ANALYSE - Als één partij in de Tweede Kamer niet populistisch zou kunnen zijn, is het de Partij voor de Dieren. Immers deze partij verzet zich tegen de dominantie van menselijke belangen in de politiek. Beleid zou niet gebaseerd moeten zijn op wat mensen vinden maar op wat in het belang van alle dieren is. Iedere debatbijdrage wordt daarom afgerond met de ze zin ‘tevens ben ik van mening dat de bio-industrie moet worden afgeschaft’. Maar de recente bijdrage van Marianne Thieme aan het debat over het burgerforum EU had een aantal opvallende populistische kenmerken.
Laten we populisme definiëren als een (dunne) ideologie die
- een tegenstelling ziet tussen (a) een deugdzaam en ondeelbaar volk en een (b) kwaadaardige elite;
- stelt dat de elite het volk haar vermogen om haar soevereiniteit uit te oefenen ontnomen heeft;
- en stelt dat dat moet worden hersteld.
Het is belangrijk om op te merken dat populisme geen negatieve kwalificatie is. Volgens één van de indieners van het burgerforum EU, Ewald Engelen, die toch zelf aardig kwalificaties kan uitdelen en incasseren, zou populisme ‘in het woordenboek van nette mensen [staan] voor grof taalgebruik, redeloze onderbuikgevoelens, argumentenhaat en vijanddenken.’ Dat is in elk geval deze definitie niet het geval: het streven naar volkssoevereiniteit en een gezonde afkeer van autoriteit is regelmatig ‘the right side of history’ gebleken.
De kernredening van de debatbijdrage van Thieme is de volgende:
- De Nederlandse kiezer wil een pas op de plaats in Europese integratie. Dit blijkt uit de uitslag van het referendum over de Europese Grondwet en recente peilingen:
tweederde van de burgers geeft aan geen verdere overdracht van bevoegdheden te willen zonder referendum.
- De Europese politieke elite wil dat Europese integratie verder gaat. De elite heeft de voorkeur voor besluitvorming in instituties die buiten het bereik van kiezers liggen, zoals de EU, de G8 en internationale handelsverdragen. Thieme zelf neemt afstand van die elite:
[i]k wens (…) geen deel uit te maken van een politieke elite die op dit moment de democratie aan het uithollen is.
- De Europese politieke elite luistert dus niet naar kiezers. Ze gaan door met geforceerde Europese integratie tegen de wil van het electoraat. De kiezer is voor de Europese politieke elite een hindermacht, die ontwapend zou moeten worden:
[e]lke wijze waarop de bevolking aangeeft [met verdere Europese integratie] niet akkoord te kunnen gaan, wordt gezien als een ongewenste vertraging van de Brusselse trein, die hoe dan ook verder moet.
- Dit is onjuist want niet de elite maar het volk mag soevereiniteit overdragen. Zo wordt de democratie uitgehold:
het [is] niet aan de volksvertegenwoordigers maar aan het volk om bevoegdheden over te dragen, de soevereiniteit op te geven en de macht van het parlement te verminderen.
- Thieme pleit voor een ander Europa zonder landbouwsubsidies en met meer democratie.
Ook in dat kader ben ik voorts van mening dat er een einde moet komen aan de Nederlandse en de Europese bio-industrie.
De redenering van Thieme komt op een aantal punten dicht bij populisme:
- ze neemt afstand van ‘de’ politieke elite (punt 1b);
- in haar ogen heeft die politieke elite het volk het vermogen zijn soevereine macht uit te oefnene ontzegt (punt 2 van het populisme);
- en in plaats daarvan moet er een pas op de plaats gemaakt worden met Europese integratie en moet de Europese Unie gedemocratiseerd worden (punt 3).
Wat mist is een positieve invulling van het begrip volk. Het volk heeft in de ogen van Thieme gelijk en zou zelf moeten kunnen beslissen over de Nederlandse onafhankelijkheid. Maar is het ook ondeelbaar? En deugdzaam? Dat wordt hier in elk geval niet duidelijk. Daarmee zouden we moeten stellen dat Thieme’s redenering niet populistisch is, alhoewel het er veel kenmerken van heeft.
Maar dit punt is in mijn ogen wel het meest belangrijk voor een partij die een niet-antropocentrisch wereldbeeld zegt te hebben. In debatbijdrage was dit element van Thieme’s eigen visie gemarginaliseerd tot een verwijzing naar landbouwsubsidies en een obligate slotzin. In elk geval in het geval van Europese integratie, is voor de Partij voor de Dieren de wil van mens alles wat telt. Niet de argumenten die ze gebruiken, niet de eigen visie van de Partij voor de Dieren en niet de belangen van niet-menselijk leven: het volk wil geen verdere Europese integratie. Daarmee is de kous voor Thieme af.
In dit debat had Thieme vast kunnen houden aan haar eigen idealen en een consequent niet-antropocentrische redenering kunnen neerzetten. Deze had er als volgt uit kunnen zien:
- Europese integratie is slecht voor dieren want een interne markt betekent dat dieren het hele continent over gesleept moeten worden, het gemeenschappelijke landbouwbeleid bevordert grootschalige bio-industrie en, bovendien, de Europese verdragen staan stierenvechten toe.
- De Europese Unie moet worden gestopt. Daarvoor zijn alle middelen geoorloofd. Ook dat van het referendum, waarin het Nederlandse volk vast weer tegen uitbreiding van Europese bevoegdheden zal stemmen.
- Daarom is de Partij voor de Dieren voor een referendum niet omdat de wil van mensen maatgevend is maar het belang van dieren.
Want zou Thieme echt willen dat stem van het volk alles zou bepalen? Iedere dag spreekt het Nederlandse volk zich in de supermarkt uit over de vegetarische idealen van Thieme; en iedere dag stemt een kleine minderheid op ‘gehacktbal’ en grote meerderheid op gehaktbal.
Reacties (15)
Goeie column van Ewald Engelen inderdaad:
Stukken betere column dan dit wijsneuzerige stukje.
De hier gegeven definitie van het populisme lijkt boven alles ten dienste te staan van een politiek (eurocentrisch) standpunt. Dat maakt het stuk niet echt sterk en geloofwaardig.
En natuurlijk is de Partij voor de Dieren populistisch, echter niet volgens de hier gehanteerde definitie maar puur vanwege het feit dat pluizige diertjes altijd goed scoren bij Jan en alleman..
Om het specifieke belang van dit stukje te vatten, moet je even weten dat Simon Otjes een GroenLinks-ideoloog is. Hij werkt op het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, De Helling, en houdt zich daar bezig met partijstrategie.
Otjes “doet in die context onderzoek naar de kiezers en de potentiële kiezers van GroenLinks.”
Het is met het oog op die potentiële kiezers van GroenLinks dat hij dit stukje schrijft. Want die potentiële kiezers bevinden zich deels in dezelfde hoek van de electorale vijver als waar de Partij voor de Dieren vist (met diervriendelijk aas uiteraard).
Het is dus die potentiële kiezers die Otjes wil overtuigen dat ze hun stem niet moeten lenen aan de Partij voor de Dieren, maar dat ze bij GroenLinks moeten zijn voor een echt progressief geluid.
En daar heeft Otjes op Sargasso ook nog een podium te pakken wat zich daartoe prima leent, want het lezerspubliek bevindt zich overwegend in de progressieve, techno-optimistische, eco-bewuste hoek.
@4: Dat verklaart inderdaad een hoop. Ik snapte het stuk niet zo, het is een nogal onbeholpen poging een partij te bekritiseren terwijl het voelt alsof de schrijver het heimelijk in z’n hart met ze eens is.
“De Europese politieke elite luistert dus niet naar kiezers”
Daar hoort volgens de kiezer ook Groen Links bij, ze zijn in ieder geval genadeloos afgestraft.
“Thieme pleit voor een ander Europa zonder landbouwsubsidies en met meer democratie.”
Lijkt me toch vrij progressief.
@0: “.. moet de Europese Unie gedemocratiseerd worden”
@0: “.. Partij voor de Dieren voor een referendum niet omdat de wil van mensen maatgevend is maar het belang van dieren.”
Vreemde omschrijving van populisme of referendum.
Omdat de schrijver de referendum uitslag vreest is hij tegen, een gelegenheidsargument het komt nu niet goed uit.
Zijn minder landbouwsubsidies en beperking van schaalvergroting nu plots populistisch door gebrek aan inhoudelijke argumenten?
De PVDD populistisch?
Kan iemand me dan uitleggen waarom ze ondanks dat nog steeds kleiner zijn dan de pvv?
Want als er nou één partij popiejopiepopulistisch is…….
@7 De argumentatie van de Partij van de Dieren is populistisch. Volgens mij zet Otjes in zijn stuk helder uiteen hoe hij daar zo bij komt.
Ook dat wordt uitgelegd in Otjes’ stuk. Omdat de gemiddelde Nederlander graag iedere dag een goedkoop stuk vlees op zijn bord heeft.
Heb je het stuk eigenlijk wel gelezen voordat je je reactie postte, vraag ik me nu af. Of ben je gewoon op grond van de emoties die de titel bij de opwekte in het wilde weg begonnen te tikken? Dat laatste is namelijk weinig bevorderlijk voor een inhoudelijke reactie, waarmee je werkelijk iets toevoegt aan de discussie.
@4 Een stafmedewerker is natuurlijk nog geen partij-ideoloog.
@4: Dit is nu eens een verhelderende bijdrage van P. Ga zo door.
Als je verantwoordelijk bent voor de inventaris en de catering niet, inderdaad, maar als je meedenkt over de partijstrategie en hoe kiezers te overtuigen dat jouw partij de beste is, dan ben je gewoon een partij-ideoloog.
En daar is ook niets mis mee. Het is alleen wel even handig om te weten, want dan snap je waarom Otjes zo’n punt maakt van de populistische argumentatie van het rivaliserende clubje t.a.v. Europa.
Ze vissen in dezelfde electorale vijver, en hier heeft Otjes iets in handen waar GroenLinks zich positief mee kan onderscheiden bij haar kiezersgroep.
Die is namelijk (a) meer geneigd om Europa een kans te geven, en vindt (b) populisme een beetje vies.
PvdD en GL mogen dan wel in dezelfde vijver vissen wat electoraat betreft, maar de tijd dat GL groen en links was, ligt alweer achter ons. je moet dan ook wel een halve gare met ernstig geheugenverlies zijn om als progressieve, linksgeoriënteerde duurzaamheidsideoloog nog te (gaan) stemmen op GL. Maar dat geheel terzijde overigens.
@11: Het geheel klinkt meer als de concurrent bashen om er zelf beter uit te zien. En daar zit het echte probleem met GroenLinks: ze hebben te snel de ideologische veren afgeschud om op het pluche mee te kunnen lullen. Dat maakt GL nogal richting en smakeloos. En om dit gat te compenseren kraken dus ze de tegenstander om zichzelf op te krikken. En dit stuk maakt voor GL de zaak alleen maar erger. Want goedkope truuks zijn doorzichtig (en nog populistisch op de koop toe).
Persoonlijk vind ik dit kwalijker dan fouten maken. GL klinkt steeds holler. Jammer.
Alhoewel ik niet stem op de Partij voor de Dieren, vind ik dat dit artikel de mening van de PvvD over dit onderwerp fout weergeeft. Marianne Thieme bedoelt – volgens mij – niet dat “het volk” of de “meerderheid” gelijk heeft. Zij wil gewoon aan de democratische spelregels houden. Zij wilt mensen proberen te overtuigen om op de PvvD te stemmen, of om de andere partijen te bewegen om meer diervriendelijke programmapunten over te nemen. Dit is de weg van de democratie. Deelnemen aan discussies, meedoen met verkiezingen, mensen overtuigen en beleid maken met respect voor de beloftes die gemaakt zijn in de campagne.
Zij zegt dan ook: “het [is] niet aan de volksvertegenwoordigers maar aan het volk om bevoegdheden over te dragen, de soevereiniteit op te geven en de macht van het parlement te verminderen.”
Zij zegt dus dat het niet verboden is om zaken over te hevelen naar Europees niveau. Zij zegt dat de beslissing genomen moet worden in een referendum en niet in een parlementsvergadering. Zij wil dus NIET dat het vraagstuk over overdracht van bevoegdheden verzwijgt wordt in verkiezingscampagnes en dan toch doorgevoerd worden. Zij wil een zelfstandig referendum over dit vraagstuk met een campagne specifiek over dit vraagstuk.
Thieme zegt ook: “We hebben het hier niet over een bepaalde wetgeving binnen de Nederlandse grenzen waar we voor of tegen kunnen zijn. We hebben het over het al dan niet opheffen van de Nederlandse Staat, door op te gaan in een verenigde staten van Europa. We maken een provincie van Nederland als we niet uitkijken. Dat vind ik verder gaan dan je bezighouden met wetgeving op Nederlands grondgebied.”
Otjes vroeg zich af: “Want zou Thieme echt willen dat stem van het volk alles zou bepalen?”
Antwoord is dus NEE, maar ze vindt dat het parlement binnen de nationaal-specifieke democratische spelregels moet spelen. En dat het volk veranderingen in de spelregels moet goedkeuren.
Hm, volgens mij is populisme niet per se dit. De auteur probeert de term populisme zo te draaien dat het in z’n betoog te pas komt.
Volgens mij is populisme het op over-simplistische wijze presenteren van de politieke werkelijkheid, op zo’n manier dat het grote delen van de bevolking aanspreekt. Of korter gezegd: het (simpele deel van het) volk naar de mond praten, met een hang naar schijnoplossingen.
De partij voor de dieren is trouwens de enige partij die pleit tegen economische groei. Enerzijds is ze daarmee dus absoluut niet populistisch, want dit is geen leuke boodschap. Anderszijds is ze daarmee mijns inziens wel populistisch richting haar eigen achterban, want dit is een boodschap die er bij bepaalde subculturen in gaat als koek, terwijl er helemaal niet bij vermeld wordt hoe om te gaan met de vele problemen die dat op gaat leveren. Versimpelde presentatie van de werkelijkheid dus.
Maar ja, de gehele rest van het politieke spectrum is mijns inziens dan nog veel populistischer want die maken mij volstrekt niet duidelijk hoe ze denken dat ze tot in eeuwige dagen WEL door te kunnen gaan met exponentiele economische groei op een planeet met beperkte ruimte en grondstoffenvoorraad en een klimaat dat op barsten staat. Ofte wel: gouden bergen beloven en kop in het zand steken.