vrijwilligers zijn in deze de spreekwoordelijke waterdragers. Overigens, als vrijwilligers daar om hun moverende redenen vrijwillig voor kiezen zijn wij de laatsten om ze dat te verbieden, maar toch.

Kan of moet het werk van de vrijwilliger bij de mega-evenementen betaald gedaan worden? Verricht de vrijwilliger additioneel werk dat niet door betaalde mensen gedaan kan worden? Een van de criteria bij de beoordeling van deze vragen was en is het verdringingsprincipe. Maar wie doet deze beoordeling? Ooit, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, bestond er een commissie die dit bekeek. Van deze commissie wordt al decennia niets meer vernomen.

Zoet en zout mengt lastig

Nu in onze samenleving nadrukkelijker de vrijwilligerskaart gespeeld wordt, is een herdefiniëring van de verhouding tussen onbetaald en betaald werk op zijn plaats. Immers, in twaalf tot vijftien procent van de in Nederland ingeschreven organisaties (profit en non-profit) wordt vrijwilligerswerk verricht. Naast profit- en non-profitorganisaties ontstaat een derde type, de not-for-profitorganisaties, zoals sociale ondernemingen. Een heldere positionering van onbetaald en betaald werk is dan serieus aan de orde.

Daarbij speelt ook nog een rol dat onbetaald en betaald werk zijn als zoet en zout water, hetzelfde en toch anders. Zonder wrijving en roeren mengt het niet. Onbetaald en betaald werk blijkt lastig te mengen en menging levert gedoe op. Maar dat het niet goed mengt, biedt misschien wel de oplossing: sommige vissen gedijen nu eenmaal goed in zoet en andere in zout water. Of in andere woorden: sommige werkzaamheden kunnen beter door het zoet en anderen door het zout gedaan worden.

Er is dus werk aan de winkel voor deze (slapende) commissie. Of nog beter: geef het vrijwilligersleven een plaats in de Sociale Economische Raad (SER) naast werkgevers, werknemers en overheid.

Verschraling van menselijke energie voorkomen

Na de afschaffing van de 48-urige werkweek in de jaren zestig van de vorige eeuw, de stormachtige ontwikkeling in deze eeuw van de flexibele arbeidsmarkt, het flexibel werken, de belevingsindustrie (recreatie) en het ontstaan van not-for-profitorganisaties is het tijd voor bezinning. Laten we verschraling van menselijke energie voorkomen door het verschil en samengaan van onbetaald en betaald werk te herdefiniëren. Wat kan en moet betaald worden en wat juist niet? Wanneer gebruiken we het zoet en wanneer het zout?


Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Jan de Rond is sociaal makelaar bij Lokale Goededoelengids NL
. Lucas Meijs is hoogleraar strategische filantropie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Reacties (10)

#1 Co Stuifbergen

Ik denk dat dit artikeltje geschreven is toen het demissionaire kabinet nog in de jubelstemming was.

  • Volgende discussie
#1.1 beugwant - Reactie op #1

Het speelt echter al veel langer. Kleine lokale organisaties zoals de voetbalclub, de herremenie en de sjöt kampen met een tekort aan vrijwilligers, mede omdat de jongere internetgeneraties zich liever afficheren met iets dat bovenregionaal uitstraalt en meer in hun leefwereld past. Fantaseren over backstagetoegang bij Lowlands (zo beperkt die ook is) spreekt meer tot hun verbeelding dan een extra consumtpiebon van St.Caelilia.
Alles moest alsmaar groter: het is een trend die nodig gekeerd mag worden. Want wie verder kijkt, ontdekt dat die waterdragers een windhandel helpen. Er gaan inderdaad kapitalen in om, niet in het laatst omdat ook (lokale) overheden zich zo gek laten maken om met de meest uitzinnige bidbooks te komen. En dan de bizarre eisen: Dat een cafeetje om de hoek van het stadion het uithangbord van zijn brouwer even moet weghalen, omdat die niet de sponsor van het mega-evenement is. Dat een slager juridisch gedonder krijgt als hij vijf worsten als de olympische ringen in zijn raam heeft hangen. En elke keer als er achteraf de rekening wordt opgemaakt, valt dat ‘op de kaart zetten’ vies tegen en heeft het vooral veel geld en ongemak gekost. Maar de karavaan heeft de poet binnen en trekt verder.

Wat die hybridisering betreft: ik heb meermaals de ervaring gehad, dat onbetaalde krachten amper worden gehoord en al helemaal niet serieus worden genomen. Pas als je geld kost willen ze naar je luisteren en dan dondert het niet of je dan bazelt.
Daarbij genereert het feit dat de onbetaalde vrijwilliger en de betaalde kracht soms vrijwel hetzelfde werk doen op zijn minst wat wrijving. Ik weet nog dat een oudere vrijwilliger in de jaren ’80 zo’n beetje het hele jongerencentrum draaiende hield, en op gegeven moment is hij in staking gegaan teneinde een betaalde baan te krijgen. Wat ‘m overigens gelukt is.

#1.2 Co Stuifbergen - Reactie op #1.1

Eigenlijk zou niemand vrijwilliger moeten worden bij een organisatie waar een ander te veel betaald wordt. Behalve als je er 100% lol in hebt.

Ik ben vrijwilliger geweest bij het Oerol festival in het verleden, en achteraf denk ik “was ik wel goed verzekerd toen ik hielp een circustent af te breken?”. Er waren onderdelen die we met 6 personen droegen. Voor de helft waren we slappe studentjes, maar dan nog moest het niet toevallig op iemands voet vallen.

Bij jongleerfestivals in Nederland ben ik graag vrijwilliger, maar ik weet dat de organisators ook vrijwilligers zijn.

#2 Joop

Weet u wat erg is? Bij een evenement zeggen dat bijstandsgerechtigden die meedoen meer kans op werk krijgen. Organisaties met betaalde krachten bezig. Blijkt achteraf totaal niet te werken. Nauwelijks iemand uit de bijstand. Wel een dure organisatie opgezet. Gemeente geeft nauwelijks antwoorden op vragen hierover.

Waar? Gemeente Leeuwarden. Culturele hoofdstad 2018.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Frank789

We hebben trouwens ook een overheid die de import van exotische planten en dieren geen strobreed in de weg legt, vervolgens waarschuwingen dat het fout gaat lopen steevast negeert, om uiteindelijk permanent vrijwilligers in te zetten omdat het probleem compleet uit de hand is gelopen en niet meer omkeerbaar is*.

https://nos.nl/artikel/2388454-overlast-door-woekerende-reuzenberenklauw-we-doen-wat-we-kunnen
https://www.nhnieuws.nl/nieuws/257214/vrijwilligers-strijden-tegen-terroristenplant-japanse-duizendknoop
https://nos.nl/artikel/2388985-11-000-amerikaanse-rivierkreeften-gevangen-in-een-vijver-in-ede

* P.S. dit gaat niet eens over Covid-19

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3.1 beugwant - Reactie op #3

Een jaar of wat geleden was er toch ook een calamiteit, waarbij de betreffende minister wel even kwam kijken, maar niet uit de auto kwam? Waardoor de opruimende vrijwilligers zich ook begonnen af te vragen wat die man wel wist en zij niet en waar zij aan werden blootgesteld.

#3.2 P.J. Cokema - Reactie op #3.1

Kik eens hier, ik ben niet te beroerd om met de aanwijzingen van een reageerder zelf even op te zoeken waar hij/zij op doelt. Meestal ben ik er dan ook binnen een half uur achter. Maar wat ik ook probeer, tot op dit moment nog niks gevonden. Dus beugwant, welke calamiteit bedoel je en om welke minister gaat het?

#4 beugwant

Als ik het preciezer wist, had ik wel man en paard genoemd. Voor mijn gevoel ergens tussen Utrecht en Rotterdam en er was bij een bedrijf iets gelekt. Maar was het twee jaar geleden? Drie? Vijf?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4.2 beugwant - Reactie op #4.1

Inderdaad: de brand bij ChemiePack in Moerdijk, met Opstelten en Schippers.