ACHTERGROND - Hoe wordt er op de Nederlandse televisie bericht over moslims? In het kader van Moslims op Tv gaat Ewoud Butter in dit artikel nader in op onderzoek dat is gedaan naar de wijze waarop de Nederlandse tv specifiek aandacht besteedt aan moslims. Hij illustreert dat met enkele filmpjes.
Grote hilariteit ontstond vorige week op sociale media (bv hier of hier of hier) naar aanleiding van de boven dit artikel getoonde illustratie die WNL op 9 november gebruikte in het programma Goedemorgen Nederland. Koranteksten werden ondersteboven vertoond tijdens een gesprek met VVD-Tweede Kamerlid Bente Becker en Amerika-deskundige Jan-Kees Emmer. Veel duidelijker kon niet geïllustreerd worden dat er bij omroepen als WNL wel veel over moslims of de islam wordt gesproken, maar dat er op de redacties vaak sprake is van gebrek aan deskundigheid. Dit heeft ook gevolgen voor de wijze waarop over moslims en de islam wordt bericht.
Sinds eind jaren ’80 wordt er in Nederland onderzoek gedaan naar de berichtgeving van Nederlandse media over moslims. In 2018 en 2019 gaf ik in drie artikelen een impressie van de resultaten van dit onderzoek. Wasif Shadid (emeritus hoogleraar interculturele communicatie) vatte een belangrijk deel van dit onderzoek aardig samen toen hij in het artikel Moslims in de media, de mythe van de registrerende journalistiek (2009) de volgende frames signaleerde die hij steeds ziet terugkeren in de media:
- Het etnocentrisme frame. Met behulp hiervan worden mediagebruikers vertrouwd gemaakt met een ‘wij-zij’-tegenstelling en met ‘onze’ versus ‘hun’ cultuur, waarbij de eerstgenoemde beter respectievelijk hoger wordt gewaardeerd. (..)
- Het stigmatiseringsframe. Hoofdkenmerk van dit frame is dat allochtonen en moslims worden gepresenteerd als probleemgroepen: ze worden meer dan strikt noodzakelijk in verband gebracht met criminaliteit, misdaad, misbruik van sociale voorzieningen, terrorisme, werkloosheid en drugs.(..)
- Het lekenframe. Hoofdkenmerk hiervan is dat allochtonen en moslims relatief weinig kans krijgen om hun mening te ventileren en dat ze vooral als leken en niet als deskundigen worden gepresenteerd. (..)
- Het culturele generaliseringsframe. Met behulp van dit frame worden Marokkaanse en Turkse Nederlanders gepresenteerd als één homogene groep en als moslims bij wie de religieuze identiteit alle andere sociale identiteiten overwoekert.
Moslims op tv
In het kader van het project Moslims op Tv ga ik in dit artikel nader in op onderzoek naar de wijze waarop de Nederlandse tv specifiek aandacht besteedt aan moslims. Hiernaar is opvallend weinig onderzoek gedaan. Dat is opvallend, omdat televisie en beeldcultuur een steeds belangrijkere rol in ons leven zijn gaan spelen. Bij sommige mensen wordt de persoonlijke beleving van de realiteit vervangen door de realiteit zoals die wordt weergeven op de televisie.
Zonder twijfel is het werk van Andrea Meuzelaar in dit kader het meest relevant en vormt daarom een rode draad in dit artikel. Meuzelaar promoveerde in 2014 op de representatie van moslims en de islam op de Nederlandse publieke televisie vanaf de jaren ‘60. Ze wilde daarmee inzicht verschaffen in “het ontstaan van stereotypes van moslims en de islam, en de transformaties en veerkracht van deze stereotypes blootleggen.”
De conclusies van Meuzelaar zijn in grote lijn vergelijkbaar met die van onderzoek naar berichtgeving in kranten. In haar proefschrift schrijft ze dat er in de jaren zestig en zeventig amper aandacht was voor de islam op de televisie. Aan de religieuze achtergrond van de ‘gastarbeiders’ werd zelden aandacht besteed. Als dat wel het geval was, ging het vooral om berichten over islamitische feesten en (exotische religieuze) rituelen van meestal alleenstaande laaggeschoolde, mannelijke gastarbeiders. “Gemeenschappelijk gebeden en moskeeën domineerden het visuele repertoire van de islam in deze jaren,” schrijft Meuzelaar. Hieronder een illustratie.
In de jaren tachtig werd duidelijk dat de islam niet alleen een onderdeel was van de Nederlandse koloniale geschiedenis, maar een blijvend onderdeel van de Nederlandse samenleving zou gaan vormen. Er was in die jaren sprake van een forse toename van het aantal islamitische instituties in Nederland. Er kwamen in die jaren veel nieuwe moskeeën, de eerste islamitische scholen werden opgericht en de eerste islamitische omroep kreeg uitzendrechten. (Lees veel meer over het ontstaan van islamitische organisaties en instituties in het boek dat ik samen met Roemer van Oordt schreef: Zuilen in de Polder, over de institionalisering van de islam in Nederland).
Toch was er in die jaren zelden een moslim op tv te zien. Mogelijk de bekendste ‘moslim’ in die jaren was de immer in archaïsch Nederlands formulerende Pamuk, een van de vele typetjes van Kees van Kooten in de satirische programma’s die hij jarenlang samen met Wim de Bie voor de VPRO maakte.
Oriëntalisme
In het buitenland werd in die jaren al volop gedebatteerd naar aanleiding van Edward Saids boek Oriëntalism; Western Conceptions of the Orient (1978). In dit werk werd de vaak karikaturale wijze gehekeld waarop in het Westen ‘moslims’ en ‘de Arabische wereld werden afgebeeld als ‘de inferieure (primitieve) Ander’. In dit verband is Planet of the Arabs van Jackie Reem Salloum het vermelden waard, ook al is het van recenter datum (2005). Salloum monteerde als een trailer allerlei fragmenten achter elkaar uit hollywoodfilms waaruit duidelijk wordt op welke wijze Arabieren in Hollywood afgebeeld worden.
Rushdie- affaire
Terug naar Nederland. Na de Rushdie-affaire (1989) veranderde het beeld van moslims. De schrijver Salman Rushdie had een roman, De Duivelsverzen, geschreven met enkele passages die door een deel van de moslims als kwetsend werd ervaren. De Iraanse ayatollah Khomeini sprak een fatwa uit waarin hij opriep deze afvallige te vermoorden. Het leidde tot wereldwijde demonstraties tegen Rushdie, waaronder in Den Haag en Rotterdam, waarbij een pop werd verbrand, en ‘Dood aan Rushdie’ werd gescandeerd.
Behalve Rushdie werden ook anderen met de dood bedreigd, waaronder een Nederlandse boekverkoper. Nadat de Japanse vertaler van het boek werd vermoord, werden andere vertalers, waaronder de Nederlandse, ook beveiligd. Meer over deze nog steeds actuele affaire bij Andere Tijden.
De Rushdie-affaire leidde voor het eerst tot veel ophef over moslims in Nederland. Voor het eerst werd over moslims ‘als een vijfde colonne’ geschreven. Journalist Bart Top citeerde later in zijn studie Moslims en Media-effecten het Parool dat in die tijd het verdwijnen van een taboe signaleerde:
‘De Rushdie-affaire heeft in Nederland heel wat losgemaakt. Opeens wordt er hardop gekankerd op ‘de islamieten’ en niet alleen in extreemrechtse kring. Een taboe op kwaadspreken lijkt gesneuveld.’ (Het Parool, 18/3/89).
De Rushdie-affaire kan met terugwerkende kracht als het begin worden beschouwd van de debatten die we in Nederland over de islam voeren.
Uit de studie van Meuzelaar blijkt dat de beelden van orthodoxe en woedende demonstranten tegen Rushdie op televisie in de decennia daarna hergebruikt werden en in steeds nieuwe contexten verschenen. In de jaren negentig in enerzijds verhalen over buitenlands fundamentalisme en anderzijds in verhalen over de gevaren van het stigmatiseren van de Nederlandse moslimgemeenschap. Na de moord op Theo van Gogh (2004) werden de beelden vooral gebruikt als de historische precedent van de huidige binnenlandse problemen. Meuzelaar: “Televisie ging de Rushdie-beelden gebruiken om het moment te markeren waarop Nederland voor het eerst haar onschuld verloor en toen niet van de geschiedenis heeft geleerd.”
Na de Rushdie-affaire toonden Nederlandse media meer belangstelling voor in Nederland woonachtige moslims. Dat gebeurde bijvoorbeeld tijdens de Eerste Golfoorlog, na het verschijnen van het boekje De ondergang van Nederland – land van naïeve dwazen van Mohamed Rasoel (pseudoniem van de variétéartiest (Mansoor) Zoka Fatah) en nadat toenmalig VVD-leider Bolkestein in Luzern had gesteld dat de Europese beschaving hoger staat dan de islamitische.
Het debat kwam steeds meer in het teken te staan van de gelukte of mislukte integratie. Andrea Meuzelaar schrijft over die jaren:
“Het visuele repertoire bestond uit gemeenschappelijke gebeden en moskeeën, kinderen op Koranschool, meisjes met hoofddoeken in klaslokalen, en demonstrerende menigtes tijdens de Rushdie affaire.”
Clash of Civilizations
In de loop van de jaren ’90 en zeker aan het begin van de 20e eeuw verhardde het debat. ‘De islam’ werd steeds meer tegenover ‘het westen’ gesteld, waarbij beide beschavingen vaak als uniforme, statische eenheden werden voorgesteld. Dit was in lijn met het in 1993 door de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington gepubliceerde artikel Clash of
Civilizations (Botsende Beschavingen). Na Mohammed Rasoel en Frits Bolkestein, spraken bijvoorbeeld ook Pim Fortuyn en Paul Scheffer in hun eigen woorden over deze Clash of Civilizations. Datzelfde deden overigens nadrukkelijk ook terroristen van islamitische huize. Door een toename in het Westen van aanslagen van deze groep terroristen werden ‘de westerse beschaving’ en de “islamitische beschaving” steeds vaker en scherper tegenover elkaar gesteld.
Andrea Meuzelaar signaleerde dat ook in haar onderzoek. Zij concludeert over deze jaren dat de televisie “berichtte over de toenemende angst voor islamitisch fundamentalisme, over het ontstaan van vijandigheid tegenover de islam en over diverse onderwerpen die betrekking hadden op de integratie van moslims. In dit decennium ontdekte televisie de figuur van de gesluierde vrouw. Naast de bekende beelden van moskeeën, gemeenschappelijke gebeden en meisjes op Koranschool, bestond het visuele repertoire van de islam uit beelden van gesluierde vrouwen op straten en markten en moslims in de publieke ruimte.”
Dit laatste komt sterk overeen met de conclusie die Cigdem Yüksel en ik dit jaar trokken na een analyse van ruim 4000 foto’s die vanaf halverwege de jaren ’90 in de beeldbank van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) zijn opgenomen. Wanneer je in deze beeldbank naar foto’s met moslima’s zoekt, krijg je het idee dat Nederlandse moslima’s tamelijk passieve wezens die vooral op straat, op de markt of in een winkel te vinden zijn. (Lees meer over dat onderzoek hier)
Na de aanslagen van 11 september 2001 neemt de aandacht voor moslims en de islam op de Nederlandse tv explosief toe. Andrea Meuzelaar concludeert:
..in het eerste decennium van de nieuwe eeuw raakte televisie geobsedeerd door de thematiek van de radicalisering van jonge moslims, “home-grown” terrorisme, haat-predikende imams, omstreden moskeeën, de verspreiding van fundamentalisme via islamitische scholen en onderdrukte gesluierde of volledig bedekte vrouwen. Naast de bekende generieke beelden van moskeeën, gemeenschappelijke gebeden en meisjes en vrouwen met hoofddoekjes ontstonden er nieuwe steeds terugkerende generieke beelden, zoals vrouwen in niqaab, haat-predikende imams en orthodox geklede moslims op straat.
Het debat polariseerde in de jaren daarna in hoog tempo. Talkshows en nieuwsprogramma’s waren vooral geïnteresseerd in extreme standpunten. Het grijze midden bleef grotendeels buiten beeld. Kosmopolis maakte in 2005 een filmpje waarin de “integratie-dialoog” werd samengevat. Een waarschuwing vooraf: het filmpje is rijk aan heftige emoties, zal het adrenaline-niveau wat opkrikken en bevat voor sommigen mogelijk aanstootgevende uitspraken.
Tot een echt debat kwam het in de praktijk echter zelden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) schreef in 2007 in het rapport Identificatie met Nederland:
De meeste gesprekken die gevoerd worden op tv worden bevolkt door dezelfde mensen, waarbij bovendien een echt gesprek vaak niet van de grond komt. Wij/zij- tegenstellingen domineren. Dit geldt evenzeer voor de landelijke kranten. Autochtone columnisten en redactieleden (..) namen 72 procent van de opiniërende artikelen voor hun rekening over onderwerpen die met de multiculturele samenleving, en specifieker moslims en de islam, te maken hadden. Allochtonen zijn weinig aan het woord, terwijl ze voortdurend onderwerp van gesprek zijn.
Volgens Andrea Meuzelaar is er in de loop der jaren een “rigide iconografie” van de islam ontstaan, “waarin de islam direct herkenbaar is geworden maar ook constant wordt gereduceerd door een handvol emblematische beelden die allerlei negatieve connotaties hebben gekregen.” Volgens Meuzelaar heeft het obsessief herhalen van steeds dezelfde, lang niet altijd relevante beelden door de Nederlandse omroepen “causale relaties zijn gesuggereerd tussen de islamitische religie en allerlei maatschappelijke problemen, zoals het falen van integratie en de gevaren van islamitisch fundamentalisme en zelfs terrorisme.”
Ze constateert dat de Nederlandse televisie in de loop der jaren twee concurrerende verhalen over de religieuze identiteit van moslims liet zien: één over behalve de onaangepaste en barbaarse moslim en één over de goed aangepaste en succesvol geïntegreerde moslim. Ze benadrukt dat het in beide gevallen om een stereotype gaat.
Volgens Meuzelaar speelt de wijze waarop beelden gearchiveerd worden door Beeld en Geluid een rol in het voortbestaan van de starre iconografie. Ook de gebruikte beschrijvingen bij de beelden spelen volgens haar wellicht “een autonome rol in de culturele dynamiek die ervoor zorgt dat televisie steeds weer dezelfde clichématige beelden in omloop brengt.”
Zie ook:
Interessant in dit verband is ook het proefschrift De Marokkanenpaniek van Abdessamad Bouabid
Moslims op TV is een onderzoek van The Hague Peace Projects. In de periode juni 2020 tot en met oktober 2020 zullen over deze verkenning achtergrondartikelen worden gepubliceerd op Nieuw Wij en op Republiek Allochtonië.
Alle artikelen die in het kader van dit onderzoek verschijnen, vindt u hier.
Dit artikel verscheen eerder op Republiek Allochtonië.
Reacties (9)
De gemiddelde moslim loopt er ook veel clichématiger bij dan 20 jaar geleden. Zonder dat ze naar de NPO gekeken zullen hebben.
Waarom zou je iets willen weten over religie* en die aan religie doen. Voor wie is het bestemd? Waarom kijk je naar zoiets?
Anderen zeggen het – je kijkt hier veel naar – ze bevestigen het, dus is het waar! (?). Als een VVDer (een voorbeeld in @0) praat over ……… dan weet je toch wat hij gaat zeggen?
Weet je wat ook constand herhaald wordt? Wat ik nog altijd niet onthoud, omdat ik het niet “wil” onthouden – het ergert me en zet het geluid uit – omdat het gelogen is. (“altijd”, “overal”, “iedereen” is in alle gevallen gelogen)
Eerst weet je niets, je vergaart kennis, je zet de puzzelstukjes in elkaar; in het begin moeilijk, later gemakkelijker omdat de stukje steeds meer opgaan in het beeld. Dan weet je “iets” meer en zegt “is dit alles?” (waar twee liedjes van zijn). *de puzzel is voor mij af wat religie betreft: god = baas boven baas. (wat ik verder nog tegenkom is “interessant”).
‘Talkshows en nieuwsprogramma’s waren vooral geïnteresseerd in extreme standpunten.’
Het was dan ook helemaal niet moeilijk om extreme standpunten te krijgen: enquete na enquete toonde aan dat een zeer relevant deel van de zichzelf Islamitische noemende bevolking in Westerse landen er zeer orthodoxe en gevaarlijke standpunten op na hield.
@3: Oh? Noem er eens een paar (met links?)
@1: Dat is een cartooneske weergave van de werkelijkheid. Een aanname van lik-me-vestje. Bedankt voor uw inhoudelijk sterke bijdrage (zucht…, was dat maar waar…)
@4: Jeetje. Ik dacht dat dat uit en te na bekend was inmiddels:
https://www.trouw.nl/nieuws/enquete-bewijst-dat-veel-europese-moslims-fundi-zijn-of-toch-niet~b6498434/
SCP 2018/06/07
https://sceptr.net/2020/09/schokkende-resultaten-na-charlie-hebdo-enquete/
Laat onverlet, natuurlijk, dat het meeste wetenschappelijke werk uit Nederland is gericht op de vraag of moslims niet al te veel nadelen ondervinden van alle aanslagen gepleegd door hun geloofsgenoten. Dat ligt waarschijnlijk beter bij de tutoren.
het obsessief herhalen van steeds dezelfde, lang niet altijd relevante beelden. Ach ja, iets met als je een leugen maar lang genoeg herhaalt dan wordt het vanzelf de waarheid enzo.
Clichés domineren beeldvorming moslims op tv
Clichés domineren beeldvorming moslims
Clichés domineren beeldvorming
Clichés domineren
Allemaal waar – gok ik zo; mag ik nu ook een PhD in de social sciences?
Clichés domineren beeldvorming op tv
Clichés domineren op tv
Hebben natuurlijk ook een hoge kans om waar te zijn.