Academisch werk- en denkniveau bestond nog in 1938, maar nu 40% van de bevolking hoger onderwijs heeft gevolgd, is die term niet veel meer waard. Volgens HROrganizer, een bedrijf gespecialiseerd in HR-instrumenten, is de term niet langer bruikbaar:
Mensen met een afgeronde HBO studie scoren gemiddeld nagenoeg hetzelfde op cognitieve tests als mensen met een afgeronde WO studie. Maar ook tussen MBO en HBO is er geen significant verschil te ontdekken.
Dat is een interessante bevinding.
Maar leuker nog vond ik de grafiek die bij de blog is opgenomen, De grafiek is van Jacob Luning Prak, een bedrijfspsycholoog die onder andere werkte voor Stork en Philips. In 1938 schreef hij Menschen en mogelijkheden waarin hij onderstaande grafiek opnam.
De slimste 2,5% was geschikt om aan hoger onderwijs deel te nemen. Onderwijzer(es) staat in hetzelfde rijtje als directeur. Tjonge, wat was het onderwijs toen overzichtelijk. Mooie grafiek, ook vanuit stilistisch oogpunt.
Reacties (12)
Maar 2.5% van nederland is zwakzinnig?
Overigens vind ik ’t wel grappig dat meneer denkt dat opleiding samenhangt met intelligentie. Ja, d’r is iets van correlatie, maar ik heb genoeg academici eenvoudig weerlegbare nonsens zien uitkramen. En andersom ook.
Sommige HBO en WOnopleidingen hebben meer weg van een cursus waar op basis van aanwezigheid een diploma wordt toegekend. Het ontbreken van wiskunde in sommige profielen geeft dan ook aan dat er niet te veel eisen aan abstract denken mogen worden gesteld.
”Mensen met een afgeronde HBO studie scoren gemiddeld nagenoeg hetzelfde op cognitieve tests als mensen met een afgeronde WO studie. Maar ook tussen MBO en HBO is er geen significant verschil te ontdekken.” uhh ik snap niet; als HBO=~WO en MBO=~HBO dan zou logischerwijs moeten gelden MBO=~WO. Is het echt zo erg afgegleden?
Wat fijn dat ook reiziger een beroep is.
@3
MBO, HBO, WO: zo moeilijk is het afronden van studies niet.
Geen = 0; MBO = 1, HBO = 1, WO = 1.
Verschil afronden MBO, HBO, WO is inderdaad niet significant.
@4: Mij valt op dat Sargasso deze “bevinding” wel erg makkelijk en zonder verdere onderbouwing overneemt van het toonaangevende onderwijswetenschappelijke instituut HROrganizer.
Het niet kunnen ontdekken van een statistisch significant verschil tussen twee populaties is geen bewijs dat er geen verschil is. Een veelvuldig voorkomende reden voor het niet kunnen vinden van een statistisch significant verschil is een te kleine onderzoekspopulatie.
@4: De wonderen van de statistiek laten het toe dat er geen statistisch significant verschil is tussen groep 1 en 2, geen statistisch significant verschil tussen groep 2 en 3, maar wel een statistisch significant verschil tussen 1 en 3.
@2 maar ik heb genoeg academici eenvoudig weerlegbare nonsens zien uitkramen. En andersom ook.
Ik zie genoeg eenvoudig weerlegbare nonsens rondlopen (begint meestal me een m en eindigt met anager), maar academici heb ik ze nog niet zijn uitbraken :)
@9: ‘onzin uitkramen’ is gewoon een bestaande uitdrukking, hoor.
@10 het punt van @9 was volgens mij niet het uitkramen maar je gebruik van ‘andersom’.
@7: Eens. Belangrijker nog: ik durf te stellen dat er wel degelijk verschillen zijn. Neem bijvoorbeeld maar de gevreesde pabo-rekentoets. Van alle MBOers die instromen in de PABO halen na drie pogingen 54% de rekentoets terwijl onder havisten en VWOers na drie pogingen 81% en 95% de toets haalt binnen drie keer.
Lijkt me een duidelijke aanwijzing dat er bij dezelfde toets en verschillend vooropleidingsniveau er wel degelijk cognitieve verschillen te zien zijn.