Bush, van Mission Accomplished tot History Boy
De beeldvorming over de president en de Amerikaans politiek is tegenwoordig zo belangrijk dat Bush, voor zover mij bekend, sinds zijn verkiezing in 2000 geen enkel interview heeft gegeven aan een serieuze journalist. De regering Bush brengt haar visie en ideologie uitsluitend via slaafse en nauwkeurig aangestuurde media-outlets naar buiten. De gevolgen van het alleen met hielenlikkers communiceren en het buigen van feiten totdat ze overeenkomen met je ideologie staan fraai beschreven in ‘De een procent doctrine’ van Ron Suskind.
Van de journalistieke geweldenaar David Halberstam verscheen postuum dit artikel in Vanity Fair over de oorlog in Irak. Hij stelt hierin dat Bush’ visie op de geschiedenis parallel loopt aan diens visie op de Irakoorlog: een conglomeraat van wensdromen en arrogantie, gekoppeld aan een totale minachting voor feiten.
Historische opdracht
Bush en zijn volgelingen proberen een werkelijkheid te scheppen waarin hij een moderne versie van Truman is: onpopulair, door iedereen aangevallen maar uiteindelijk gerehabiliteerd door de geschiedenis, terwijl Irak is als Europa onder Hitler. De mislukte oorlog en de steeds duidelijkere en breder gedragen kritiek hierop maakt dat Bush cs nu het idee hebben dat uiteindelijk de geschiedenis positief over hen zal oordelen.
Zelfs de president, die zich vroeger beriep op zijn instinct en zijn geloof bij het nemen van verregaande beslissingen, doet het nu voorkomen alsof hij nauwgezet een historische opdracht uitvoert.