Marc van Oostendorp

273 Artikelen
48 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Marc van Oostendorp is hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit Hij heeft een website, een YouTube-kanaal.
Foto: Piet Schreuders (cc)

W.F. Hermans was een slecht filosoof. Nou en?

RECENSIE - Ik ben oud genoeg om even ‘oei!’ te denken als ik lees dat iemand beweert dat Willem Frederik Hermans iets ‘volstrekt verkeerd begrepen’ heeft. Als de meester het maar niet hoort! Tot ik besef dat de meester natuurlijk al enige tijd dood is en dat hij de schrijver van zulke krasse woorden niets meer kan maken.

Met een gerust hard kunnen we dus het mooie essay lezen dat de Oostenrijkse neerlandicus, typograaf en filosoof Rainer Erich Scheichelbauer onlangs publiceerde met de eenvoudige titel Willem Frederik Hermans als filosoof. Er blijft in dat boekje niet veel over van de schrijver als denker. Hij blijkt te hooi en te gras bij een aantal wijsgeren wat ideeën te hebben opgedaan zonder ze echt goed begrepen te hebben en zonder dat de samenvoeging van die ideeën een coherent geheel opleverde.


Rotsvast geloof

Scheichelbauer heeft de 88 pagina’s van zijn essay echt nodig om zijn betoog te ontvouwen – hij verspilt geen woord –, maar ik zal de kern in mijn eigen woorden samen te vatten. (Ik ben niet bang voor Hermans meer, maar na lezing van dit strenge betoog wel voor Scheichelbauer.) Aan zijn puberale lectuur van Nietzsche ontleende Hermans het idee dat de wereld een chaos is, waarin eigenlijk geen echte categorieën bestaan, omdat alles voortdurend verandert en in elkaar overloopt. Iedere poging om daar orde in aan te brengen is eigenlijk gedoemd.

Foto: biblioteekje (cc)

Elsevier, het roofdier

OPINIE - In 2015 zette de redactie van het prestigieuze taalkundetijdschrift Lingua, onder leiding van de Leidse hoogleraar Franse taalkunde Johan Rooryck, een belangrijke stap. Nadat was gebleken dat uitgeversmoloch Elsevier niet bereid was om het tijdschrift echt in dienst te stellen van de gemeenschap – er bijvoorbeeld voor te zorgen dat alle artikelen gratis ter beschikking kwamen van alle belangstellenden zonder dat de auteurs daar enorme bedragen voor hoefden te betalen –, stapte de volledige redactie én de redactieraad op, en begon een nieuw tijdschrift, dat wél taalwetenschap van hoge kwaliteit aanbiedt.: Glossa.

Toen duidelijk werd dat Elsevier door zou gaan met Lingua, werd het tijdschrift in de wandelgangen omgedoopt tot Zombie-Lingua. Het was besmet – veel mensen weigerden deel te nemen aan de redactie. Uiteindelijk werd helaas de psycholoog Harry Whitaker bereid gevonden de hoofdredactie op zich te nemen.

Ik weet niet waarom Whitaker dat heeft gedaan. Hij heeft een goede staat van dienst; in het verleden belangrijk werk gedaan op het gebied van de psycholinguïstiek (de term foreign accent syndrome is bijvoorbeeld van hem) en hij heeft ook in de vroege jaren tachtig het belangrijke tijdschrift Brain and Cognition opgericht.

Adequate bronvermelding

Met het huidige Lingua bezoedelt hij zijn reputatie. Tot vroeg dit jaar verschenen er nog vooral artikelen die door het oude team waren behandeld, maar nu staat toch het eerste nummer dat helemaal van de nieuwe redactie is online, en je schrikt je dood. Het zijn allemaal artikelen van zeer lage kwaliteit, en bovendien bij elkaar geraapt uit allerlei inhoudelijke uithoeken van de taalkunde. Van Rooryck weet ik dat hij de meeste van deze artikelen niet eens naar reviewers zou sturen – kansloos. Of zie de bespreking door de letterkundige Martin Paul Eve, die laat zien dat er niet alleen onzin in de artikelen staat (mijn favoriet: ‘Discipline does not seem to be affected by the variable of discipline’), maar dat er ook op bedenkelijke wijze wordt omgesprongen met auteursrechten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Ieder getal in je theorie is een teken van onmacht

OPINIE, RECENSIE - Er is geen groter pedagogische moeilijkheid dan mensen uitleggen dat je iets niet weet. Ik heb herhaaldelijk gezien dat groepen mensen in woede ontstaken als je vertelde dat dit of dat eigenlijk onzeker is. Dat jij dan weliswaar de deskundige bent, maar er toch ook weinig van begrijpt. Wat ben jij dan voor deskundige? Waarom moeten zij dit dan leren respectievelijk er een avond aan besteden?

En toch, als je willekeurige welke deskundige diep in de ogen kijkt, geeft hij toe dat hij in wezen geen idee heeft. De ware taalkundige heeft geen idee wat taal eigenlijk is, de ware bioloog staat voor een raadsel waar het om het leven gaat, en de ware natuurkundige geeft toe: de materiële wereld is maar een bizar samenraapsel.

Waarom mensen daar zo boos over worden, is mij een raadsel.Ik vind het juist wel fijn om zoiets te lezen. Althans, ik zou natuurlijk ook best graag iemand tegen willen komen die alles zou kunnen uitleggen. Maar omdat ik het idee heb dat zulke mensen niet bestaan – dat de mensheid over vrijwel alles in het duister tast –, ben ik wel blij als wetenschappers uitleggen wat precies de grenzen van hun kennis zijn. (Die grenzen liggen verder weg dan bij mij of een andere leek, maar ze zijn er dus wel. Klimaatwetenschappers moeten we niet geloven omdat zij precies weten hoe het allemaal toe gaat, maar omdat zij het waarschijnlijk beter weten.)

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

De Kroonboekenclub | Eindexamen Frans-vwo 2017

COLUMN - Dat er problemen zijn met het eindexamen Nederlands, dat weten we nu wel. Ruim dertigduizend scholieren klaagden dit jaar bij de scholierenvakbond LAKS. Maar hoe zit het met andere examens? Om dat proefondervindelijk te onderzoeken besteedde ik mijn leeszondag aan het eindexamen Frans (vwo).

Dat viel niet mee. Wie dat eindexamen succesvol kan doen en daarna niet urenlang een koude lap om zijn hoofd moet binden, lijkt mij niet geschikt voor deze samenleving.

Het begint met de teksten: een schier eindeloze parade van betrekkelijk korte teksten (twaalf) die allemaal van het type wist-u-dat zijn, het soort dat de gemiddelde gebruikt om een gaatje dat ergens gevallen is nog op te vullen. Wist u dat er in East Anglia een universiteit is waar studenten een half uurtje siesta kunnen houden? Dat  een biohacker in Amerika onlangs zijn eigen DNA getest heeft? Dat het in Marokko sinds april 2010 is toegestaan om (bepaalde) Berber-namen aan je kind te geven? En zo maar door, en zo verder. Een aantal artikelen komen zelfs letterlijk uit een tijdschrift dat de onsterflijk suffe titel Ça m’interesse heette, ‘Dat vind ik nou leuk’.

Minimale afwisseling

Allemaal informatie waar je niets aan hebt en waar je niet op zit te wachten en die alleen dient of je bereid bent uren te besteden aan het consumeren van wetenswaardigheden en daar dan vragen over te beantwoorden. Een artikel over een actueel onderwerp, of over kunst en cultuur, of een artikel dat ergens een wat originelere invalshoek op heeft zat er niet bij.

Foto: copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

De Kroonboekenclub | Een voortreffelijke ridder van Willem Brakman

COLUMN, RECENSIE - Wat zou er zijn gebeurd als Willem Brakman geen Scheveninger was geweest, maar een Colombiaan? Dan was hij misschien toch ook wel in 2008 zijn doodgegaan, maar dan waren er in de Nederlandse boekwinkels allicht nog wel boeken van hem te vinden. Nu ligt hij ergens dood, onder een grote laag stof en vergetelheid en studies. En vind je zijn boeken vrijwel alleen nog langs de kant van de straat, in de gratis bibliotheekjes die mensen hebben opgesteld.

Terwijl het boeken zijn vol leven, de boeken van Brakman. Zoals Een voortreffelijke ridder, de novelle waarin hij zich voorstelt dat Don Quichot in Scheveningen opduikt. Het boek begint met een begrafenisstoet waarin iemand het lijk in het water gooit, tal van kerkgangers erachteraan springen. Wat er daarna gebeurt wordt even later samengevat door een inspecteur van politie:

‘Het voorval,’ zei de Don fier, ‘staat bij mij te boek als het gevecht met de dood en dat acht ik een nobele schermmutseling.’

‘Ik geloof u,’ zei de inspecteur, ‘u kwam te paard naar de kerk, vertelde op de preekstoel over slakken, dwong de gemeente tot het zingen van kinderliedjes, schaakte een zeer gerespecteerd gemeentelid en overweldigde dit in de sacristie. En dan was er meen ik ook nog een opwekking uit de dood. U kunt geen kant meer op, daar sta ik voor in. Als u hier even wilt tekenen.’

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

De Kroonboekenclub | Hel en paradijs van Bettina Baltschev

Het fijne van Amsterdam is dat je er altijd lekker kunt klagen over de buitenlanders. De Duitsers waren de rolkoffertoeristen van de jaren dertig. “Ik ‘kook’ van woede als ik zie hoe Amsterdam veranderd in een Duitse stad”, schreef ‘een ontwikkelde dame’ in 1938 aan Het Liberale Weekblad. De Duitsers vormden naar schatting van de Duitse cultuurwetenschapper en journaliste Bettina Baltschev zo’n vijf procent van de bevolking van de stad, waaronder een substantiële groep van mensen die gevlucht waren voor Hitler.

RECENSIE - Ze waren soms irritant: “Ze droegen kostbare bontjassen en sieraden en plaatsten hun bestellingen in cafés, ijssalons en winkels in het Duits, dikwijls op zeer luide toon. Van de conducteur in tramlijn 24, die door de Amsterdammers nu steevast ‘Berlijn-Express’ werd genoemd, eisten ze hun kaartje op niet mis te verstane wijze in het Duits.”

Maar de Exil bracht de stad ook een ongekend literair leven gebracht. Daarover gaat Baltschevs boek Hel en paradijs. Amsterdam en de Duitse exilliteratuur. Dat in Amsterdam boeken van Klaus en Thomas Mann, van Lion Feuchtwanger, van Joseph Roth zijn uitgegeven – heeft dat nog zijn sporen nagelaten in de stad?

Roman

Baltschev denkt van wel. In haar boek  gaat ze na wat die sporen precies zijn. Ieder hoofdstuk begint met een beschrijving van een locatie in Amsterdam die nog op de een of andere manier aan die jaren dertig doet denken (antiquaar Kok, café Scheltema, het Waterlooplein), als het decor voor haar hoofdpersonen, dat zijn vooral de redacteur Fritz Landshoff, de schrijver Klaus Mann en de uitgever Emanuel Querido. Waarom ze precies deze drie heeft uitgekozen, wordt niet helemaal duidelijk. Het brengt iets onevenwichtigs in het boek: waarom krijgen we over de concurrerende Amsterdamse exil-uitgeverij Allert de Lange vooral te horen dat Querido er een hekel aan had en dat Mann ervoor werkte?

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-11-2022

De Kroonboekenclub | Omero, Iliade van Alessandro Barrico

RECENSIE - Er zijn mensen die de Grieks goden achterhaald vinden. Mensen die denken dat er vooruitgang zit in het afschaffen van goden. Wie heeft er ooit Artemis in levenden lijve gezien? Nou dan!

De Italiaanse schrijver Alessandro Barrico is zo iemand. Hij is in Nederland geloof ik vooral bekend van zijn essay De barbaren, waarin hij onder andere beschrijft hoe de cultuur steeds meer in hapklare brokken wordt opgediend. Ingewikkelde boeken lezen is niet meer nodig om te kunnen meediscussiëren, het lezen van een paar blogposts volstaat.

Slechts een paar jaar voor De barbaren publiceerde Barrico het boek Omero, Iliade, waarin hij zelf het kunstje laat zien: hij maakt een boek zogenaamd toegankelijk voor de hedendaagse mens. Hij doet dat door de goden eruit te snijden, en het verhaal daardoor volkomen onbegrijpelijk te maken.

Dat je als schrijver een boek ‘Homerus, Ilias’ noemt is natuurlijk een verrassende stap. Toen onlangs  de nieuwe vertaling van Anna Karenina door Hans Boland verscheen, merkten interviewers op dat de naam van de vertaler prominent op het omslag prijkte. Boland zei dat hij de lezer zo wilde duidelijk maken: je gaat niet de Anna Karenina van Tolstoj lezen, maar die van Hans Boland. Maar er werd nog niet gesuggereerd dat het boek ‘Leo Tolstoj, Anna Karenina’ zou heten. Het is een teken van hoezeer Barrico zich het boek heeft toegeëigend.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

De Kroonboekenclub | Hoe een klein rotgodje God vermoordde

OPINIE - Guus Kuijer is de uitvinder van een nieuwe stroming in het Nederlandse geestelijk denken: het vrijzinnig atheïsme. Hij gelooft niet in God, maar hij valt er anderen niet mee lastig. Zijn gedachtewereld staat tegenover die van orthodoxe atheïsten als Richard Dawkins als het denken van Harry Kuitert tot dat van de SGP, en de ware atheïst zal het dan ook behoorlijk moeilijk hebben met het werk van Kuijer van de afgelopen jaren: van zijn Bijbel voor ongelovigen, waarvan binnenkort het laatste deel verschijnt tot en met zijn tien jaar geleden verschenen Hoe een klein rotgodje God vermoordde.

Kuijer weigert namelijk uit te gaan van de centrale premisse van het strenge atheïsme dat alle geloof gebaseerd is op halstarrige onnozelheid. Die premisse kan bijvoorbeeld niet verklaren waarom grote geesten zich eeuwenlang met dat geloof hebben beziggehouden. Er móét wel iets waardevols in het geloof zitten – goede verhalen, waardevolle inzichten – en Kuijer wil dat eruit proberen te peuren.

Miezerig Mannetje

Dat betekent niet dat hij zich wil overgeven aan een vaag ietsisme, integendeel. Van de wereldgodsdiensten roept het jodendom duidelijk de meeste sympathie bij hem op, en wel vanwege de doorlopende rationele discussie die er (in ieder geval volgens Kuijer) wordt gevoerd – door de joden onderling, én door de joden met hun God. In Klein rotgodje haalt Kuijer verhalen aan waaruit blijkt dat mensen in het Oude Testament God soms tot de orde riepen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

De Kroonboekenclub | Karakter, van Ferdinand Bordewijk

COLUMN - Ieder boek dat je leest, plooit zich naar de tijd waarin je het leest. En zo las ik Karakter, de magistrale roman van Bordewijk uit 1938, ineens niet als een boek over hoe je door hard werken op kunt klimmen, hoe je als zoon vermorzeld kan raken tussen je vader en je moeder of over het vooroorlogse Rotterdam, maar als een boek over het feminisme.

Het boek gaat over Jacob Willem Katadreuffe, onwettig zoon van de deurwaarder Dreverhaven, die de naam van zijn moeder, de handwerkvrouw Katadreuffe aanneemt, en die op zekere leeftijd ineens tot grote ambitie wordt gedreven en zich dan, ondanks allerlei tegenwerking van zijn vader en kennelijke desinteresse van zijn moeder met hard werken weet op te werken tot advocaat. Maar op de achtergrond speelt de hele tijd de vraag een rol of en hoe vrouwen en mannen van elkaar verschillen, en vooral: wat dit betekent voor het werk.

In opkomst

Karakter speelt zich af in het interbellum, althans de periode waarin men zich ‘na de Oorlog’ waande. Het is ook de periode waarin vrouwen een plaats krijgen op de werkvloer: van de vier advocaten op het kantoor waar Katadreuffe wordt aangenomen is één vrouw. Al wordt zij daarover door haar mannelijke collega’s geregeld in de maling genomen – collega’s die zich als het feest is in de armen van ‘lichte vrouwen’ werpen –, die ene vrouw weet haar mannetje te staan. Zoals ook de telefoon op kantoor wordt aangenomen door een vrouw, hoewel de baas eigenlijk vindt dat zulk werk door een man gedaan moet worden. Die baas blijkt overigens een vrouw te hebben die beter auto’s bestuurt dan de mannen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het idealisme stierf precies 100 jaar geleden een beetje

Dat honderd jaar geleden het idealisme enorme knauwen kreeg, dat weet natuurlijk iedereen. Had je aan het eind van de negentiende eeuw of aan het begin van de twintigste misschien nog kunnen geloven aan wereldwijde verbroedering van de arbeiders, aan een wereld waarin alles mooier en beter zou worden – de Eerste Wereldoorlog maakte er een bruut einde aan. En dan was er nog de vreselijke bolsjewistische revolutie in Rusland.

Een symbool voor dat sterven van het idealisme is voor mij ook altijd een gebeurtenis geweest die vandaag precies 100 jaar geleden was: de dood van Lejzer Ludwik Zamenhof.

Alles wat ik mooi vind aan het negentiende idealisme had deze Pools-joodse oogarts in zich verenigd. De wil om de wereld een beetje redelijker te maken, en daardoor mooier. De gedachte dat de mensheid de grote problemen waar ze voor gesteld staat alleen kan oplossen door samen te werken, en dat samenwerking betekent: elkaar een beetje tegemoet komen. De wil om keihard en dag en nacht te werken voor deze idealen. En de gedachte dat met al dat werken inderdaad een betere wereld zou ontstaan. Een naïeve gedachte, jazeker, maar tegelijk waarschijnlijk onze enige hoop.

Redelijkheid

Voor zover Zamenhof nog bekend is, is hij dat als de maker van het Esperanto. Hij bedacht die taal als kind, en kwam er in 1887 mee naar buiten, 28 jaar na zijn geboorte en 30 jaar voor zijn dood, door in eigen beheer een onooglijke brochure uit te geven (‘Internationale taal’) met een ontwerp van zijn taal, en een paar voorbeeldteksten. Hij deed het onder pseudoniem en in eerste instantie met de intentie om de wereld verder over de ontwikkeling en de voortgang van zijn taal te laten beslissen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Boekenweek! | Makkelijk leven

RECENSIE - Tom Sanders, de hoofdpersoon van Herman Kochs boekenweekgeschenk, zou goedkeuren dat ik dat boekenweekgeschenk hier bespreek. De boekenweek werd op Sargasso namelijk afgetrapt met een oproep door Jona Lendering en Marcel Hulspas om ons niet te richten op “bestsellers van celebrities als Herman Koch” en te “negeren wat boekhandels ons aanbieden”. Zoals het boekenweekgeschenk.

Tom Sanders denkt daar anders over. Hij is de auteur van een bestseller, een zelfhulpboek dat Makkelijk leven heet, net als het boekje dat de boekhandel ons in een oplage van ruim 600.000 exemplaren aanbiedt. Dat zelfhulpboek is, geloof ik, behoorlijk anders dan het gemiddelde zelfhulpboek. In ieder geval stel ik me voor dat zulke boeken meestal als advies geven om je niet te ergeren aan je medemens. Dat is nergens voor nodig, dat is zonde van de tijd. Tom Sanders is het daarmee eens. Hij heeft alleen een andere remedie: andere mensen moeten ophouden zich te ergeren aan jou. En ook zelf moet je ophouden te proberen je de hele tijd te verbeteren.

Je moet makkelijk leven.

Het leven niet waard

Aan het eind van het boekje vat hij een en ander samen in elf handige tips: “Vergeef de ander; vergeef jezelf; feliciteer jezelf” bijvoorbeeld, of “Probeer niemand te veranderen, ook jezelf niet”. Hij leeft ook naar zijn eigen adviezen, en heeft het daarmee behoorlijk goed voor elkaar. Geen gekrabbel op marginale weblogs, maar internationale bestsellers. Een gezonde relatie met zijn vrouw, twee succesvolle volwassen zonen. Niet de neiging om allerlei boeken te moeten lezen die verder niemand leest, maar de neiging om zijn kleinkinderen vol te stoppen met ordinair snoep dat ze van hun moeder niet mogen eten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

De Kroonboekenclub | Yes, we Karabulut

COLUMN - Nu het dit jaar onmogelijk lijkt om strategisch te stemmen, (wat zou de strategie moeten zijn), hoor je ineens allerwegen mensen oproepen tot stemmen ‘met het hart’, of ‘voor je idealen’, of op degene die je het liefst als premier zou zien. Ik heb me voorgenomen om daar allemaal niet aan mee te doen. Ik ga stemmen op continuïteit in de Tweede Kamer. Op dezelfde partij als vijf jaar geleden, omdat ik geen zwevende kiezer wil zijn.

Alle linkse partijen lijken op elkaar. Iemand die zegt dat ze vol overtuiging op GroenLinks, de Partij voor de Dieren of de SP stemt, en de andere twee uit dat rijtje onacceptabel vindt, is niet goed wijs, volgens mij. De partijen leggen de accenten anders, zeker, en de een doet dit beter dan de ander, op een aantal zaken (waaronder cruciale) hebben de partijen verschillende keuzes gemaakt, en op basis daarvan kun je ook heus verschil maken. Ze hebben bovendien verschillende communicatiestrategieën. Maar wat mij betreft hadden ze vleugels van dezelfde partij mogen zijn – waar ook de Partij van de Arbeid nog een rechtervleugel in zou kunnen vormen.

Onevenredig snel

Voor mij wordt het de SP. Ik kies dat onder andere andere omdat ik GroenLinks de ‘constructieve’ houding nog steeds kwalijk neem waarmee ze ermee hebben ingestemd dat Griekenland in een modderpoel moest worden geduwd, en omdat de Partij voor de Dieren te weinig bestuurlijk is. Maar aan de SP heeft natuurlijk ook van alles waar ik het niet mee eens ben – hun keuze tijdens het Oekraïnereferendum, bijvoorbeeld.

Vorige Volgende