Hans Overduin

130 Artikelen
19 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Hans Overduin doceerde geschiedenis in het middelbaar onderwijs en bij de Koninklijke Landmacht. Hij raakte geïnteresseerd in volkscultuur door zijn specialisatie in de Middeleeuwen en de middeleeuwse literatuur.
Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een zootje ongeregeld

COLUMN - Volgende week is het weer zover: een groot deel van de Nederlandse bevolking heeft er vanaf de elfde van de elfde hartstochtelijk naar toe geleefd, een ander deel van de bevolking zou in dit verband graag Sheldon Cooper citeren (The horror!) en een grijze meerderheid zal het allemaal een worst wezen. Maar vanaf 3 maart is met name het zuiden van ons land in de ban van carnaval en overal waar het christendom mondiaal aanwezig is, bestaat dit volksfeest. Dit festijn is derhalve één van de belangrijkste onderwerpen binnen de bestudering van etnologie en folk-lore.

Het zou vrij eenvoudig zijn hierover een zesdelig, in varkensleer gebonden handboek te schrijven, maar aangezien ik bij Sargasso hiervoor de ruimte niet krijg, beperk ik mij tot het uitlichten van twee deelonderwerpen, verdeeld over vandaag en volgende week. Het carnaval in Nederland heeft zich in de negentiende eeuw opnieuw uitgevonden na een carnavalloze periode van een paar eeuwen. Het huidige carnaval verschilt nogal van het feest zoals het in de Middeleeuwen werd gevierd in het gebied dat nu Nederland heet, en daarover gaat de blog van vandaag.

Omdat het tegen mijn aard ingaat om een onderwerp in het diepe te gooien, eerst een paar inleidende opmerkingen. In feite is het beter alles wat u over carnaval weet, opzij te zetten, zelfs de term ‘carnaval’. Hoewel dit woord al in 965 n.Chr. voorkomt in een document, de ‘akte uit Subiaco’, komt ‘carnaval’ in Nederland pas voor in 1673 en wel in het tijdschrift Mercurius.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een Friese Sinterklaas

ACHTERGROND - Wie dacht dat wij op 6 december 2018 weer voor een jaar verlost waren van de goedheiligman en zijn wel of juist niet discutabele begeleiders, heeft het helaas mis. Nu zijn Friezen nogal eigenzinnig, een vaststelling die zo cliché is dat het niet of nauwelijks nog opgevat kan worden als een belediging of compliment, maar het feit dat er precies in het midden van deze provincie een dorpje ligt dat jaarlijks op 21 februari Sinterklaasavond viert, is een opvallende illustratie.

Nu ligt de zaak, zoals te verwachten, minder eenvoudig dan het op het eerste gezicht lijkt. In de eerste plaats gaat het hier om een syncretisme van twee feestdagen: de verjaardag van Sinterklaas en de naamdag van Petrus (22 februari), één van de bekendste discipelen van Jezus van Nazareth, in Nederlandstalige streken beter bekend onder de naam Sint-Pieter. Zijn feestdag wordt vanouds gezien als het begin van de lente, dus wie hier alweer vruchtbaarheidsriten ruikt, ruikt niet verkeerd. Hiernaast is deze feestdag niet alleen zuivere folklore maar deels ook ‘invented tradition’, althans in Ons Dorp. Aan het einde van de negentiende eeuw was de viering van de feestdag ingezakt en de leidster van de plaatselijke Nutsbewaarschool (kleuterschool), juf Riek Jansen (1879-1969), besloot met de nodige aanpassingen het feest rond 1900 nieuw leven in te blazen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Verdronken eiland

Als in een duistere november- of februarinacht de wind rond het huis beukte, wilden wij studenten nog wel eens in een gepaste beschonken toestand de ‘Zuiderzeeballade‘ (1959) aanheffen. Luidkeels uiteraard, niet alleen omdat studenten altijd luidkeels zingen, maar omdat we wel boven de storm uit moesten komen. Na de versregel “die jongen…is je ome, die is dood” lasten we altijd na een langgerekt ‘dóóód’ een ‘Generalpause’ in, niet uit respect voor de ome van het jochie die in het harnas gestorven was, maar om de dramatiek op te voeren. Na een paar seconden ijzingwekkende stilte viel het hele corps als geleid door een onzichtbare dirigentenhand als één man in waarna het lied tot een einde werd gebracht met de slotregel “En aan de horizon ligt Emmeloord”.

Maar wat ons ontging was dat er met deze regel iets opmerkelijks aan de hand is. De regel is namelijk ambigu.

Emmeloord

Tekstdichter Willy van Hemert zal hiermee ongetwijfeld de hoofdstad van de Noordoostpolder op het oog hebben gehad, gebouwd vanaf 1943. Er is echter een authentieker Emmeloord dat nog steeds bestaat. Al is er nog maar heel weinig van over, het staat als onderdeel van het voormalige eiland Schokland nota bene sinds 1995 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. “Emmeloord” is één van de vele topografische namen die teruggaat op een oude naam van een vergeten plaats of waterloop van vóór of na de inpoldering van het zeegebied dat nu de Noordoostpolder heet.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Maria Lichtmis

COLUMN - Hoe meer je je met volkscultuur en (historische) etnologie bezighoudt, hoe meer de hele cultuur aan elkaar lijkt te hangen van seizoensfeesten en de daarmee verbonden vruchtbaarheidsriten. De komst van het christendom maakte het er niet simpeler op met door de kerk opgelegde kersteningen links en rechts en heidens gebruiken die doodleuk naast of tijdens het christelijke feest bleven bestaan aan waar niemand moeite mee scheen en schijnt te hebben. Met name de insulaire gebieden zijn hier goed in.

Bovendien kent de volkscultuur fenomenen met talrijke zijtakken die weer in de zijtakken grijpen van andere volksfenomenen. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat het feest van Maria Lichtmis, dat twee dagen geleden gevierd is, samen zou hangen met het oprichten van de Sint Brigida-den in Noorbeek? Maar laten we bij het begin beginnen.

Maria Lichtmis: het christelijke feest

Het feest dat tegenwoordig meer bekendstaat onder de benaming de ‘Opdracht (of Presentatie) van de Heer in de Tempel’ is in het westen niet één van de bekendste christelijke feesten, behalve in de Oosters-Orthodoxe Kerk, waar het gevierd wordt als één van de twaalf grote feesten en vanouds Hypapante (“ontmoeting”) genoemd wordt. Men moet dit Maria-feest niet verwarren met het feest van de ‘Besnijdenis van de Heer’ dat op 1 januari wordt gevierd, hoewel alleen nog in Rooms-Katholieke parochies die de oude Tridentijnse Ritus volgen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Middeleeuwse monsters

COLUMN - Het dierenrijk is grofweg te verdelen in drie categorieën: (1) levende c.q. bestaande dieren, (2) uitgestorven dieren en (3) fantasie- fabel- en mythologische dieren. Om deze laatste groep gaat het in deze blog en ik zal ze in het vervolg voor het gemak kortweg ‘fabeldieren’ noemen.

De toch al simpele onderverdeling is bovendien niet zo consistent als het lijkt, want er zijn de nodige dieren die vrolijk heen en weer wippen tussen deze categorieën. En dan gaat het niet zozeer om de reële kwaliteit van het betreffende dier, maar hoe het door onderzoekers beschouwd wordt. Zo werd in 1938 in Zuid-Afrika een levende Coelacanth gevangen en in 1998 nabij Indonesië een tweede, een vis waarvan de wetenschap van mening was dat die zo’n 65 miljoen jaar geleden was uitgestorven. De Coelacanth promoveerde vervolgens van categorie 2 naar categorie 1.

In Siberië was al geruime tijd door inscripties op stèles een imposant dier bekend dat door onderzoekers naar het rijk der fabelen was verwezen, tot het een paar honderd jaar later een skelet van het beest werd gevonden; het bleek ‘gewoon’ een onbekende dinosaurussoort te zijn en zo promoveerde het dier van categorie 3 naar 2.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Met Indiana Jones naar Sentinel

COLUMN - Volkeren en stammen die sinds hun ontstaan tot op de huidige dag geheel of bijna helemaal geïsoleerd hebben geleefd, is er iets spannenders denkbaar voor etnologen, antropologen en geografen? Vragen die ik zou stellen: hoe hebben deze schriftloze mensen hun traditie doorgegeven? Wat is hun wereldbeeld en met name boven- en onderaardse beeld? Welke taal spreken zij? En misschien wel de belangrijkste vraag: in hoeverre zijn de kenmerken van hun huidige situatie te extrapoleren naar andere oervolken in heel andere delen van de wereld die wel allang zijn uitgestorven, zoals onze eigen Hunebedbouwers, zodat wij meer inzicht in hun gedachten en handelen krijgen?

We kennen allemaal de (soms letterlijke) indianenverhalen over ‘verloren stammen’ in het Amazone-gebied en Nieuw-Guinea (1938: ontdekking Dani-Papoea’s in de Baliemvallei), maar wat is daar qua geïsoleerdheid nog van over? En als zo’n volk eenmaal is ontdekt, hoe ga je daar vervolgens veldonderzoek doen, mocht daar überhaupt toe besloten worden? Stel je gewoon een wetenschappelijk team samen of is het voor de veiligheid beter eerst Indiana Jones of Lara Croft er op af te sturen?


John Allen Chau op Sentinel

Pas na de commotie over de Nashville-verklaring realiseerden zich velen dat er nog steeds groepen van extreem-orthodoxe christenen bestaan. Ze bleken niet uitgestorven, maar hun aantal is juist stijgende, ook in Nederland. Zo fronsten ook velen hun wenkbrauwen toen in november vorig jaar bekend werd dat er op een afgelegen eilandje in de Indische Oceaan de Amerikaanse zendeling John Allen Chau met pijl en boog was vermoord.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Orale tradities en mythen van de Roma

ACHTERGROND - In de tweede helft van het eerste millennium n.Chr. raakt in noordelijk India een compleet volk op drift. De reden is nog steeds niet echt duidelijk en door het volk zelf allang vergeten. Onderzoekers vermoeden dat het hier om ‘onaanraakbaren’ gaat, leden van de laagste kaste van de Indiase maatschappij, die als slaven hun vrijheid hadden verkregen en bij gebrek aan territorium maar gingen zwerven. Dit is echter slechts een vermoeden.

Hun herkomst is pas vele eeuwen later door westerse onderzoekers vastgesteld op basis van linguïstisch en genetisch onderzoek. Het volk had (en heeft) wel een eigen taal, het Romani, maar die werd niet op schrift gesteld zodat er geen sprake is van een schriftelijke maar alleen van een orale traditie. Bovendien werd hun taal net als hun tradities sterk beïnvloed door de landen waar zij doorheen trokken.

Vergeten verleden

In de vorige eeuw werd al vastgesteld dat orale tradities, als die niet consequent en nauwkeurig worden doorgegeven, zoals de oude Griekse epen, binnen de kortste keren deformeren en zelfs verloren gaan. Na verloop van een aantal eeuwen kon het volk zich daardoor weinig herinneren over zijn oorsprong en ging verhalen hieromtrent verzinnen, een ‘invented tradition‘ om zijn afkomst en daarmee zijn bestaan te legaliseren.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Bonfires en vreugdevuren

Vanaf de zevende verdieping van ons flatgebouw, dichterbij Delft dan bij de kust, lekten de vlammen van de 42 meter hoge houtstapel op het strand zichtbaar boven de hoogbouw uit. De vuurzee zelf zal meer dan vijftig meter hoog geweest zijn. Het concurrerende vreugdevuur van Scheveningen-Duindorp, ruim een kilometer naar het zuiden, was niet te zien, maar de brandstapel was dan ook slechts dertig meter hoog.

Hoe het afgelopen is hebben we allemaal in de media kunnen lezen, zien en horen. “Wat een belachelijke traditie”, mompelde één van onze buren. In het eerste had hij gelijk, in het tweede niet. De jaarlijkse Scheveningse vreugdevuren zijn net zo min traditie als het jaarlijkse vuurwerk dat rond de jaarwisseling wordt afgestoken.

Hoezo, vuurwerktraditie?

Dit laatste is pas ontstaan na de Tweede Wereldoorlog, toen de Nederlanders uit Nederlandsch-Indië, inmiddels verzelfstandigd tot Indonesia, terugkeerden en de Chinese traditie meenamen om bij de jaarwisseling en andere belangrijke momenten vuurwerk af te steken teneinde de demonen te verjagen. Dit kreeg een boost toen in de zeventiger jaren Chinezen massaal naar Nederland kwamen teneinde ons nogal magere culinaire repertoire uit te breiden.

Deze traditie werd al snel geconfisqueerd door de straatjeugd, met name in Den Haag, waar de meeste Indische Nederlanders waren neergestreken, en in Amsterdam, waar de meeste Chinese immigranten een restaurant hadden geopend, en die zo lekker aansloot bij de ‘legale criminele activiteiten’ die al voor de oorlog met Oude en Nieuw plaatsvonden: kerstbomen, auto’s en autobanden in brand steken en vervolgens de politie uitdagen. Nogal een breuk met de oorspronkelijke Chinese traditie.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een mystica jubileert

LONGREAD - Een column over de Middeleeuwse mystica Beatrijs van Nazareth (ca.1200-1268) past niet echt in een serie over volkscultuur – hoewel ze in de volkstaal schreef en niet in het Latijn – maar een verhaal over een christelijke zalige in de laatste, toch al tot enige bezinning aanzettende week van het jaar, kan geen kwaad. Bovendien is er een aanleiding: het was dit jaar 750 jaar geleden dat deze voor de Brabantse mystiek en de Nederlandse literatuur zo belangrijke vrouw is overleden. Alle reden dus voor een longread.

Voor de verandering gaat het nu eens niet over een vage heilige wier biografie een paar honderd jaar na overlijden terechtkwam in de beruchte Legenda Aurea, maar om een historische figuur. Beatrijs van Nazareth wordt binnen de Middelnederlandse mystiek in één adem genoemd met Hadewijch en Jan van Ruusbroec. Haar ‘jubileum’ werd op 29 augustus (haar feestdag) 2018 gevierd in de abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth in Brecht (België), een rechtstreekse voortzetting van de gelijknamige abdij die in 1236 door haar vader was gesticht.

Biografie

Er is in tegenstelling tot de werken van Hadewijch en Jan van Ruusbroec slechts één geschrift van Beatrijs overgeleverd, het mystieke traktaat Van seven manieren van heiliger minne, waarover straks meer.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | “The Nine Worthies”

COLUMN - Voor de verandering eens een Engelstalige titel, want het gangbare Nederlandse equivalent lijkt teveel uit de sfeer van de Veronica top040 te komen: ‘De Negen Besten’, hoewel de laatste letter van het derde woord erop duidt dat het hier gaat om personen. Ze staan ook bekend onder benamingen als ‘Nine Good Heroes’, ‘Neun Guten Helden’, ‘Les Neuf Preux’, ‘I Nove Prodi’ en ‘Van neghen den besten’, hetgeen er op wijst dat we hier met een internationaal verschijnsel te maken hebben.

Om de lezer die nog nooit van het fenomeen gehoord heeft eerst uit de droom te helpen: de Negen Besten stellen drie triaden voor van de meest succesvolle ridders c.q. vorsten die de wereld tot de veertiende eeuw had voortgebracht. Het is een motief/topos dat voortkomt in de West-Europese literatuur en kunst in de periode van pakweg de veertiende tot de achttiende eeuw. Het motief nam een hoge vlucht gedurende de chaotische tijden van de Late Middeleeuwen, die gedomineerd werden door veranderingen, onzekerheden, oorlogen, hongersnoden en epidemieën.

Naast het ideaalbeeld van het aristocratische, rechtvaardige en hoofse ridderschap (provesse) is ook het ubi sunt-motief eigen aan dit fenomeen, wat populair omschreven zou kunnen worden als ‘waar zijn de helden als je ze nodig hebt’. Het motief vertolkt zo ook de vanitas, de vergankelijkheid van al het aardse. De Negen Helden vertegenwoordigen zo het pijnlijke verlangen naar de grote tijden van vroeger.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | David Pinto

In mijn column van 3 september had ik het over de tweedeling binnen culturen, zoals die met name na de Middeleeuwen zichtbaar werd. Zo stelde de Amerikaans antropoloog en ethnolinguïst Robert Redfield (1897-1958) in de jaren dertig een dualistisch model voor waarbij hij onderscheid maakte tussen de ‘great tradition’ van de meer intellectuelen en geletterden, de bovenlaag van de bevolking, en de ‘little tradition’ van de overigen. Tegenwoordig spreekt men van ‘elitecultuur’ en ‘volkscultuur’ of een aantal varianten zoals ‘high brow and low brow culture’ die in feite op hetzelfde neerkomen. Deze indeling is in feite te simplistisch – ze negeert de wisselwerking tussen beide en het feit dat er veelal sprake is van een glijdende schaal – maar wel helder.

Op het begrip ‘cultuur’ ben ik destijds niet ingegaan. Er bestaan talloze definities van cultuur die in de regel afhankelijk zijn van de discipline waarbinnen de term wordt gehanteerd: de geschiedeniswetenschappen, de antropologie, de sociologie en zo voort. De meest abstracte wijze om ‘cultuur’ te definiëren is om het simpelweg te plaatsen naast ‘natuur’: het verwijst dan naar menselijke activiteit en de symbolen die deze activiteit betekenis geven. In Interculturele communicatie (1990) geeft de Amsterdamse emeritus David Pinto de volgende (sociologische) definitie van cultuur:

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | De Roma en Zwarte Sara

ACHTERGROND - Nee, Zwarte Sara is niet de feministische variant van Zwarte Piet. Zij ligt meer in het verlengde van de Zwarte Madonna’s wier zwartheid waarschijnlijk verwijst naar de kleur van de aarde, de duisternis waaruit iedereen geboren is, en daarmee verbonden vruchtbaarheid. Wat dat betreft is het dezelfde zwartheid van de vruchtbaarheidsfiguren die tijdens de kerstening van Europa tot duivels werden gedegradeerd. Zwarte Sara is de niet door de kerk van Rome erkende beschermheilige van de zigeuners, in hun eigen taal ‘Sara e Kali’ genoemd.

Om het onderwerp in perspectief te plaatsen eerst iets over de zigeuners. Door hun vaak zelfgekozen isolement vormen ze voor de volkscultuur een bijzonder interessant onderwerp. De lezer zal op zijn klompen aanvoelen dat het niet gaat om één volk, maar om een geheel van vele vertakkingen, stammen en clans.

De etymologie van ‘zigeuner’ is onzeker en complex. Sommige onderzoekers menen dat het woord afkomstig is van het Hongaarse ‘cigány’ of het Latijnse ‘secanus’, anderen menen dat het woord via ’tsigan’ is afgeleid van ‘atsinganoi’ of ‘athiganoi’, Georgisch c.q. Grieks voor ’tovenaar’. Interessant is de herkomst van de Engelse benaming ‘gypsy’ en de Spaanse naam ‘gitano’, die elk zijn afgeleid van ‘Egyptisch’. Veel zigeuners hebben verklaard uit Egypte te komen. Vanaf de late Middeleeuwen komen in Europa de woorden ‘syngainder’ (1575) en ‘zigeyner’ (1595) voor.

Vorige Volgende