Afschrijvingen | Lekker brommen? Dan ook dokken
COLUMN - Het wordt hoog tijd dat we netjes gecompenseerd gaan worden voor de overlast van onze brommende medeburger.
Je komt ‘m wel eens tegen bij het stoplicht: ‘de eerlijke brommer-sticker’, een plaatje van een brommer (eigenlijk meer een scooter) met de uitlaat die recht in het gezicht van de bestuurder blaast. Bedacht door iemand die onbekend wil blijven. Ik vraag me altijd af wat de brommer- en scooterrijders denken als ze de sticker zien. Zouden ze weten met hoeveel ellende ze hun stadsgenoten opzadelen? Zouden ze weten dat fietsers achter hen meer fijnstof binnenkrijgen van een scooter dan een vrachtwagen, en dat ze daarmee een nog grotere kans op kanker lopen dan gedacht werd? Zouden ze doorhebben dat ze hun medeweggebruiker veel te vaak in gevaar brengen, dat ze met stip op één staan in de top tien van meest irritante geluidsbronnen?
Voor mij als econoom is de sticker naast een grap ook een symbool voor de oplossing: breng de schade aan derden (in jargon: de externaliteit) in rekening bij de overlastgever. Hierbij een driestappenplan, succes gegarandeerd.
Stap 1: Schat de schade. Idealiter tel je de gezondheidsschade door de fijnstof, ongevallen en geluidshinder bij elkaar op, maar dit lijkt me een herculeswerk. Je zult alle medische kosten, kosten van hulpdiensten en het misgelopen inkomen van gedupeerden (waaronder tienduizenden slapelozen) in kaart moeten brengen. Een snellere manier is om even per email aan alle Amsterdammers – excuses voor de hoofdstedelijke bias – te vragen hoeveel zij gecompenseerd zouden willen worden voor alle overlast die scooteraars over hen uitkieperen. Ik schat dat daar gemiddeld minstens 100 euro per Amsterdammer per jaar uit zou komen, wat de schade voor de 800.000 Amsterdammers tezamen op 80 miljoen euro zou brengen.