ANALYSE - Na het verdrag van Maastricht is de euroscepsis onder opgeleiden flink toegenomen. Om het tij te keren is duidelijk wat er moet gebeuren.
Het verklaren van euroscepsis – een koepelterm die een kritische, veelal negatieve houding ten opzichte van de Europese Unie en het process van Europese integratie aanduidt – is een populair onderwerp voor politicologen. Maar ook politici kunnen zo langzamerhand niet om het simpele feit heen dat euroscepsis de afgelopen jaren flink is toegenomen. Zo tweette Guy Verhofstadt, europarlementariër en fractievoorzitter van de Europese liberalen ALDE, twee weken terug:
the @eucouncil should talk about the rising euroscepticism and how to tackle it
— Guy Verhofstadt (@GuyVerhofstadt) May 21, 2013
Ik heb met Erika van Elsas, Wouter van der Brug en Theresa Kuhn onderzoek (paywall, eerdere open versie hier) gedaan naar euroscepsis in twaalf West-Europese landen van 1973-2010. We hebben specifiek gekeken naar het verschil in euroscepsis tussen opleidingsgroepen door de jaren heen. De onderzochte landen zijn Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken, Spanje, Portugal en Griekenland, omdat voor deze landen Eurobarometer-data over zeer lange tijd beschikbaar was.
De belangrijkste bevindingen zijn als volgt:
- Lager opgeleiden zijn in alle landen en vrijwel consistent over de gehele periode eurosceptischer dan hoger opgeleiden. Veel andere studies hebben soortgelijke verschillen gevonden, maar naar ons weten nog niet op deze schaal (qua tijd en ruimte).
- Het verschil in euroscepsis tussen hoger en lager opgeleiden is toegenomen in elf van de twaalf onderzochte landen (Luxemburg vormt de uitzondering). Dit komt voornamelijk door een toename van euroscepsis onder lager opgeleiden.
- De divergentie in euroscepsis tussen opleidingsgroepen is met name ontstaan na het ondertekenen van het Verdrag van Maatstricht. Deze ‘post-Maastricht blues’ onder lager opgeleiden lijkt een directe reactie te zijn op de veranderende aard van het Europese project van een intergoevernmentele organisatie, die zich voornamelijk bekommerde om economische zaken, tot een politieke unie met een eigen munt, sterker parlement, paspoort, vlag en noem maar op.
De onderstaande figuur vat dit allemaal nog eens op visuele wijze samen voor de twaalf landen bij elkaar. ‘Eurosceptics’ zijn hier diegenen die EU-lidmaatschap als negatief of neutraal beschouwen. De bevindingen zijn overigens identiek als we alleen de ‘negatieven’ als eurosceptisch beschouwen. Het gaat ons dan ook niet zozeer om de absolute waarde van euroscepsis maar om ontwikkelingen door de jaren heen.
Er is geen inherente dynamiek te bespeuren richting meer en meer euroscepsis. Het pendulum van publieke opinie schommelt simpelweg heen en weer. Deze ‘mood swings‘ van het electoraat zijn deels te verklaren door de politieke en economische context waaronder daadwerkelijke beleidsmaatregelen (zie hier en hier). Om het huidige eurosceptische tij te keren zullen beleidsmakers dus vooral naar zichzelf moeten kijken. Publieke opinie over Europa reageert op voorspelbare wijze op het feit dat de unie zelf door de jaren heen fundamenteel is veranderd.
De ‘oplossing’ voor Verhofstadt’s probleem ligt dus tamelijk voor de hand, al is het waarschijnlijk niet de oplossing waar hij zelf op zit te wachten: minder EU…
Dit stuk van Armen Hahkverdian verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.
Reacties (67)
Er gaat wat mis met de layout van dit bericht. De tweet van Verhofstadt ontbreekt en de grafiek loop van de kolom af.
Dit heeft waarschijnlijk te maken met de pro-EU houding in het onderwijs. De EU is bezig met een promotie campagne die zich vooral op het hoger onderwijs richt.
Ook over dit stuk van Stuk Rood Vlees ben ik niet zo enthousiast (al is het van een andere schrijver). Als de bevinding is: ‘lageropgeleiden negatiever over EU’, dan valt het in dezelfde categorie als ‘meer werklozen door crisis’. Als de bevinding is dat de [sic] oplossing van Verhofstadts probleem (‘How to tackle rising euroscepticism’) is: minder EU, dan is dat kort door de bocht, laat het andere factoren buiten beschouwing (‘politieke en economische context’) en negeert het andere oplossingen, alsook de mogelijkheid om het imago van de EU op andere wijze aan te pakken dan via zelfreflectie van de beleidsmakers. (Een zeer positieve interpretatie is dan ook dat men wou dat de EU een nog hechtere Unie zou worden, in plaats van de huidige confederatie. Mensen zijn teleurgesteld door de reikwijdte van de het verdrag van Maastricht, vandaar de omslag na 1992 (nogmaals: zeer positief en niet geloofwaardige instelling))
Zo zal niemand de Belastingdienst leuk vinden, maar iedereen erkent het belang ervan. De Belastingdienst afschaffen is onzinnig. Helaas zijn er genoeg mensen die de EU af willen schaffen, omdat ze het niet leuk vinden.
Wat ik overigens ook mis is een uitsplitsing neutraal vs negatief (al maakt de schrijver duidelijk dat de trend hetzelfde is), ook in zijn onderzoek. Ook vraag ik me af hoe er gewogen is. Zijn alle gemeten populaties bij elkaar gevoegd en is daar het gemiddelde van genomen (voor bovenstaande grafiek) of is er eerst gewogen naar het inwoneraantal van het desbetreffende land?
Daarnaast wil ik opmerken dat er dus (nog) genoeg draagvlak is voor de EU: nog steeds ongeveer de helft is positief, de andere helft is neutraal/negatief.
Het onderzoek is leuk, goed onderbouwd, maar ik vraag me af hoe nuttig. In de eigen woorden: “Het pendulum van publieke opinie schommelt simpelweg heen en weer.” en -eigenlijk- als conclusie: “Er is geen inherente dynamiek te bespeuren richting meer en meer euroscepsis.” Oftewel: “We weten niet waar we heen gaan, maar we hebben wel deze gegevens van de afgelopen 40 jaar, wil je zien?”
Nogal wiedes deze conclusie: de lager opgeleiden hebben (het meeste) last van de verdieping van de gemeenschappelijke markt en de toetreding van de Oost Europese staten tot de unie.
@2: Precies, zie ook de generatie Erasmus (beurs).
Ik begrijp het niet helemaal, jullie constateren dat de euroscepsis sinds het verdrag van Maastricht is toegenomen. Maar waarom is minder EU dan hier direct een oplossing voor? Als we deze euroscepsis als probleem bestempelen, kan er dan niet breder worden onderzocht waarom laagopgeleiden anti-europees zijn om te kijken of er beleid te formuleren is waarop laagopgeleiden zich ook meer betrokken voelen bij de toekomst van de Unie? Ik draai persoonlijk het mechanisme liever om: hoogopgeleiden zijn euro-positiever, aangezien zij in hun werk of opleiding vaker te maken hebben met de voordelen die de Unie biedt. Vanuit deze invalshoek redeneer je dus vanuit het nut van de Unie voor laagopgeleiden, heel concreet en dicht bij huis. Dit kan de culturele identiteitsbedreiging die zij ervaren wellicht wegnemen.
@1 Ik krijg de tweet ook niet te zien. Hij is wel te lezen in de link naar SRV. Als je op de grafiek klikt krijg je de grafiek te zien, maar handig voor de lezer is het niet.
@2 Oh ja, sinds 1974, toen de EU nog niet bestond. Of voor de anti-EU UK, waar het ook geldt. Of voor Spanje en Portugal, die nog tot lang een militaristische dictatuur (en, als ik jou mag geloven, idem onderwijssysteem) voerden, tot 1974 en 1975 respectievelijk. Dat zou je toch zeker zien wanneer de metingen 10 jaar later beginnen? Bewaar je aluhoedje voor de NSA, niet voor een totalitaire EU.
Lageropgeleiden hebben dan ook als enigen iets te vrezen van de EU.
Europese ‘vrijhandel’ betekent voor lageropgeleiden immers concurrentie met lageropgeleiden over de grens, wat, zoals ieder rationeel mens zal moeten toegeven, hun loon en werkomstandigheden op de lange termijn alleen maar kan drukken.
Voor hogeropgeleiden gaat deze concurrentie nauwelijks gelden: een Poolse stukadoor kan gemakkelijk het werk doen van een Nederlandse stukadoor, maar een Poolse advocaat kan niet zomaar het werk van een Nederlandse advocaat doen. Hetzelfde geldt voor artsen, journalisten, hoogleraren en veel andere specialistische beroepen: van ‘vrijhandel’ hebben ze niks te vrezen.
Buitendien zijn lageropgeleiden ook het meest vatbaar voor werkloosheid, en ook de uitkeringen kunnen op den duur alleen maar omlaag gaan door de EU.
(Zo wordt het verschil in de ontwikkeling van de verzorgingsstaat in Europa en de VS wel eens toegeschreven aan het feit dat de afzonderlijke staten van de VS geen controle over immigratie binnen hun staatsgrenzen konden uitoefenen, en de afzonderlijke Europese landen wel. De uitkeringen in de VS moesten in die verklaring laag blijven omdat van een verschil in hoogte gemakkelijker gebruik kon worden gemaakt door interstatelijke migratie.)
Het leven voor lageropgeleiden zal door deze ‘Europese vrijhandel’ met andere woorden alleen maar duurder worden, ze krijgen immers minder loon en ontvangen lagere uitkeringen, maar de kosten van het onderwijs en de doktersrekeningen blijven onveranderd hoog. Voor hogeropgeleiden is dit precies andersom: zij gaan er in koopkracht alleen maar op vooruit doordat goederen en diensten die geleverd worden door lageropgeleiden goedkoper worden, terwijl hun lonen er zelf niet op achteruit gaan.
De scepsis wordt dus niet geboren uit ‘domheid’, zoals hier misschien de impliciete boodschap is (?), maar is simpelweg een kwestie van belangen.
De grafiek toont grote overeenkomst met die van economische bloei. Ik weet wel dat je tijdreeksen niet zo maar op het zicht mag correleren, maar het valt wel direct op als je deze grafiek houdt naast bijv. die van de werkloosheid in Nederland sinds 1975: de pieken en de dalen vallen vrijwel samen (http://www.mrooijer.nl/stats/2013/die-verschrikkelijke-jaren-80/).
Het lijkt me allemaal wel heel logisch: Europa werd gebracht als brenger van voorspoed, en als het een tijd wat minder gaat dan ligt dat natuurlijk ook aan Europa. Omdat vooral lager betaalden (lager opgeleiden) de economische klappen kregen en krijgen, zullen ze ook wel negatiever over Europa denken.
Ben benieuwd hoe de differentiatie naar leeftijd uitpakt. Ik zal eens gaan lezen.
Maar voor alle duidelijkheid: volgens mij is dat dal in 1992 dus toeval, heeft niets met Maastricht te maken, maar alles met het toenmalige economische klimaat. De werkloosheid was in 1992 ook in een laag dal na de enorme hoogten van de jaren 80, maar ging ook na 1992 weer omhoog.
blablabla lageropgeleiden, gezond verstand heet dat
Ik zeg alle opgeleiden terug naar hun eigen laag
@9: Er bestaat geen EU-brede conjunctuurcyclus.
Ik snap de minnen voor dit artikel niet.
De EU valt toch ook niet te snappen. Ze komen altijd met die pijlers en de tempel aan als ze het gaan uitleggen. En het verschil tussen de Raad en de Commissie, als je dat niet snapt snap je der niks van.
Maar als iemand je het gaat uitleggen; nou dan val je al in slaap voor het verhaal uit is. Bovendien gaat het om zulke interessante dingen als aanbestedingen of over de interne markt, dan val je in coma. en als dan iemand begint over de directe werking van overheidsplichten voor burgers in het verdrag sinds het Van Gend & Loos en Costa/Enel – zaak nou, dan worden ze nooit meer wakker.
Ronald Plasterk is naar mijn idee een best behoorlijk slim mens maar die heeft zich tijdens dat referendum echt laten kennen als iemand die te beroerd is geweest om zich fatsoenlijk te verdiepen in hoe de EU werkt en wat het juridisch gezien “is”.
Dat is exemplarisch voor de grondhouding van de meeste eurosceptici. Reageren op een vlag met gele sterren maar niet weten wat er gebeurt.
@8 je hebt je feiten ook niet op een rijtje krekel; die poolse stukadoors (edit: even laag opgeleid) die hier kunnen stukadoren die zijn daar hartstikke blij om, die verdienen meer dan burgemeesters in kleine dorpjes. Natuurlijk vinden Nederlandse stukadoors dat minder leuk. Tegelijk zijn Nederlanders ook heel blij dat ze kunnen studeren in Antwerpen zonder problemen en daar zijn de Belgen dan weer minder blij mee. En men is in Frankrijk ook niet onverdeeld gelukkig met de komst van hordes Nederlanders die daar een onbelast tweede huisje hebben. Frankrijk wil dat nu gaan belasten voor Nederlanders maar als ze dat doen moet het ook worden belast voor Fransen, want dat is wel zo eerlijk.
De vrijheid van een ander is niets anders dan de vrijheid van jezelf.
@14: Ik sprak misschien inderdaad iets te veel voor Nederlandse laagopgeleiden, die moeten gaan concurreren met laagopgeleiden uit lage(re)lonenlanden. Het contrast met Nederlandse hoogopgeleiden, die niet hoeven te concurreren met hoogopgeleiden uit lage(re)lonenlanden, lijkt me niettemin relevant in een discussie als deze.
En daarnaast blijft het natuurlijk wel zo dat concurrentie de prijzen/lonen drukt, en dus dat hogeropgeleiden er gemiddeld in koopkracht op vooruit gaan en lageropgeleiden erop achteruit.
Niet zo heel verrassend. De EU is nu eenmaal groter en abstracter dan een enkel land. Dat zal voor lager opgeleiden altijd moeilijker te bevatten en dus accepteren zijn. Dezelfde lager opgeleiden klagen ook al vaker over ‘de hoge heren in den Haag’. Over gemeentepolitici wordt vaak pas geklaagd als ze er echt een potje van maken.
En mijn oplossing: Beter uitleggen wat het nut van de EU is en er voor zorgen dat lager opgeleiden het nut niet alleen snappen, maar ook echt kunnen voelen. Een EU die vooral grote bedrijven, politici, Brusselse ambtenaren en een enkele Franse boer helpt zal nooit op veel begrip kunnen rekenen.
Minder EU vind ik een idioot idee. Van ieder voor zich in plaats van samenwerken gaat dit continent echt geen sterkere economische en politieke positie in deze wereld krijgen.
Wat is eigenlijk een hoogopgeleide?
Waar ligt de grens tussen hoog en laag?
“is de euroscepsis onder opgeleiden flink toegenomen”
Opgeleiden, niet lager opgeleiden?
“Lager opgeleiden”, wie zijn dat? Iedereen die geen academische titel heeft? Dat lijkt me dan de meerderheid van de bevolking. Kunnen sommige hoger opgeleiden zich misschien niet eens wat bij voorstellen.
Het pendulum van publieke opinie schommelt simpelweg heen en weer. Deze ‘mood swings‘ van het electoraat
Waar zitten die swings van het pendulum dan in die grafiek? Ik zie slechts een dal rond 1992. Verder is er geen golfbeweging te bekennen. En dus ook geen patroon of een trend.
‘Lager opgeleiden’ zijn mensen die zich geen coke-verslaving kunnen veroorloven en daardoor een wat realistischere kijk op de wereld hebben.
Klopt dat wel?
Ik zie anders ook heel wat hoger opgeleiden regelmatig hun wenkbrauwen fronsen over het gebrek aan democratie, het gerommel in Brussel, het geldverslindend verhuiscircus elke maand, de idiote salarissen in parlement en daaraan gekoppelde administratieve krachten, een parlement dat veel te weinig te vertellen heeft, een Europese regering die veel te veel in de achterkamertjes bedisselt, ook volslagen onzinnige zaken als de kromming van komkommers bv., en nu dus ook het absolute gebrek aan controle op economisch gerommel in de diverse regeringen waarvoor de modale burger de kosten mag betalen.
Daar zijn echt niet uitsluitend wat zo graag denigrerend de “lager opgeleiden” noemt verontwaardigd over.
Ieder weldenkend mens kan zien dat dit niet goed gaat.
@8: “De scepsis wordt dus niet geboren uit ‘domheid’, zoals hier misschien de impliciete boodschap is (?), maar is simpelweg een kwestie van belangen.”
Het hele punt is dat de scepsis een voorspelbare verwachting is gezien de veranderende aard van het Europese project. Met ‘domheid’ heeft het volgens mij niet zo veel te maken, integendeel juist.
Dit is niet zo’n controversiele conclusie in de vakliteratuur, waar bewegingen in de publieke opinie vaak goed te verklaren zijn, maar wél in het publieke debat waar het electoraat of ‘de kiezer’ om de haverklap domheid of onvoorspelbaarheid wordt verweten.
@3: “Ook over dit stuk van Stuk Rood Vlees ben ik niet zo enthousiast (al is het van een andere schrijver).”
Onze beste stukken verkopen we voor heel veel geld aan de NY Times. Wat je hier krijgt te lezen is restmeuk.
Nee hoor, even inhoudelijk. Dat opleiding en euroscepsis negatief samenhangen is de status quo in de literatuur (zie de eerste zin van ons artikel). Daarin schuilt dus ook niet de bijdrage van ons artikel. We wilden simpelweg onderzoeken hoe die verschillen zich over de tijd hebben ontwikkeld. Of daar wereldschokkende bevindingen uit voortkomen of juist heel voorspelbare laat ik aan de lezer over. Maar gezien het huidige discours over ‘diplomademocratie’, niet alleen in NL maar ook elders, lijkt het me een nuttige bevinding dat 1) de divergentie qua euroscepsis zich vrij recent heeft ingezet en dat 2) dit een directe respons was op de veranderende aard van het object van scepsis (de unie).
Je methodologische punten staan in het artikel en de appendix uitgewerkt. We hebben de analyses ook per land herhaald en in 11 van de 12 landen vind je die divergentie. Waar wel een grote verscheidenheid in bestaat is de ontwikkeling onder hoger opgeleiden. In sommige landen worden die sceptischer, in anderen positiever, in anderen blijven de houdingen stabiel. Ik kan deze verschillen onder hoger opgeleiden nog niet helemaal plaatsen, maar dat is zeker iets wat verdere aandacht verdient. Met name omdat in NL en Duitsland oppositie tegen Europese integratie recentelijk vanuit intellectuele hoek is ingezet.
We hebben het niet over afschaffen van de Unie. Om je analogie met De Belastingdienst voor te zetten, die dienst is zeker nuttig, niemand heeft het over afschaffen, maar de bevoegdheden van zo’n dienst kunnen simpelweg worden vergroot of verkleind. Zo ook met de EU en Maastricht was hierin verreweg de grootste trendbreuk.
Mijn ‘minder EU’ conclusie was eigenlijk een plaagstootje richting Verhofstadt (die mijn werk natuurlijk obsessief volgt). Mijn inschatting is namelijk dat politici de neiging hebben om te denken dat ze hun beleid ‘beter moeten uitleggen’ wanneer daar weerstand tegen is. De mensen zouden het gewoon niet snappen oid. Maar die stijgende scepsis is volgens ons gewoon een rationele reactie op de veranderde aard van de Unie. Dus als hij dat tij wilt keren zal hij inderdaad introspectief naar de EU moeten kijken.
Laagopgeleide europeanen hebben er baat bij als de sociale plichten en rechten, zoals het minimumloon, overal vergelijkbaar zijn. Nu is dat nog niet zo omdat het Europese project nog niet af is. Europa moet niet alleen over geld en concurrentie gaan, maar ook over mensen en samenwerken.
En wat zegt een eurosceptische partij als de PVV? precies het omgekeerde: economische samenwerking prima, maar geen politieke superstaat.
Als je daar in trapt vind ik dat best wel dom.
@6: waarom lager opgeleiden eurosceptischer zijn dan hoger opgeleiden is vrij uitvoerig door anderen onderzocht. Hiervoor verwijs ik je graag door naar het artikel zelf waar we deze mechanismen samen vatten. Maar EMU bijvoorbeeld had niet alleen een economisch effect, maar zeker ook een culturele (verlies van symbool van nationale munt). We kunnen met deze data helaas niet direct vaststellen of de toegenomen divergentie sinds Maastricht voornamelijk komt door economische of culturele factoren, alleen veronderstellen dat beiden een boost hebben gekregen door Maastricht wat zich zou moeten vertalen in toegenomen divergentie. Maar Lubbers en Jaspers hebben dit met Nederlandse data wel kunnen onderzoeken (http://eup.sagepub.com/content/12/1/21.short).
Je kunt wat mij betreft zeker redenen vanuit het ‘nut’ van de Unie voor hoogopgeleiden maar zie ik niet hoe dat economische nut (dat voornamelijk geldt voor hoger opgeleiden) het ervaren verlies van nationale symbolen kan wegnemen.
En ja, de layout is hier niet helemaal in orde, dus als je de tweet van Verhofstadt en de figuur in al hun glorie wilt ervaren, zie http://stukroodvlees.nl/europese-unie/toename-in-euroscepsis-vooral-bij-lager-opgeleiden/.
Ik heb overigens nog een kort vervolg op dit stuk geschreven over Griekenland in het bijzonder. Daar is de ontwikkeling van bovenstaande houdingen namelijk ietwat afwijkend. http://stukroodvlees.nl/europese-unie/euroscepsis-in-griekenland/
Voor de rest bedankt voor alle comments. Het is een verademing om op een blog INHOUDELIJKE kritiek te krijgen.
Armen, wat ik niet helemaal goed begrijp is het stuk:
“Er is geen inherente dynamiek te bespeuren richting meer en meer euroscepsis […] Publieke opinie over Europa reageert op voorspelbare wijze op het feit dat de unie zelf door de jaren heen fundamenteel is veranderd.”
Wat wordt bedoeld met “inherente dynamiek”? Als ik naar de grafiek kijk, lijkt mij het verloop daarvan goed te verklaren. Rond het verdrag van Maastricht was er natuurlijk een grote politieke campagne gaande om mensen enthousiast te maken over het europese project. De toename van de scepsis lijkt me te verklaren doordat de (negatieve) gevolgen van het europese project steeds duidelijker worden.
Verder geeft die tweet van verhofstadt wel heel treffend weer waar het probleem zit. “the @EUCouncil should talk about the rising euroscepticism and how to tackle it”
In plaats van iets te doen aan de echte problemen waar mensen mee zitten, problemen als gevolg van mismanagement van het europroject en fouten in de constructie van de muntunie, is het probleem kennelijk het scepticisme.
@14: Natuurlijk vinden Nederlandse stukadoors dat minder leuk. Tegelijk zijn Nederlanders ook heel blij dat ze kunnen studeren in Antwerpen
En daarmee geef je precies aan wat de kwestie is: de voordelen van de Europese (economische) integratie komen bij de hogeropgeleiden terecht, de nadelen bij de lageropgeleiden. Dan kan je niet verbaasd zijn dat met name de lageropgeleiden euroskepsis vertonen.
39 procent Nederlanders wil uit de EU
@ed: ook volgens maurice de hond, voor wat het waard is. Maar he, PVV’ers hebben altijd al moeite gehad om de realiteit onder ogen te zien — alles moet gezegd kunnen worden, behalve over PVV’ers.
@20:
Aha, een echte ouderwetse academische graad dus!
Ik was al bang dat al die pretstudies met bachelors en en zo er ook onder vielen ;-)
Maar gelukkig blijft het aantal bij zo’n 75.000 wel steken.
Ik zou er niet aan moeten denken dat HBO tolkje (m/v) in pakweg 3 talen, of een gesjeesde havist die met wat “hersengymnastiek” het grootste deel van de “oracle-gebeuren” beheerst, als hoog opgeleid beschouwd.
Vraag me af wat er gebeurd zou zijn als men een en ander zou hebben bestudeerd langs de meetlat der snuggerheid ;-)
Maar het blijft oppassen:
Pim F was een academicus en Einstein een autist :-)
@30: In Nederland ja, maar in Polen is dat precies omgekeerd. Daar worden de laagopgeleide stuwadoors rijk en verdienen de hoogopgeleide artsen en verplegers een schijntje.
@ed: kinderachtig om je reactie te veranderen naar iets heel anders zodra je merkt dat je klemgeluld bent.
@3:
“Daarnaast wil ik opmerken dat er dus (nog) genoeg draagvlak is voor de EU: nog steeds ongeveer de helft is positief, de andere helft is neutraal/negatief.”
In Nederland (nog) wel. Europa breed gezien is lidmaatschap van de EU geen positief iets. (http://www.europa-nu.nl/id/vh93qqnk8atd/nederland_over_europa)
Wat ook opvalt is dat de kennis omtrent de EU toeneemt, maar het draagvlak afneemt. Ben benieuwd wat daar de correlatie tussen is. Ik heb een sterk vermoeden dat veel mensen niet wisten wat ze stilzwijgend/onwetend gedoogden.
@25: Armen Hakhverdian schrijft: “Dat opleiding en euroscepsis negatief samenhangen is de status quo in de literatuur. Daarin schuilt dus ook niet de bijdrage van ons artikel.”
Maar misschien (dat weet ik niet, vertel het me eens) ook de zwakte. Een kritiek die hier sterk doorklinkt (en die ik deel) is, dat het heel anders klinkt als je stelt dat de laagstbetaalden eurosceptischer zijn dan de hoogstbetaalden. Opeens hebben ze een goeden reden: ze komen er bekaaid van vanaf. Nu wordt gesuggereerd dat ze dom zouden zijn.
Ik zou dus op de eerste plaats wel eens willen weten wat er nu precies gemeten is WAAROM?. Hoe was de vraagstelling en, VOORAL, waarom is opleiding als parameter gekozen en niet het inkomen?
En ik zou graag ter vergelijking de cijfers weten van de Griekse, Spaanse en Portugese werkloze economen en historici (met academische graad). Eens kijken hoe die in meerderheid tegenover Europa staan.
Verhofstadt en de zijnen hebben maar één doel en dat is de arbeidersbeweging en vakbonden afbreken .
Het is weer net als toen : http://www.afvn.nl/2008_2/afpag8_10.htm
@29: Matthijs, wat ik bedoelde met ‘geen inherente dynamiek richting meer en meer euroscepsis’ is eigenlijk gewoon dat het tij te keren valt. De oorzaken zijn (volgens ons) dat de Unie sterk van aard is veranderd en dat dit gevolgen heeft voor de houdingen van met name lager opgeleiden jegens ‘Europa’.
Overigens, als men van mening zou zijn dat Europese integratie (om welke reden dan ook) een ingeslagen éénrichtingsweg, dan zou die euroscepsis moeilijker te keren zijn. Dat is een argument dat ik a priori niet afwijs. Denk ik.
Over Verhofstadt, de implicatie van onze bevindingen zou zijn dat die scepsis zou afnemen als iets zou worden gedaan aan die ‘echte problemen’ waarvan je er een aantal schetst.
@37: “Opeens hebben ze een goeden reden: ze komen er bekaaid van vanaf. Nu wordt gesuggereerd dat ze dom zouden zijn.”
Ik heb in een reactie hierboven al gezegd dat ‘dom’ een volledig verkeerd label is in het kader van dit onderzoek. Ik heb meerdere malen in het stuk, als in het artikel, als in reacties op anderen gezegd dat de eurosceptische houdingen van lager opgeleiden een vrij rationele reactie zijn op het hele Europese project en de implicaties daarvan voor hun dagelijkse leven. De labels ‘slim’ of ‘dom’ zijn voor jouw rekening. Opleiding is niets meer en niets minder dan wat de variabele zegt: de afronding van een bepaalde opleiding. Dat dit implicaties heeft voor bijvoorbeeld je kansen op de arbeidsmarkt lijkt me helder.
De antwoorden op de vragen die je stelt over waarom en hoe zijn te uitgebreid, dus ik verwijs je graag naar het artikel zelf, want daar staan we uitgebreid bij stil.
http://www.knack.be/opinie/columns/walter-pauli/het-acw-vernietigt-het-gezag-dat-het-middenveld-in-vlaanderen-genoot/opinie-4000250667787.htm
@12: natuurlijk bestaat die wel. Je neemt gewoon het gewogen gemiddelde van de betreffende eu-landen. Wedden dat je iets dergelijks ziet?
maar goed oost europa is in het onderzoek dat maar 12 landen betrof, niet meegeteld en daar zouden ze wel schat ik in best blij zijn met europa, ook de lager opgeleiden. maar die zijn dan zeker hoger opgeleid dan onze lager opgeleiden.
Of zo.
@42: Doe maar en laat ons weten wat het resultaat is.
@40: Goed, ze zijn niet dom, ze zijn “laagopgeleid” en dat is een term die weggelegd voor het slimste deel van de bevolking. OK?
Ik heb de PDF “Euroscepticism and education” gelezen, maar daarin vind ik niet het antwoord waarom de relatie met “education” is gekozen en niet met “income”.
Jij stelt dat de afronding van een bepaalde opleiding implicaties heeft voor je kansen op de arbeidsmarkt. Dat is misschien waar, maar zeker is dat niet. Hoe zijn de kansen van een vakbekwame fijninstrumentmaker en een meubelmaker op de arbeidsmarkt? Gaat het in hun geval om hoogopgeleidde personen of niet?
Al die vragen zijn overbodig als je direct de relatie legt met het inkomen. Waarom wordt dat niet gedaan?
Die vraag lijkt me vrij eenvoudig te beantwoorden.
Of toch niet?
@25 Bedankt voor je respons. De methodologische finesses had ik niet doorgelezen in je stuk, maar het stelt me gerust dat je ze wel hebt meegenomen. Dat dit artikel verder niet echt een standpunt inneemt “We wilden simpelweg onderzoeken hoe die verschillen zich over de tijd hebben ontwikkeld. Of daar wereldschokkende bevindingen uit voortkomen of juist heel voorspelbare laat ik aan de lezer over.” is zowel een sterkte als een zwakte.
Dan is er nog een aspect waarvan ik me nu net afvraag of je het wel hebt behandeld in de verwerking van de gegevens. Voor hoe mensen tegenover de EU staan heb je gegevens gebruikt van de Eurobarometer (secundaire data), die gebruikt maakt van een bepaalde vraagstelling en een 3-puntenschaal (positief, neutraal, negatief). Daar is verder niet veel mis mee. Persoonlijk zou ik dan liever een 5 of 7 puntenschaal gebruiken, omdat je dan een betere uitsplitsing kan maken naar hoe negatief/positief. Ook dat is niet iets wat jij kunt beïnvloeden (de data heb je gewoon overgenomen).
Er is echter nog een reden waarom je een 5- of 7-puntenschaal zou kunnen gebruiken, wat wel samenhangt met jouw deel van het onderzoek. Over verschillende culturen (ook binnen Europa) heb je verschillende [i]response styles[i]. Dit heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat er in een bepaalde cultuur relatief meer mensen divergeren naar de einden, of juist convergeren naar het midden van zo’n schaal. Kort door de bocht kan gezegd worden dat West-Europese landen (UK, DE, Benelux, FR) meer convergeren naar een neutraler antwoord (ze zijn warm, noch koud, doch lauw) en Zuid-Europese landen (GR, IT, ES, PO) meer extremer zijn (temperamentvol). Dat kan bijvoorbeeld een deel van de verklaring zijn voor het grilligere gedrag van de gegevens van die landen (en met name Griekenland). Heb je dit effect meegenomen?
@36 Met de betrouwbaarheid van de bron is niks mis, maar wel met de uitwerkingen van de tabellen en de methodologie (wat ik uit die site kan lezen). Was er mogelijkheid tot een neutraal/ik weet het niet antwoord bij de beantwoording van de vraag: ‘Lidmaatschap van de EU is een goede zaak’? Dan kan de interpretatie van zo’n tabel al helemaal veranderen. Vragen met meerkeuze antwoorden hebben hun voordeel, maar ook hun nadeel. Als 47% het EU-lidmaatschap een goede zaak vindt, betekent dat ook dat 53% het geen goede zaak vindt? Zo wordt er wel eens gezegd dat ongeveer een derde de onafhankelijkheid van de VS steunde, een derde niet en een derde het niet uitmaakte. Dat ze toch onafhankelijk zijn geworden lag dus niet aan een steun van de meerderheid, maar aan militaire successen.
Het is ook niet simpel om van Europa als economische gemeenschap te houden als je als werkloze/afgeschreven 50+ arbeider,voorheen werkzaam in een klein bedrijf dat slachtoffer werd van de bankencrisis en failliet ging, aan de kant staat en busjes met Roemenen naar de klussen ziet afreizen waar jij vroeger je werk in vond.
Over de voordelen van een munt en afgeschafte grenscontrole op te geven als je het je toch niet kunt veroorloven naar het buitenland op vakantie te gaan.
Als je een kakker zich ziet opwinden over die domme mensen die de voordelen van de EU maar niet willen inzien,en die zelf zijn huis laat verbouwen door Poolse bouwvakkers.
Hoe democratisch het mannetje Verhofstadt is blijkt er uit dat hij meer propaganda voor de EU wil.
Het idee dat de meerderheid geen EU wil lijkt niet bij hem op te komen.
De VS senator en socioloog Moynihan schreef eens ‘dat slachtoffers nooit door propaganda er van kunnen worden overtuigd dat ze geen slachtoffers zijn’.
Een ieder met een beetje boerenverstand begrijpt nu dat we zo snel mogelijk van EU en euro af moeten, om meer rampen te voorkomen.
Die gedachte zou tegengewerkt kunnen worden door uit te leggen welke zegeningen EU en euro gebracht hebben.
Helaas lijkt zelfs de Brusselse EU propaganda machinerie niet in staat dat duidelijk te maken.
@47:
Als banken in problemen komen is dat een symptoom, geen oorzaak.
Een bankier verkoopt leningen.
Bankiers komen in problemen als rente en aflossing van leningen niet worden betaald.
Dat komt omdat degenen die de leningen kregen te veel leenden, en / of hun terugbetalings- en rentebetalingsmogelijkheden overschatten.
De beweerde bankencrisis is het gevolg van de euro, bankiers meenden dat leningen in euro’s gegarandeerd werden door de ECB.
Zij lazen het Verdrag van Maastricht niet, daar staat uitdrukkelijk dat elk land verantwoordelijke is voor z’n eigen beleid, dus: geen hulp.
Helaas liet Merkel zich chanteren, en zo heeft Duitsland nu meer dan 600 miljard euro verplichtingen, en wij iets van 300 miljard.
Laag opgeleiden begrijpen nog wel dat de gewone man, zij, het gelag mogen betalen.
@49: Toch knap wat bijvoorbeeld de Amerikaanse banken zonder € voor elkaar hebben gekregen ;-)
En toch meen ik tussen de regels door te lezen in dit artikel dat er een zweem van oorzaak-gevolg gewekt wordt ipv een correlatie. Een artikel als dit zou hier toch een expliciet statement over moeten bevatten, het lijkt op framing nu. Tenminste, dat valt zeker niet uit te sluiten.
@46: De driepuntsschaal is inderdaad niet ideaal. Andere studies (en ikzelf in ander onderzoek) gebruiken fijnere survey-items, maar daarvoor betaal je een vrij hoge prijs, nl dat je de enorme longitudinale dekking moet opgeven. Naar die verschillende item-respons als gevolg van ’temperament’ ben ik wel benieuwd. Ik heb er nog nooit over gehoord, dus als je een verwijzing hebt hou ik me aanbevolen!
Het groeiend Europees Extreem rechts ;
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=2hU5eafQATg
Het nieuwe Europa van Verhofstadt :
http://www.youtube.com/watch?v=Fzn9fDsFK2s
@52: Armen Hakhverdian ik heb een vrij eenvoudige vraag gesteld (@45) en ik vraag me af waarom je aan die vraag voorbijgaat.
maar daarvoor betaal je een vrij hoge prijs, nl dat je de enorme longitudinale dekking moet opgeven
Oh?
@55 Dat wil zeggen dat hij wel een driepuntenschaal heeft van gegevens in 1974, maar geen 5- of 7-puntenschaal vanaf die tijd (alleen als je een nieuw onderzoek zou beginnen). Als je daar nu mee wil beginnen, kan dat, maar als je dan de oude gegevens wil blijven gebruiken, dan moet je alsnog vertalingen maken van het nieuwe naar het oude model. Omgekeerd is het eigenlijk ook niet mogelijk, die datapunten heb je niet. (Ik weet niet precies wat je vraag is met ‘oh?’, dus ik ben er maar vanuit gegaan dat je of niet wist wat die longitudinale dekking is, of dat je niet wist waarom je die op zou moeten geven. Mocht het iets anders zijn…
@52 Ik kreeg er zelf voor het eerst mee te maken in een marketingboek/collegereeks, wat logisch is: veel marketing(bureaus) gebruiken ‘goedkope’ tweedehands data, waarbij het belangrijk is hoe je het interpreteert (vooral ook omdat je ofwel een potentiële markt laat liggen, of inzet op een markt, die er toch niet blijkt te zijn), terwijl (universitaire) onderzoekers (of die aan instanties verbonden) doorgaans wat meer vrijheid (en geld) hebben om zelf een onderzoek op te stellen. Met een beetje zoeken heb ik een zeer nuttig artikel daarvoor weten te achterhalen, maar wel achter een betaalmuur (wat voor jou, als onderzoeker aan de VU, geen probleem zou moeten zijn). Het gaat om A Response Style in Marketing Research, a Cross National Investigation van H. Baumgartner en J. Steenkamp, te vinden in Journal of Marketing Research, 2001, Volume 38, pp 143-156. Hoewel ik verder geen concrete data van de landen zie die in het onderzoek zijn opgenomen, is het een goed begin, en er in dat artikel direct ook geen gegevens zijn over hoe elk land op de verschillende soorten response styles reageert, lijkt het me een goed begin.
Nu gaat het genoemde fenomeen niet op in de verhouding positief-negatief, maar dat verandert -natuurlijk- als je neutraal bij negatief voegt.
@52 Ik zou niet willen dat mijn reacties de terechte reacties van jou overschaduwen. Voor wat ik kan vermoeden is de keuze voor opleiding om een aantal redenen gemaakt:
I) Dit onderzoek betreft gedeeltelijk een follow-up onderzoek, waarbij ook een relatie werd gelegd tussen opleiding en euroscepticism. De dimensie van euroscepticism is veranderd (instrumentaal ipv politiek). Door nog een dimensie te veranderen (inkomen ipv opleiding) zou je dit onderzoek helemaal niet met het vorige kunnen vergelijken
II) Het is ook mogelijk dat de gegevens vanaf 1974/1986 geen analyse toestaan over de relatie tussen inkomen en euroscepticism. Dan probeer je onderzoek te doen op de gegevens die je wel hebt.
III) Als ik het goed heb zijn er aannames gemaakt, die misschien niet helemaal duidelijk naar voren komen: de well educated zijn de winnaars van de globalisatie, de verliezers hebben minder skills (=[beroeps]opleiding). Die laatste groep ziet hun baan verdwijnen naar India, China of Oostblok-EU-landen. Dat laatste zegt alleen niks over hoe hoog het hier gewaardeerd is (fabrieksmedewerker, IT-helpdesk, of ‘baas van Hoogoverns’), alleen dat het daar goedkoper is. Die laatste opmerking geldt natuurlijk ook voor wat betreft opleiding, maar er wordt dus ook de aanname gemaakt dat de laagopgeleiden disproportioneel meer last hebben van de globalisatie. Omdat het niet aan mij is om die vraag daadwerkelijk te beantwoorden, roep ik #Armen Hakhverdian op om ook #45 te beantwoorden.
@53: Hoe ver je als politicus van de sociale realiteit kunt afstaan wordt fraai geillustreerd door meneer Verhofstadt.
@57: Vergis ik me nou, of ga je in op mijn vragen (@54)?
I) Ja, daar had ik ook al (stilzwijgend) bij stilgestaan.
II) Ja, dat is mogelijk.
III) Inderdaad, dat is op het eerste gezicht de kern van mijn kritiek. Maar ik wil een stapje verder: als de reden in werkelijkeid was om te onderzoeken of er een correlatie bestaat tussen de winnaars en de verliezers, met betrekking tot euroscepticisme,
waarom is dan niet gekeken naar de inkomenspositie en de mate van scepticisme? Die benadering is toch veel rechtstreekser?
Ooit heeft iemand blijkbaar de (niet geheel zinnige) relatie gelegd tussen opleiding en euroscepticisme en als gevolg daarvan onderzoeken sociologen tot op de dag van vandaag of daar verandering in is gekomen. Zonder zich af te vragen wat dat nu eigenlijk inhoudt.
Wie was de eerste die die relatie legde? De Wiarda Beckman stichting? Of wilde een werkgeversorganisatie dat graag weten? Het wetenschappelijk buro van de VVD misschien?
Ik vind het een vorm van framen. Het is een vraagstelling waar een politieke partij of richting zijn voordeel mee kan doen: Zie je wel, iedereen met een beetje verstand in zijn hoofd…..
Dat klinkt heel anders dan: Kijk, de slachtoffers zijn het er niet mee eens en dat kun je moeilijk anders verwachten.
En ik ben zo wantrouwig om te denken dat dat wel eens niet toevallig zou kunnen zijn. Maar dat weet ik natuurlijk niet,
dus stel ik de vraag.
@54: Ik ging aan die vraag voorbij omdat ik hem simpelweg niet heb gezien. Het wordt een beetje chaotisch met al die replies onder elkaar. Anyway, here goes.
We hebben niet gekozen voor inkomen omdat economische implicaties van opleiding (waarvan één inkomen is, maar arbeidsmarktpositie gaat verder dan alleen inkomen) slechts één van de mechanismen zijn die opleiding linken aan houdingen tov Europese integratie. De politieke en culturele mechanismen hebben met inkomen sec weinig te maken. Maar als je het onderzoek zou vernauwen naar alleen een economische calculus van Europese integratie zou je inderdaad inkomen en beroep mee moeten nemen in je analyses (wat anderen, voornamelijk Matthew Gabel, zie referenties, hebben gedaan).
Overigens zal het meenemen van die variabelen niet bijster veel veranderen aan de bevindingen dat opleiding netto een effect heeft en dat er divergentie heeft plaatsgevonden omdat inkomen ’tussen opleiding en euroscepsis’ ligt. Wat het zou bijdragen is dat je een nauwkeuriger beeld krijgt van één van de onderliggende mechanismen. Dat is zeker het onderzoeken waard.
Daarbij moet – helaas – de kanttekening worden gemaakt dat inkomen een vervelende variabele is om mee te werken omdat veel mensen die vraag niet invullen of weigeren te beantwoorden. Ik denk dat je zo 20% van je respondenten zou verliezen.
Folkward, bedankt voor de referenties over item respons. Ik ga het bekijken.
Als jullie het niet erg vinden laat ik het hierbij. Maar nogmaals dank voor de comments en de inhoudelijke kritiek.
@60: “We hebben niet gekozen voor inkomen omdat economische implicaties van opleiding (…) slechts één van de mechanismen zijn die opleiding linken aan houdingen tov Europese integratie. De politieke en culturele mechanismen hebben met inkomen sec weinig te maken.”
Dus het begrip “opleiding” is gekozen, aangezien die term behalve economische implicaties, ook andere “onderliggende mechanismen” van politieke en culturele aard in zich verbergt?
Dus door de parameter “opleiding” te kiezen meet je een veelheid aan componenten, maar je weet niet exact om welke componenten het gaat, noch hoe ze in onderlinge relatie staan?
“Since we aim to capture not only the direct, unmediated effect of education but also its possible indirect effects, we do not include any control variables that might mediate the effect of education on euroscepticism.”
Kortom, je hebt de relatie tussen opleiding en euroscepticisme bekeken, maar zonder dat dit tot enige andere verdergaande conclusie kan leiden, omdat je niet hebt gedefineerd, noch onderzocht, waar het begrip “opleiding” in deze voor staat.
Begrijp me goed, mijn bezwaar is niet dat die correlatie niet zou bestaan. Integendeel, het enige feit dat het onderzoek heeft aangetoond is dat die correlatie bestaat. Voor het overige is het volstrekt fact-free en dient absoluut nergens toe, behalve dat het als argument kan worden gebruikt in de politieke discussie.
Mijn wantrouwen dat het om een vorm van framen gaat, is door dit antwoord dus niet weggenomen. Integendeel!
@61: Toch nog even :) Ik kan je antwoord helemaal volgen tot die allerlaatste zin. Wat bedoel je precies met ‘framen’?
Overigens, als ik de mogelijkheden had om zowel de longitudinale trends in netto opleidingseffecten als de mechanismen erachter te onderzoeken had ik dat wel gedaan. Dan had ik wel een boek moeten schrijven en geen artikel van 10 pagina’s. Dit artikel is simpelweg een kleine bijdrage in een enorme literatuur over euroscepsis. Niets meer, niets minder. Wat we hebben kunnen winnen aan spreiding qua tijd en ruimte hebben we moeten inleveren aan diepte. Bij een case study van bijv NL had je wel die zaken die je hebt aangekaart in vorige comments kunnen bestuderen. Zie bijv http://eup.sagepub.com/content/12/1/21.short. Maar dan is de vraag natuurlijk of deze bevindingen generaliseerbaar zijn of niet…
@62: Het lijkt me dat ik dat in @59-III goed onder woorden heb gebracht.
Als ik het goed begrijp was jij (waren jullie) niet de eerste(n) die dat gedaan hebben, maar borduurt het onderzoek verder op bestaande begripsvorming. Je kunt heel concreet een tipje van de sluier oplichten door me te vertellen wie de eerste was die specifiek de relatie tussen opleidingsnivo en euroscepsis introduceerde en met welke motivatie.
Nogmaals: Ik ben zo wantrouwig om te denken dat dat wel eens niet toevallig zou kunnen zijn en dat daar politieke motieven achter zitten. Maar dat weet ik niet, dus stel ik de vraag.
Eurosceptici aller landen, verenigt U!
@63: Ik werk niet voor een partij. Sterker nog (en dat is misschien een zwakte), ik volg de rapporten van WBS, VVD, werkgevers of wie je dan ook aanhaalt in @59 zeer zelden. Wie de eerste was die de relatie opleiding-euroscepsis heeft aangetoond weet ik niet. Sinds de vroege jaren van opinieonderzoek wordt opleiding gezien als een predictor voor vertrouwen, tevredenheid en noem maar op. Daar is later euroscepsis bijgekomen, sowieso in het werk van Gabel mid-jaren ’90.
Je schrijft: “Ik vind het een vorm van framen. Het is een vraagstelling waar een politieke partij of richting zijn voordeel mee kan doen: Zie je wel, iedereen met een beetje verstand in zijn hoofd…..
Dat klinkt heel anders dan: Kijk, de slachtoffers zijn het er niet mee eens en dat kun je moeilijk anders verwachten.”
Ik wil niet moeilijk doen, hoor, maar we zijn het gewoon eens. Hoe vaak moet ik nog zeggen dat laag opgeleiden verdomd goede redenen hebben om sceptisch te zijn jegens Europese integratie. Ze worden om tal van redenen benadeeld en dat uit zich in hun houdingen. Hoe jij daar een pro-Europa frame, nota bene gelinkt aan PvdA en VVD, in ziet is me werkelijk een raadsel.
@64: Dat is mooi, we zijn het eens.
Maar als je een kop maakt waarin je de relatie legt tussen laagopgeleid en euroscepticisme, dan zal een een groot aantal mensen zijn die de de associaties hebben die ik probeerde te verwoorden. Omdat te controleren hoef je alleen maar de reacties na te lezen.
Dat je dat niet ziet is me een raadsel. Laat die opmerking maar eens vallen in een discussie over Europa met PVV-ers. Je zult zien dat ze reageren als een stier op een rode lap.
Je schrijft: “Wie de eerste was die de relatie opleiding-euroscepsis heeft aangetoond weet ik niet.”
Dat is jammer, want ik had dat graag geweten.
@63:
Eurosceptici aller landen, verenigt U!
Dat houdt de EU tegen.
Bij de komende EU verkiezingen worden anti EU partijen uitgesloten, bovendien kun je niet stemmen op partijen uit andere landen.
In Nederland stemmen op Ukip gaat dus niet.
Boycotten lijkt me de enige uitweg.
waarom stopt het bij 2010?? nu is pas de ellende echt zichtbaar aan het worden