Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Twee agenten van bureau Warmoesstraat liepen op de Sint Olofspoort in Amsterdam te surveilleren, toen ze uit het café Caribian Nights, een bekende verzamelplaats van dealers in harddrugs, een donkere man zagen komen. Op het moment dat de man agenten zag, rende hij hard weg. De agenten gingen erachteraan en kregen hem te pakken. De man wilde zich niet legitimeren. In zijn jaszak hield hij angstvallig iets verborgen. “Je hebt zeker drugs bij je, he?” zei de agent en hij pakte hem beet om te kijken wat hij daar in zijn zak had. De man verzette zich hevig, waarbij hij de agent in diens pols beet. Al snel bleek dat de agent gelijk had, de man had inderdaad heroïne in z’n zak. Hij werd gearresteerd.

De drugsdealer liep een tijdje later met een brede grijns de rechtzaal uit, terwijl de twee agenten met gebogen hoofd de zijuitgang moesten nemen. De man was namelijk vrijgesproken. Waarom? Omdat de agenten hem niet hadden mogen aanhouden. Het feit dat hij uit een dealerscafé kwam, op de vlucht sloeg, duidelijk iets in zijn jaszak verborgen hield en zich hevig verzette toen de politie hem vroeg wat er aan de hand was, was volgens de rechter voor de politie nog geen reden om in ’s mans zak te kijken. Nu ze dat wel hadden gedaan, werd de gevonden heroïne als onrechtmatig verkregen bewijs terzijde geschoven en de man werd vrijgesproken. Hij zal vast schadevergoeding hebben geëist en gekregen. Deze uitspraak, kenmerkend voor de jaren zeventig, werd bekend als de “hollende kleurling” (Hof A’dam, NJ1978, 601).

In die tijd was het ook ondenkbaar dat de opgaven van uitkeringsgerechtigden werden gecontroleerd door de Sociale Dienst. Iedereen had recht op een uitkering. Controleren of men terecht zijn hand ophield werd beschouwd als je reinste nazi-mentaliteit.

De tijden zijn veranderd. Onlangs heeft de Sociale Dienst van Rotterdam eens een middagje gepost bij de eigen brievenbus. Wat bleek? Diverse steuntrekkers kwamen in een luxe automobiel aangereden om hun nieuwe aanvraag voor de uitkering bij de Soos in de bus te gooien. Wie had dat nou ooit gedacht?

Ik dacht echt dat al die twintigers met honkbalpetjes die in dikke cabrio’s en belachelijk dure bolides de hele dag heen en weer rijden op de West-Kruiskade gewoon de hoofdprijs hadden gewonnen in de loterij of zo…

0

Reacties (7)

#1 rudy

toen ik hier nog maar net bij de sociale dienst werkte zag ik in een oud dossier een brief uit eind jaren ’70 waarin de maandelijkse inkomstenverklaring werd aangekondigd. ik wist niet beter dan dat die er altijd al waren geweest, maar blijkbaar niet. de brief was helemaal in de stijl van ‘we willen dit niet, maar we moeten wel’, en zo.

d’r zit hier zelfs nog een hele oude collega die uit principe het gebak dat we van het inlichtingenbureau (eindelijk gekoppelde bestanden!) kregen geweigerd heeft. ik kan me niet herinneren dat ik in de tien jaar die ik hier nu werk ooit een fraudezaak van één van zijn cliënten heb gedaan…

  • Volgende discussie
#2 Carlos

De uitspraak werd bekend als de “hollende kleurling”

Klinkt meer als een dopingszaak in de topsport…

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 nimo

Mooi beeld van de “tijdgeest”, Rudy! Hoe dingen veranderen…

Ja, vreemde (ietwat politiek-incorrecte) naam voor een arrest. Het is heel beroemd, op elk propedeusetentamen strafrecht wordt er een vraag over gesteld. Er zijn nog vel mer tot de verbeelding sprekende namen van beroemde strafrechtarresten: de “liegende bakker” uit 1931, de “Hoornse taart” uit 1911 (over een man die een taart met rattengif liet bezorgen bij een marktmeester te Hoorn, met dodelijke afloop), de “zwarte ruiter” (1958), de “Zeijense nachtbraker” (1962), “Kousen en sokken” (1963), “Antilliaanse amokmaker” (1969), “Beschonken zondagsrijder” (1975), “Plastic boodschappentasje” (1981), “Heggeveldse stroper” (1985),
Cocaïne in linnenkast”(1988), “Poging tot moord, toch dood” (1988), “Ruzie te Loon op Zand” (1989), “Aflatoxinepinda’s” en “Blijf van mijn auto!” uit 1993, “Beslagen autoruiten” uit ’97, etc etc.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 nimo

Het lijken wel titels van nummers op de mooiste nooitgemaakte Nederlandstalige bluesplaat.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Edwinek

Voorgestelde oplossing: de twee zaken loskoppelen. In zo’n geval is de politie voor de wet fout, OK. De betreffende agenten kunnen een disciplinaire straf krijgen (een maand lang rondlopen met een pet met ezelsoren of zo, weet ik veel), maar dat bewijs blijft gewoon bewijs. En de heroineboer wordt gewoon veroordeeld. Zo bestraf je het onrechtmatig handelen, maar ook de booswicht.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 nimo

Nee, zo werkt het niet. Bewijs dat onrechtmatig wordt verkregen, wordt door de rechter uitgesloten. Dus stel de politie vindt thuis bij Piet het mes waarbij Jan is vermoord, maar achteraf blijkt dat de politie helemaal niet zomaar bij Piet had mogen inbreken, dan is het bewijs onrechtmatig. Als er verder geen bewijs is tegen Piet gaat deze vrijuit en kan hij eventueel zelfs een schadevergoeding eisen. Het bewijs van Piets schuld moet wettig en overtuigend zijn. In dit geval is het wel overtuigend (ook de rechter, als mens, zal er best van overtuigd zijn dat Piet de moordenaar is) maar het is niet wettig (verkregen). En daarom geldt dat pistool niet als bewijs.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 rudy

bovendien: mes wordt pistool, dus vormfout, dus vrijspraak…

  • Vorige discussie