Wie wordt de baas van de rommelpartij?
De zaterdagcolumn van Felix Rottenberg uit de papieren editie van het Parool verschijnt iedere zondag (of de dag daarna) op Sargasso.
Alexander Pechtold of Lousewies van der Laan? Een maand geleden leek het erop dat Pechtold zijn concurrente zou kloppen. Maar mijn intuïtie hapert nu. Opnieuw de mannen geconsulteerd die het kunnen weten, de debatroutiniers Martijn de Greve – dé campagnesouffleur van Lodewijk
Asscher – en Pieter Hilhorst. Zij leiden – net als een maand geleden bij de VVD – de debatten bij de partijleidersstrijd van D66. Hilhorst is overtuigd van de overwinning van Pechtold. De vorige keer negeerde hij de waarschuwingen van zijn beeldschone Pallas Athene, want hij wist het zeker, zijn intuïtie zat goed: Verdonk zou Rutte verslaan. Martijn de Greve voorspelt dat Van der Laan gaat winnen. Hij gaat gelijk krijgen, zegt mijn intuïtie aarzelend. Is het eigenlijk belangrijk wie de dienst gaat uitmaken bij D66? Niet echt, omdat D66 al maanden een rommelpartij is. Het leiden van een kwetsbare partij komt vier jaar te vroeg, zowel voor Pechtold als Van der Laan.
Ze zijn aan het oefenen, testen ideetjes en zoeken naarstig naar een koers. Retorisch is Pechtold sterker. Hij is een zalenman, speelt met vragen uit de zaal, neemt ongegeneerd wat maniertjes van Wiegel over, is een beetje houterig en op het eerste gezicht arrogant. Maar Pechtold kan, als hij wil, goed luisteren en reageert slim op de kritiek op zijn optreden.