Detailpolitiek (7): Tentamenfraude
En toen was er nog meer fraude in het HBO. Vorige week bleken studenten bij Hogeschool Windesheim elkaars tentamens te kunnen maken omdat ze met hun collegekaart konden frauderen. En al direct daarna kwamen twee andere gevallen naar boven: een schoonmaker had bij Hogeschool InHolland tentamens gestolen en aan studenten doorverkocht. Ook bij de Hogeschool Utrecht bleek tentamenfraude te hebben plaatsgevonden. Wat doe je als Kamerlid als je zulke verhalen hoort?
Snel in actie
Niemand is ervoor om het imago van hogescholen nog verder te laten verslechteren en dus is actie geboden. Boris van der Ham wilde vorige week al dat de Hogeschool Windesheim geholpen werd aan meer expertise om de fraude aan te pakken. Maar deze week gingen Kamerleden pas echt los. Studenten die frauderen worden nu veel te zacht aangepakt, vonden PvdA en PVV. Frauderende studenten worden nu dikwijls geschorst of verwijderd van school, maar zouden voortaan geweerd moeten worden van alle hogescholen.
Er kwam snel steun voor het voorstel uit onverwachte hoek: de LSVB was het ermee eens en bovendien kreeg het PvdA/PVV-voorstel bijval van InHolland-baas Doekle Terpstra. Hij twitterde: “PvdA en PVV willen student die fraudeert hard aanpakken. Volledig mee eens. Fraude betekent wat mij betreft biezen pakken. Geen gedoogbeleid.” Vorige week was mijn stelling al dat het onderwijs mooi opgescheept zit met Kamerleden die niets van onderwijs lijken te weten. Maar nu blijkt het fenomeen veel breder: allerlei studenten en collegevoorzitters hebben ook geen idee.