De geschiedschrijving is Adolf Hitler niet gunstig gezind, hij is een anti-symbool voor gelijke rechten, vrijheid en democratie, kortom de liberale waarden die in de huidige westerse maatschappij niet aan twijfel onderhevig zijn. Tegenwoordig leren onze kinderen op school dat ‘Hitler’ heeft kunnen gebeuren door een gebrek aan democratische instituten en tradities, anti-semitisme en de macht van een terreur-bewind. In demonstraties voor en tegen van alles en nog wat, lezen we leuzen als ‘Sharon=Hitler’, ‘Bush=Hitler’, ‘Al-Qaida=Hitler’, ‘Arafat=Hitler’, ‘Fortuyn=Hitler’, ‘Canadese zeehondenknuppelaars=Hitler’ etc.
Ondanks of vanwege mijn historische achtergrond ben ik echter altijd een falikant tegenstander van historische paralellen geweest, en geloof ik nauwelijks dat men van de geschiedenis leert. Desondanks zijn historische parallellen soms even verleidelijk als misleidend, zoals in het geval van een vergelijking tussen de Nationaal-Socialistische bewegingen in het begin van de twintigste eeuw en de radicaal Islamitische bewegingen aan het begin van de een-en-twintigste eeuw. Wat opvalt bij een nadere analyse van fenomenen die kenmerkend zijn in beide bewegingen is opmerkelijk, en misschien leert de geschiedenis in dit geval ons wel iets: soms zijn radicalen niet slechts radicaal vanwege armoedige omstandigheden, maar vanwege onuitroeibare vooroordelen en fanatisme.
Wat zijn de opmerkelijke overeenkomsten tussen Nazis en radicale Islamieten?
– ‘volkisch’ vs. ’tribal’,
– steun van religieuze instituten,
– weerzin tegen modernisering en democratische maatschappij,
– cultivering van de dood als ultieme offering,
– verering van een leider,
– anti-semitisme,
– destructief,
– de aartsvijand,
– mannelijke verbroedering als strijders.
Dit zijn slechts de meest opvallende overeenkomsten die in eerste instantie opvallen.