Waarom helpen we de Pakistanen niet?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,
Help slachtoffers overstroming Pakistan (Foto: SHO)

Waarom zouden we geld geven voor Pakistan als dat geld niet bij de juiste mensen terecht komt maar bij een corrupte overheid en de Taliban, en christenen door de moslims van hulp worden uitgesloten? Waarom zouden we geld geven als de meeste hulp de slachtoffers niet bereikt en veel van ons geld wegebt? Het zijn vragen die de laatste weken regelmatig de revue passeren. Maar berusten ze wel op waarheid? En is het wellicht in ons eigen belang om de Pakistanen te helpen?

Laten we eerst de omvang van de ramp nog even in ogenschouw nemen. Ban Ki-Moon noemde de watersnood in Pakistan een “slow-motion tsunami‘. OCHA spreekt over een ramp, omvangrijker dan de tsunami en de aardbeving in Zuid-Azië en de aardbeving op Haïti. En daar is ook alle reden toe.
Het dodental staat nu op 1752, er zijn 2701 mensen gewond en ruim 1,8 miljoen huizen beschadigd. De ramp raakt volgens de laatste cijfers 20,5 miljoen mensen, wier situatie in de komende tijd zonder hulp aanzienlijk zal verslechteren. Giro 555 heeft tot nu toe bijna 21,4 miljoen euro ingezameld, een bedrag dat schril afsteekt tegen de opbrengst van eerdere acties voor de slachtoffers van de tsunami (208 miljoen) en de aardbeving op Haïti (114 miljoen).

Redenen te over om onze beweegredenen om geen geld te geven eens nader tegen het licht te houden.


Hulp komt niet bij de juiste mensen terecht

Af en toe horen we berichten dat christenen van hulp worden uitgesloten. Gelet op de omvang van de ramp geldt door voor veel Pakistani, niet in het minst voor de zwaar getroffen provincie Punjab, waar de meeste christenen wonen en 8 miljoen mensen getroffen zijn. De vraag is natuurlijk of ónze hulporganisaties christenen uitsluiten. Volgens Giro555 is dat niet het geval: de bij haar aangesloten seculiere en christelijke hulporganisaties zijn gehouden aan een internationale code die het uitdrukkelijk verbiedt om bij de hulpverlening onderscheid te maken op grond van geloof, ras of geslacht. Ze zien er op toe dat ook hun Pakistaanse partners zich aan deze code houden. We mogen er dus van uitgaan dat het door ons aan Giro555 gedoneerde geld wordt gebruikt om mensen te helpen ongeacht hun religie.

Wat we ook wel horen is dat het geld terecht zou komen bij de corrupte overheid of bij de Taliban. Volgens Giro555 hoeven we daar echter evenmin bang voor te zijn. De lidorganisaties werken al jaren in Pakistan. Ze werken daar met eigen teams en met vertrouwde lokale partnerorganisaties. En bovendien zien ze streng toe op fraude.

Wat wellicht ook een rol speelt is de beeldvorming dat Pakistaanse christenen stelselmatig worden geterroriseerd door moslims. Volgens ons ministerie van Buitenlandse Zaken klopt dat beeld echter niet. In reactie op Kamervragen naar aanleiding van berichten van het Nederlands Dagblad en de BBC schreef Maxime Verhagen: “Ik deel uw mening niet dat de Islamitische Republiek Pakistan op systematische wijze de rechten van christenen schendt. Zowel in wetgevende als praktische zin trachten de Pakistaanse autoriteiten de rechten van christenen en andere niet-moslims te beschermen.
Er is wel sprake van geweldsincidenten, maar die hebben geen systematisch karakter. Dat stelt ook de Pakistaanse christelijke leider Haroon Nasir: inderdaad zijn er soms incidenten, maar tegelijkertijd zetten mensen en organisaties van veel verschillende religieuze gemeenschappen zich juist in voor begrip tussen de verschillende religies en voor vreedzaam samenleven. Zij vieren samen de geboorte van Jezus en breken samen de vasten tijdens de Ramadan. De eerste grondwet van Pakistan was gebouwd op pluralisme en de man van de straat gelooft daar volgens Nasir nog steeds in. Religieus extremisme is een gemeenschappelijke bedreiging voor alle Pakistanen en mensen van alle religies, etniciteiten en culturen zetten zich actief in voor een toleranter Pakistan.
Verhagen stelt dat de situatie van christenen niet verbetert door de hulp te stoppen, maar dat juist onze betrokkenheid mogelijkheden schept om de positie van minderheden in Pakistan te verbeteren.

Slechts 2 procent van de toegezegde hulp bereikte Haïti

Dat klopt. Het gaat hier echter niet over het geld dat wij doneren, maar over hulp toegezegd door overheden. In maart van dit jaar werd een donorconferentie gehouden, waar overheden bijna 10 miljard dollar (8 miljard euro) toezegden voor het wederopbouwfonds van de Wereldbank. Die toezeggingen komen diezelfde overheden echter (nog) lang niet altijd na. Voor Leslie Voltaire, speciaal gezant van Haïti, was dat halverwege juli reden om aan de bel te trekken: tot dusver is minder dan 2 procent van de toegezegde hulp in Haïti terechtgekomen en nog steeds leven anderhalf miljoen mensen in tentenkampen. Het wederopbouwfonds dan ook pas 506 miljoen dollar in kas.

De Giro555-actie voor Haïti leverde ruim 114 miljoen euro op. Het grootste deel van dat bedrag bestaat uit onze donaties. De Nederlandse overheid voegde daar ruim 40 miljoen euro aan toe. Tot nu toe is ruim 20 procent van het totaalbedrag uitgegeven, vooral aan basisvoorzieningen als tijdelijk onderdak, sanitair, voedsel en water. De rest wordt besteed aan wederopbouw, en dat is nu nog niet mogelijk. Vrijwel alle lege plekken zijn nu bezet met tentenkampen, waardoor nog geen puin kan worden geruimd. De overheid moet dus bouwgrond aanwijzen. Het ingezamelde geld voor de wederopbouw wordt daarom uitgegeven in een periode van drie tot vijf jaar. Van de 41,7 miljoen die de Nederlandse overheid aan Giro555 gaf, is twaalf miljoen bestemd voor noodhulp; dat bedrag is al overgemaakt. De resterende 29,7 miljoen euro is bestemd voor wederopbouw is nog niet overgemaakt, omdat het bedoeld is voor activiteiten vanaf 2011 (meer informatie).

Jaarlijks lekt $40 miljard (eenderde) aan ontwikkelingsgeld weg

Dit heeft betrekking op ontwikkelingssamenwerking, en dus niet op noodhulp zoals nu aan de orde in Pakistan. Volgens de minister van Buitenlandse Zaken is dat geen ‘hard’ cijfer. “Van het letterlijk ‘weglekken’ van ontwikkelingsgeld is in dit verband geen sprake,” schreef Maxime Verhagen aan de Kamer.

In een artikel in de Telegraaf van 3 juli 2010 wordt een boek van oud-ambassadeur Karel van Kesteren besproken dat gaat over ontwikkelingssamenwerking. Hij beschrijft daarin hoe duizenden projecten worden uitgevoerd, die niet of onvoldoende op elkaar afgestemd zijn en waar een overzichtelijk aantal donoren (zoals overheden, VN-organisaties en ngo´s) bij betrokken is. Ook zijn lokale hulporganisaties daardoor nu veel tijd kwijt met het ontvangen van al die bezoekers en het schrijven van rapporten. Met deze inefficiëntie lekt volgens Van Kesteren jaarlijks een derde van het budget weg: wereldwijd 40 miljard van de in totaal 120 miljard dollar. Van Kesteren pleit er daarom voor de hulpverlening beter te coördineren door alle hulp onder één paraplu onder te brengen en de projecten beter op elkaar af te stemmen. Of zoals Maxime Verhagen het formuleert: “Geld zou nog beter kunnen worden gebruikt. Van Kesteren houdt dus geen pleidooi voor het inkrimpen van budgetten, maar voor het efficënter besteden ervan. Het goede nieuws is dat de VN daar al sinds 2007 in een aantal landen mee aan het experimenteren is onder de noemer One UN.

In hetzelfde Telegraafbericht maakt Van Kesteren korte metten met andere clichés over ontwikkelingssamenwerking, zoals het beeld van corrupte regimes die hulp aan de bevolking liever in eigen zak steken.

‘Hearts and minds’

Drie redenen minder dus om minder geld te geven. Ook is er nog een pragmatisch argument om juist nu wel hulp te geven aan de Pakistani. We zijn nu al tien jaar verwikkeld in een war on terror. De Pakistaanse overheid heeft weliswaar een enorm leger, maar is kennelijk niet toegerust om de enorme hulpoperatie die nodig is goed van de grond te tillen en uit te voeren. Doen we niks, dan zal uiteindelijk de verdoving die er nu is bij de Pakistani, omslaan in woede en wanhoop. En dat is, zoals we allemaal weten, een uitstekende voedingsbodem voor fundamentalisme.
Dat wordt versterkt door het feit dat islamistische organisaties op dit moment wel volop hulp proberen te bieden. Hun populariteit onder de bevolking zal daardoor groeien. En dat is precies wat we niet willen. Als we geen hulp bieden, zenden we een duidelijk signaal uit: we hebben wel miljarden over om oorlog te voeren, met enorme aantallen burgerslachtoffers tot gevolg, maar we hebben geen miljoenen over de levens te redden van mensen die door een enorme ramp getroffen zijn. In plaats van het signaal uit te zenden dat we wel miljoenen over hebben voor het voeren van oorlog, kunnen we de Pakistani ook laten weten dat we hen helpen in tijden van nood. Dit is hét moment om de hearts and minds te verliezen of te winnen.

Reacties (4)

#1 Ger

Je hebt het behoorlijk herschreven, goed werk.

Het enige deel waar ik nog wat moeite mee heb is het verhaal over christenen die door moslims worden geterroriseerd. Het is m.i niet een veel gebezigd argument buiten SGP/CU kringen. Ik denk niet dat het een reden is voor henk & ingrid om geen geld te geven, ze houden sowieso al niet van moslims. Doordat het zo’n lang deel van je stuk uitmaakt en een te lang citaat heeft, ben ik bang dat je lezers afhaken. Ik zou dat gedeelte qua tekst halveren.

Het 2e en 3e argument vind ik stuk sterker, hoewel de in je inleidingsalinea genoemde tegenwerpingen toch de meest gehoorde blijven.

Stuk hearts & minds. Ik zou de inleiding veranderen in “Drie redenen minder dus om minder geld te geven. Ook is er nog een pragmatisch etc..”

  • Volgende discussie
#2 Johanna

@Ger
Dank voor de feedback. Zoals ik al eerder schreef, hoor ik dat argument juist regelmatig en dan niet alleen in Staphorst.

Wellicht te ondervangen door item 1 te herschrijven rond de vraag of de hulp bij (alle) mensen terecht komt, en niet bij de verkeerde (corruptie, Taliban). Met als titel: hulp komt bij de verkeerde mensen terecht.
Dan ligt de focus op: als je geld geeft aan SHO, werken ze met betrouwbare partners die zich aan een gedragscode houden en ze controleren die. Dat biedt redelijke garanties dat het terecht komt bij hen die hulp nodig hebben. Religie speelt in de hulpverlening van SHO geen rol.
Specifiek voor mensenrechten geldt dat juist bilaterale hulp en dialoog bijdraagt aan verandering. Niks doen maakt de situatie niet beter.

Zoiets? Zwaartepunt komt daarmee op het tweede deel van dat blokje te liggen, waarmee ik dan start, om dan pas daarna nog iets te zeggen over dat terroriseren van christenen. En flink korter ook.

Voor zover ik het zie covert mijn stuk alle argumenten die ik noem in mijn inleiding.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Miko

Ik vind het een sterk stuk zo – maar ik deel de punten van Ger omtrent dat eerste stuk. Ik vind het goed dat je dat argument ontkracht, maar het duurde even voordat bij mij het kwartje viel.

Wellicht kun je het probleem iets explicieter maken door te beginnen met iets als ‘Waarom zouden we ons geld aan pakistaanse moslims geven terwijl zij stelselmatig christenen etc etc.’

Wat betreft die 40 miljard: ik snap dat citaat van Van Kesteren niet. Wat bedoelt hij nou? Even een zinnetje toevoegen wellicht.

Verder zou ik het citaat weglaten. Het voegt aan je betoog niets toe en ik neem aan dat je het via de links kan vinden.

Typo: “Hij Die …”

Suggestie “Een argument dat met het voorgaande verband houdt, … ” wat wollig. Wellicht gewoon “Wat je ook wel hoort … “?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Johanna

Ik kijk nog even kritisch naar de tekst.

  • Vorige discussie