Montesquieu Instituut

159 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Alan Klim (cc)

Europa in diepe slaap

ANALYSE - ‘Europa ligt op apegapen, en dat zal voorlopig ook wel zo blijven.’ Jan Werts, Brusselcorrespondent van het Montesquieu Instituut, verwacht niet dat er op de korte termijn veel spannends vanuit Brussel te verwachten is. Het wachten is op de uitslag van de Duitse verkiezingen over een maand en als gevolg daarvan is ook de euro-crisis ondergronds gegaan. Wel is een aanvraag van Griekenland voor een derde lening in het najaar te verwachten, maar hoe Europa daarop gaat reageren is ook weer afhankelijk van de uitslag van de Duitse verkiezingen. Op de lange termijn spelen de beoogde Bankenunie en de Europese verkiezingen in mei 2014 een rol, maar in de aanloop daarnaartoe zal het in Brussel ongebruikelijk stil zijn.

Werts begint met Griekenland: ‘Hoewel er in Griekenland enorm bezuinigd wordt, worden de hervormingen maar deels uitgevoerd. Griekenland zit binnenkort weer aan de grond. De Duitse Bundesbank verwacht dan ook dat er in het najaar een aanvraag voor een derde lening komt’. Hoe zal Europa daarop reageren?

Duitse verkiezingen

Er zijn drie scenario’s denkbaar voor  de uitkomst van de Duitse verkiezingen:

  • de huidige coalitie keert terug;
  • de ‘groβe koalition’ van christendemocraten en socialisten onder leiding van Merkel;
  • een coalitie van Socialisten, liberalen en Grünen, onder leiding van de socialist Steinbrück.
Foto: Gerard Stolk (cc)

Europa ruimt reeks problemen op

ACHTERGROND - Onverwachts sloot Europa de afgelopen weken akkoorden over vijf belangrijke problemen. De beloofde versterking van de eurozone is echter weer uitgesteld.

Vlak voor de start van de Europese Raad van 28 en 29 juni trokken de vakministers samen met het Europees Parlement vijf vastgelopen grote projecten los. Meteen daarop bereikten de staatshoofden en regeringsleiders overeenstemming over de aanpak van het volgens hen meest dringende probleem van vandaag: de jeugdwerkloosheid in de zuidelijke EU-landen. Voor het overige was het in Brussel een weinig spectaculaire bijeenkomst.

De vakministers kwamen verrassend tot akkoorden over de eerder omstreden financiering van de EU tot 2020; over het aansprakelijk maken van de beleggers bij toekomstige bankfaillissementen; over een vergroening van de landbouwpolitiek en het uitbreiden van de EU met twee Balkanstaten. Er is dan ook lof voor de ijverige Ieren die afgelopen halfjaar het ministerieel beraad voortreffelijk hebben geleid. Sedert 1 juli is de voorzittershamer van de Raad van Ministers in handen van debutant Litouwen.

Miljarden voor jongeren

Daar waar meer dan een kwart van de jeugd werkloos is, gaat een ‘jongerengarantieplan’ van start. Deze jongeren krijgen binnen vier maanden de keuze uit ofwel een baan, of een stageplaats of verdere opleiding. Daarvoor komt volgend jaar en in 2015 samen ruwweg acht miljard euro Europees geld beschikbaar. Oorspronkelijk was voor de periode 2014 – 2020 hiervoor zes miljard uitgetrokken.

Foto: Adam Baker (cc)

Financieel toezicht EU hervormd, maar is het ook beter?

Het Europees toezicht op financiële instellingen is de afgelopen jaren flink veranderd. Maar is het ook verbeterd?

De financiële crisis lijkt over haar dieptepunt heen te zijn. Op een aantal uitzonderingen na lijkt het vertrouwen van de Europese consumenten in de economie weer terug te keren, getuige de groei van de bestedingen door huishoudens. De Europese export (pdf) zit eveneens op een goed spoor en er is zelfs een aanzienlijk handelsoverschot gerealiseerd.

Tot slot lijkt het ook met Griekenland, het zorgenkindje van de eurozone, beter te gaan. Als we tenminste afgaan op de positievere beoordelingen die Griekenland van de kredietbeoordelaars heeft ontvangen. Een deel van deze ontwikkelingen is toe te schrijven aan de ingrijpende institutionele veranderingen die de Europese Unie op het vlak van financieel toezicht sinds 2008 heeft doorgevoerd.

Institutionele hervormingen

Met de hervormingen heeft de EU een belangrijk signaal afgegeven aan de financiële markten, i.c. de speculanten en de ‘hedge funds’, dat het serieus en daadkrachtig de problemen van de eurozone wil aanpakken. De belangrijkste institutionele hervormingen zijn de instelling van het European System of Financial Supervisors (ESFS) en de uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank (ECB) geweest.

Deze hervormingen hebben als doel de centralisering (Europeanisering) van het toezicht op de belangrijkste financiële markten en de versteviging van de samenwerking tussen de lidstaten en de nationale toezichthouders op het gebied van handhaving en compliance.

Foto: Maurice (cc)

Macht verloren, gezag versterkt

ANALYSE - De koning heeft de afgelopen dertig jaar weliswaar aan macht ingeleverd, het gezag ervan is veel sterker geworden.

Toen koningin Juliana in 1980 afstand deed van de troon, was er voor het koningschap in artistieke en intellectuele kring nauwelijks belangstelling. Alleen dankzij het initiatief van de Groningse hoogleraar C.A. Tamse kwam er nog een bundel over de constitutionele monarchie uit, maar daar bleef het wel zo ongeveer bij. Historici als Tamse riskeerden bovendien als wetenschapsbeoefenaar niet helemaal serieus te worden genomen, juist omdat zij zich met zoiets ‘achterhaalds’ als de monarchie bezighielden. Dit terwijl juist Tamse steeds kans had gezien te ontsnappen aan ofwel verkrampte afkeer ofwel hysterische verering voor koningschap en Huis van Oranje, waartussen in die jaren geen nuchterheid mogelijk leek.

Ten dele kwam dat door een algemene afkeer van traditionele instituties als uitloper van de jaren zestig. Het kwam echter ook door de ambtsuitoefening door de koningin, die zozeer gericht was op ‘gewoon zijn en gewoon doen’, dat het koningschap er sterk door aan gewicht verloor. Men kan immers veel zeggen, maar niet dat het koningschap ‘gewoon’ is. Bij velen maakte dat Juliana onmiskenbaar populair en geliefd, maar het koningschap als instituut leed eronder.

Foto: marie-ll (cc)

Grondwet is geen knutselwerkje

ANALYSE - De Grondwet speelt misschien niet meer de centrale politieke rol die het vroeger vervulde, maar dat is nog geen reden het als een knutselwerkje te behandelen, schrijft Joop van den Berg.

Er is een tijd geweest dat herziening van de Grondwet en van daarbij behorende ‘organieke’ wetgeving, zoals de Provinciewet of de Gemeentewet, een operatie was die maar eens in de veertig jaar en in samenhang werd ondernomen. Dat gold dus evenzeer voor de organieke wetten (men kan ze ook ‘constitutionele wetten’ noemen) die niet dan met de vereiste grondigheid werden aangepakt. Tot na de Tweede Wereldoorlog gebeurde dat voorts met terughoudendheid en het besef dat je niet naar believen aan de constitutie kan knutselen, zoals je een dakraampje aan je huis vervangt.

Die terughoudendheid is ontegenzeglijk bevorderd door de veeleisende herzieningsprocedure. Men kan erover twisten of het niet een tikkeltje soepeler kan, maar de zware herziening is geen toeval. De jurist C. van Vollenhoven merkte al aan het begin van de twintigste eeuw op dat de normen in de Grondwet zijn opgenomen om ze niet uit te leveren aan toevallige meerderheden in de volksvertegenwoordiging. Herziening van de Grondwet dient dus grondig en zorgvuldig te gebeuren.

Foto: President of the European Council (cc)

Bezuinigers zetten EU op één procent rantsoen

ANALYSE - De nieuwe zevenjarige begroting van de EU was een overwinning voor Rutte, maar ook voor alle andere Europese leiders. Van Rompuy heeft een slim spel gespeeld, concludeert Dr. Jan Werts. Maar zal het Europees Parlement nog roet in het eten gooien?

De uitgaven van de EU gaan voor het eerst naar beneden. Tegelijk blijft de modernisering van de activiteiten beperkt. Toch levert de landbouw elf procent in en de Structuurfondsen acht procent. Daarentegen krijgen innovatie, onderzoek en onderwijs vijftig procent meer geld. De compensatie van de landen (zoals Nederland) die veel aan Europa betalen blijft volledig gehandhaafd.

In totaal belopen de uitgaven van de EU in 2020 exact één procent van het bnp. Krachtens de verdragen mag Europa jaarlijks 1,23 procent van het bnp uitgeven. Dit jaar zit men op 1,14 procent. Het Europees Parlement verwerpt mogelijk dit zuinige begrotingsakkoord 2014-2020 van de Europese Raad.

Vier machtsblokken

Bij het beraad in de Europese Raad van 7 en 8 februari over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) leverden vier machtsblokken strijd. Zij vergaderden vaak apart en schiepen zodoende de sfeer van een Slag bij Waterloo waar in 1815 diverse nationale legers elkaar bestreden.

Het sterkste bleek uiteindelijk de groep ´grote betalers´: het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken. Onder leiding van premier David Cameron en kanselier Angela Merkel dwongen zij een nooit eerder vertoonde algemene verlaging van de uitgaven af van circa 3,5 procent tussen nu en 2020. Deze ‘zuinige’ landen behouden de traditionele korting op hun bijdrage aan Brussel. Denemarken krijgt voortaan ook zo´n korting.

Foto: Miguel Vicente Martínez Juan (cc)

Donaties politieke partijen worden openbaar

ANALYSE - Met een nieuwe wet worden donaties aan politieke partijen eindelijk openbaar gemaakt. Maar de nieuwe wet kent nog een groot gat: het geldt voorlopig alleen op nationaal niveau, zegt hoogleraar Ruud Koole.

De ledenaantallen van de Nederlandse politieke partijen groeiden het afgelopen jaar, blijkt uit de traditionele publicatie van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP). Er was sprake van een lichte stijging, ook al heeft de VVD veel last gehad van de opstand in eigen gelederen tegen het voornemen de zorgpremie inkomensafhankelijk te maken.

De relatief grootste stijger was 55+ die groeide naar ruim 5700 leden, maar dat is nog altijd minder dan  tien procent van het grootste ledental van het CDA (ruim 59000 leden). De PvdA groeide iets en was met ruim 55.000 leden de tweede partij qua ledentallen. De 100.000 leden die partijvoorzitter Hans Spekman nastreeft zijn nog erg ver weg. Bij elkaar is ongeveer 2,5 procent van alle kiesgerechtigden lid van ene politieke partij (ruim 315.000).

Wet zonder tanden

Dat is beduidend minder dan tijdens de verzuiling. In de jaren vijftig was ongeveer 15 procent lid van een partij. De ingezette individualisering vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw trof ook de partijen. Dat bracht tevens met zich mee dat de banden tussen partijen en verwante organisaties werden doorgesneden, ook in financiële zin. En dat op een moment dat de kiezers meer dan ooit begonnen te ‘zweven’ en verkiezingscampagnes daardoor steeds belangrijker werden.

Foto: European Parliament (cc)

Eurocrisis in 2012: een goed jaar

ANALYSE - Er lijkt eindelijk een beetje rust te komen op de financiële markten. Daarom krabbelen Merkel en Hollande terug als het gaat om de ‘roadmap’ naar een verbeterde EMU, betoogt Jan Werts. Maar in 2012 is er heel wat bereikt om de crisis te beslechten. 

December zou de ‘top van de waarheid’ worden. Inzet was de ambitieuze ‘roadmap’ (Council document, 15632/12 website European Council) naar een verbeterde EMU. Maar al aan de vooravond van de bijeenkomst meldden Franse en Duitse kranten dat de discussie op de lange baan was geschoven. Na de Europese verkiezingen van juni 2014 heropent zich dat debat ten volle, zo is de bedoeling. Het nieuwe jaar moet leren of de rust op de financiële markten aanhoudt, zodat zo’n langdurig uitstel kan.

Kanselier Angela Merkel kan het met Bondsdagverkiezingen in de komende herfst niet maken behalve miljarden voor Griekenland ook nog Duitse soevereiniteit naar Brussel over te dragen. President François Hollande zit van zijn kant niet verlegen om een Europese Politieke Unie zodra die soevereiniteitsverlies meebrengt. Daarom waren Merkel en Hollande het vlak voor de Europese Raad in een half uur eens over uitstel van de operatie ‘Echte EMU’.

Toch is dit een sensationele ontwikkeling. Het was namelijk juist Merkel die in de loop van 2012 meermalen sterk aandrong op de ‘Echte EMU’ waar ze nu dan ineens voorlopig vanaf ziet. Van de beoogde Economische Unie, de Begrotingsunie, de Politieke Unie en de Bankenunie staat alleen de laatste nog op de agenda.

Foto: -JvL- (cc)

Nederland geen behoefte aan ‘politieke’ Eerste Kamer

ACHTERGROND - Rutte zal voor vrijwel al zijn plannen een meerderheid moeten zoeken in de Eerste Kamer. Maar de Eerste Kamer hoort eigenlijk helemaal geen politiek standpunt in te nemen, betoogt Markus Haverland.

De regeringscoalitie heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer. Voor elk beleidsvoorstel heeft het Kabinet de goedkeuring van tenminste een grote of twee kleinere oppositiepartijen in de Eerste Kamer nodig.

Een reeks senatoren heeft al duidelijk gemaakt dat het kabinet er niet van uit kan gaan dat de Eerste Kamer zo maar goedkeuring aan haar beleidsplannen gaat verlenen. Sterker nog, senator Noten, nota bene lid van de PvdA, heeft in NRC Handelsblad erop gewezen dat een fractie in de Eerste Kamer ‘een regering nooit aan een meerderheid [zal] helpen als haar partijgenoten in de Tweede Kamer tegen het betreffende wetsvoorstel hebben gestemd.’

Uit deze “ijzeren wet van Noten” volgt dat de regeringscoalitie voor elk beleidsvoorstel ook in de Tweede Kamer de goedkeuring van een grote oppositiepartij nodig heeft. De eigen meerderheid van 79 zetels is niet voldoende, uitgaande van fractiediscipline gaat het om ten minste 92 zetels (VVD, PvdA CDA), meer dan 60 procent. Hierdoor wordt de regering minder slagvaardig en de toewijzing van verantwoordelijkheid wordt moelijker, omdat de grens tussen regering en oppositie vervaagt.

Het gaat een lange hete zomer worden

Mark Rutte zou wel eens de langst zittende demissionaire premier van Nederland kunnen gaan worden, zegt Arco Timmermans van het Montesquieu Instituut.

‘The Dutch are back!’ Dit was volgens CDA-Europarlementariër Wim van de Camp de reactie in Brussel toen het kabinet net op tijd voor 30 april de begroting indiende bij de Europese Commissie. De financiële plannen moeten volgens Europese afspraak voorzien in een verlaging van het begrotingstekort naar 3 procent in 2013. Het zogenaamde wandelgangenakkoord met D66, GroenLinks en de ChristenUnie behoedde het minderheidskabinet van premier Rutte voor een afgang.

Terwijl de betrokken partijleiders opgelucht een rondje maakten in de draaimolen op de Koninginnedagkermis op het Lange Voorhout, bleek dat het Centraal Planbureau de overeengekomen plannen nog te vaag vindt om ze te kunnen doorrekenen op hun effect op het begrotingstekort.

Dat is de ironie van de geschiedenis van afgelopen week. De vijf partijen die zo vlot hun handtekening hebben gezet, moeten de komende tijd echt invulling aan de spontane politieke liefde gaan geven. Intrekken van het voorgenomen boerkaverbod zal hier weinig bij helpen.

De euforie rond het wandelgangenakkoord had vooral symbolische betekenis. Wilders die wegliep en vervolgens Kamerbreed werd uitgelachen, CDA-prominenten die na anderhalf jaar eindelijk hardop konden zeggen dat ze die hele constructie met de PVV eigenlijk altijd al te gammel vonden. De drie partijen die het kabinet om het landsbelang hebben geholpen om de papieren naar Brussel op te sturen. De peilingen die wat zetels winst lieten zien.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

Moet het nu toch eens van een gekozen burgemeester komen?

Met een verwijzing naar Europa wordt er door D66 weer gepleit voor een gekozen burgemeester. Hoe zinnig is dat, vraagt Frank Hendriks, hoogleraar vergelijkende bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, zich af.

De gekozen burgemeester is terug! En ‘Europa’ is weer een argument om deze hervorming te bepleiten. Volgens D66-Kamerlid Gerard Schouw zou Nederland inmiddels het enige land in Europa zijn waar de gekozen burgemeester nog níet is ingevoerd. Hoog tijd dus om Nederland in de vaart der democratische volkeren op te stuwen, zo meent Schouw. En velen menen het met hem.

Maar is het waar dat Nederland in Europa democratisch zo uit de pas loopt? En als dit zo is, zelfs als dit maar enigermate zo is, moet dit dan als doorslaggevend argument worden gezien om de gekozen burgemeester ook in Nederland in te voeren? Hoe belangrijk is ‘keeping up with the Joneses’ in Europa? Zijn er misschien andere goede redenen om het pad in de richting van de gekozen burgemeester te bewandelen? Wat zou er eigenlijk op tegen zijn?

Zulke vragen moeten worden gesteld bij alle pogingen tot democratische vernieuwing, en als nieuwbakken ‘fellow’ van het Montesquieu Instituut ben ik vast van plan om de beantwoording van zulke vragen te zoeken in Europees en vergelijkend perspectief.

De onmogelijke positie van Gerd Leers

Minister Leers lijkt nauwelijks de ruimte te hebben om ook maar iets te kunnen doen. Dat ligt aan zijn portefeuille, maar ook aan de ingewikkelde bestuurlijke constructie waarin immigratieministers moeten opereren, zegt Peter Scholten, Universitair Hoofddocent Beleid & Politiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Ongeacht of de recente geruchten van de Volkskrant rondom zijn positie waar zijn, kan rustig gesteld worden dat Minister Gerd Leers van Immigratie, Integratie en Asiel zich in een weinig benijdenswaardige positie bevindt.  Niet alleen heeft hij een politiek bijzonder gevoelige portefeuille, bestuurlijk gezien is zijn positie erg beperkt en complex.

Waar aan de ene kant deze minister een enorme politieke en maatschappelijke druk ervaart tot het voeren van een zeer restrictief immigratiebeleid en een zeer voortvarend integratiebeleid, zijn de bestuurlijke mogelijkheden daartoe zeer beperkt. Zijn beleidsruimte is beperkt, integratiebeleid is iets voor lokale overheden, migratiebeleid voor Europa, en assimilatie is niet af te dwingen zeker niet als je ook wilt bezuinigen.

De portefeuilles immigratie, integratie en asiel hebben veel van Leers’ voorgangers weinig goed gedaan, denk  maar aan Nawijn, Verdonk en Vogelaar. Dit geldt overigens in mindere mate Van der Laan en Donner, die tot zijn aftreden ook integratie in zijn portefeuille had maar zich erg weinig op die portefeuille profileerde.

Vorige Volgende