Manorexia is niemand minder dan Jim Thirlwell. Deze Australier genoot in de jaren 80 enige faam in kringen van alternatieve radicalen, onder een hele serie van namen waarin de term Foetus een centrale rol speelde. Foetus was berucht vanwege zijn niet aflatende reeks aan volstrekt compromisloze experimentele post-punk albums die anti-alles waren, maar vooral anti-rock, anti-conventies en anti-braaf. Elke plaat had een titel die bestond uit een vier-letterig woord (Nail, Hole, Gash, Thaw, etc etc), en de hoezen stonden bomvol van totalitaire symboliek.
En de beste meneer bestaat nog steeds, want om de zoveel tijd ziet nog steeds een nieuw Foetus-album het levenslicht (de laatste, Soak, verscheen in 2013). Maar da’s een ander verhaal.
Al wat niet in het Foetus-concept past verschijnt onder een aantal andere namen, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De schreeuwlelijk van weleer levert nu filmmuziek af, en dirigeert zelfs bij tijd en wijle een orkest.
Ook zijn werk als Manorexia staat in schril contrast met het vroegere Foetus-werk.