COLUMN - Sinds maandag is Donald J. Trump voor de tweede maal president van de Verenigde Staten. Konden we in 2016 nog volhouden dat dit een rare misstap was, waarna men met de keuze voor Biden naar de normale gang van zaken zou zijn teruggekeerd, ditmaal valt dat lastiger vol te houden.
Het Amerikaanse volk volgt een trend die overal in de Westerse wereld langzaam maar zeker manifest wordt. Op allerlei plaatsen valt de keuze van steeds aanzienlijker delen van de bevolking op nationalistische populisten, die een autocratische politiek voorstaan en een terugkeer beloven naar zogenaamd betere tijden: toen blanke Europeanen nog het straatbeeld bepaalden.
Illiberale democratie
We bevinden ons daarmee in een overgang van een liberaal-democratische orde, naar wat politicologen een illiberale democratie noemen. Het soort democratie dat men in Rusland en Turkije heeft, waar de staat bijeengehouden wordt door een sterke man, die aan de top staat van een nepotistische piramide, waarin baantjes en lucratieve opdrachten worden uitgedeeld aan wie het meest loyaal is, of het meeste kickbacks biedt.
Techmiljardair Peter Thiel sprak onlangs al triomfantelijk over de teloorgang van het “Ancien Regime”, waarmee hij de liberaal-democratische orde vergeleek met de heerschappij van de Franse vorsten tot de Franse Revolutie. Een van Thiels favoriete buikspreekpoppen, computerprogrammeur Curtis Yarvin, mocht dit weekend in de New York Times uitleggen waarom democratie niet goed functioneert, en een dictator die miljardairs en corporaties bedient veel effectiever is.