De man die niet begraven wilde worden
En nu zijn Nora en de meisjes weg. Ham is dood. Ik heb geen werk meer. En dat ik geen leven heb gehad met Awatif, ook dat is mijn schuld. Alles dreigt in vlammen op te gaan. Om toch nog iets te redden, lig ik hier plat op mijn buik onder een grote bureautafel.
De man die niet begraven wilde worden is de tweede roman van Rachida Lamrabet, winnares van de Vlaamse debuutprijs in 2008. De roman gaat over de immer besluiteloze Moncif, een Marokkaanse Belg van in de dertig wiens bedje is gespreid. Hij is getrouwd met Nora met wie hij twee dochtertjes gekregen heeft, heeft carrière gemaakt in de vastgoedbranche waardoor hij zich twee auto’s, een appartement in de stad en tevens een rijtjeshuis kan veroorloven: zijn leven is op orde.
Van het ene op het andere moment raakt hij alles kwijt; zijn vrouw, zijn baan bij Later Estate Insurance en ook zijn twee dochtertjes Aya en Doha mag hij niet meer zien. Alsof dat nog niet erg genoeg is verliest hij zijn broer aan een fataal ongeluk en door al zijn mislukkingen uiteindelijk ook zijn eigenwaarde.
Iedereen confronteert hem keer op keer met zijn falen. Als hij voor het eerst sinds tijden zijn dochtertje Doha weer eens ziet, kwetst ze hem door te zeggen ‘Ze zeggen dat je een slechte man bent.’, zijn vader zegt hem: ‘Je hebt geen leven meer, je hebt alles kapot gemaakt.’ En zijn vriend Najib verwijt hem: ‘Echt kerel, je bent een echte Vlaming geworden, weet je dat? Gewoon verloren vent.’