Clustermunitie is onnauwkeurig en maakt veel burgerslachtoffers, vaak nog jaren na dato. Ruim tachtig landen tekenden het Clustermunitieverdrag, dat gisteren van kracht werd, nog niet. Waaronder de VS, Rusland en Israël, landen die clustermunitie produceren én gebruiken. Wanneer tekenen zij? En hoe werkt Nederland, dat het verdrag wel tekende, met hen samen?
Clustermunitie eist veel burgerslachtoffers
Clustermunitie bevat tientallen kleinere explosieven die in de lucht loslaten en daardoor over een groot gebied verspreid raken. Heel handig als je een landingsbaan wilt bombarderen, dan kun je een mooi tapijt leggen. Maar ook lastig, want je kunt moeilijk onderscheiden wat je wel en niet gaat raken. Clustermunitie is dan ook berucht vanwege haar onnauwkeurigheid.
Veel van die explosieven ontploffen bovendien niet, maar blijven onontploft liggen en vormen daarmee de facto één groot mijnenveld. Kinderen worden aangetrokken tot wat er ? mede door de vaak felle kleuren ? uitziet als speelgoed.
Zij behoren dan ook tot de grootste groep slachtoffers. Sowieso treffen de projectielen vooral burgers, namelijk in zo?n 98 procent van de gevallen. Zoals de Nederlandse cameraman Stan Storimans, die twee jaar geleden in de Georgische stad Gori de dood vond door een Russische clusterbom. Overigens gebruikte ook Georgië zelf in die strijd clusterbommen.
Langdurige gevolgen
Landen waar in het verleden clustermunitie gebruikt werd, kampen anno nu nog steeds met de gevolgen. In Laos liggen dertig jaar na het Amerikaanse bombardement nog steeds 75 miljoen clusterbommen. In Zuid-Libanon werden in 2006 door het Israëlische leger in minder dan twee maanden tijd 48 miljoen vierkante meter land omgetoverd tot een mijnenveld. Ruim vier miljoen clusterbommen werden er afgevuurd, waarvan ruim veertig procent niet ontplofte. Nu, vier jaar na de oorlog, is slechts de helft van het gebied ontmijnd.
Het spreekt voor zich dat deze mijnenvelden schade aanrichten, land en wegen ontoegankelijk maken en de wederopbouw belemmeren. Dat speelt niet alleen in Laos en Zuid-Libanon, maar ook in Vietnam, Cambodja, Kosovo, Afghanistan en Irak. Vanwege de grote gevolgen voor de burgerbevolking en de langdurige nasleep is het dan ook goed nieuws dat op 1 augustus 2010 het Clustermunitieverdrag in werking treedt.
Het Verdrag inzake Clustermunitie
Het Clustermunitieverdrag verbiedt het gebruik, de productie, opslag en de overdracht van clustermunitie. Verdragspartijen moeten bovendien de achtergebleven bommen ruimen en de slachtoffers ondersteuning bieden. Afgelopen februari was het verdrag door dertig landen geratificeerd, waardoor het nu, zes maanden later, onderdeel gaat uitmaken van het humanitair oorlogsrecht, waar ook de Geneefse Conventies toe behoren. Op dit moment is het verdrag ondertekend door 107 landen, waaronder Nederland, en door 38 landen geratificeerd (zie onderstaande kaart).
De ?schandpaal?
107 Landen ondertekenden het verdrag. Meer dan tachtig dus nog niet. De verwachting is dat ondertekening bij een aantal landen op flink verzet zal stuiten, net als eerder het verdrag tegen landmijnen. Supporters van het verdrag hopen daarom dat het gebruik van clustermunitie toch zal afnemen, doordat het afbreuk doet aan je goede naam als je ? nu het verdrag van kracht wordt ? toch nog clustermunitie blijft gebruiken. Ofwel: naming and shaming kan het gebruik verminderen, denkt men.
Op de website van de Cluster Munition Coalition staat een interactieve kaart waarmee je de details van elk land kunt bekijken, ook van de niet-ondertekenaars. Onder deze landen vinden we merkwaardig genoeg ook vier slachtoffers, landen die clustermunitie produceren noch gebruiken doch er wel ooit mee bestookt zijn. Dit zijn Cambodja, Grenada, Tadzjikistan en Vietnam.
Ook vinden we er 34 ?onschuldige? landen, landen die geen clustermunitie produceren, er niet over beschikken en het ook nooit gebruikt hebben. Dit zijn: Andorra, Armenië, de Bahama´s, Bangladesh, Barbados, Belize, Bhutan, Brunei, Dominica, Equatoriaal-Guinee, Eritrea, Gabon, Guyana, Kirgizië, Kiribati, Letland, Maldiven, Maleisië, Marshalleilanden, Mauritius, Micronesië, Myanmar, Nepal, Oost-Timor, Papoea-Nieuw-Guinea, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Solomonseilanden, Suriname, Swaziland, Tonga, Trinidad en Tobago, Vanuatu en Venezuela.
Dan zijn er ook nog flink wat landen, waaronder veel Arabische en voormalige Sovjet-Unie landen, die weliswaar beschikken over voorraden clustermunitie, maar die voorraden nog nooit hebben aangesproken. Dit betreft de volgende 22 landen: Algerije, Azerbeidzjan (tevens slachtoffer), Bahrein, Cuba, Estland, Finland, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Koeweit (tevens slachtoffer), Mongolië, Oekraïne, Oezbekistan, Oman, Qatar, Sri Lanka, Syrië, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Wit-Rusland en Zimbabwe.
Wat we daarna overhouden is een lijst van 26 landen, veel te lang dus, die clustermunitie produceren en/of gebruiken. Soms werden ze zelf eveneens slachtoffer van clustermunitie. Die landen heb ik even in een staatje gezet:
Hoe zit het met Nederland?
Nederland is een van de landen die in het verleden clustermunitie produceerden en gebruikten, bijvoorbeeld in Kosovo en Servië. We zijn bezig onze voorraden af te bouwen, maar dat kan nog acht jaar duren. Nederland heeft het verdrag al wel ondertekend, maar nog niet geratificeerd. Het wetsvoorstel daartoe is op 1 juli 2010 door de Tweede Kamer aangenomen. Daarmee zijn we er nog niet, want ook de Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog goedkeuren en dat kan een hele tijd duren. Het staat pas op 14 september op de agenda van de commissie Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking. Reden voor het Rode Kruis om de Eerste Kamer tot spoed te manen. Zolang Nederland het verdrag namelijk niet heeft geratificeerd, hebben we aan de onderhandelingstafel ook geen stemrecht bij de verdere uitwerking van het verdrag. En de eerste bijeenkomst van de verdragspartijen vindt al plaats van 8 tot 12 november a.s. in Laos. Verder zijn er een aantal opmerkelijke zaken die spelen in de Nederlandse discussie.
Investeringsverbod
Het verdrag bindt weliswaar staten, maar individuele burgers en instellingen zijn er niet aan gehouden. Daarom nam de Tweede Kamer op 8 december vorig jaar een motie aan om Nederlandse banken en pensioenfondsen te verbieden te investeren in clustermunitie. Een belangrijk verbod, want wereldwijd wordt er door bijna 140 financiële instellingen nog steeds zo?n 20 miljard dollar in clustermunitie geïnvesteerd.
Wouter Bos was als toenmalig minister van Financiën geen voorstander van zo?n verbod. Hij vond dat bedrijven dat zelf maar moesten uitmaken. Ook zijn opvolger, Jan Kees de Jager, zag er weinig brood in. Hij stelde zich samen met Donner van Sociale Zaken op het standpunt (.pdf) dat:
zeer terughoudend wordt omgesprongen met het opleggen van beperkingen aan financiële instellingen ten aanzien van het door hen te voeren beleggingsbeleid.(?) Iedere ondernemer staat immers voor andere uitdagingen en dilemma?s.
Zij zagen er bovendien weinig noodzaak toe, omdat de Nederlandse financiële instellingen al op de goede weg zijn. En tot slot zagen zij een handhavingsprobleem: je kan het wel verbieden, maar dat is moeilijk te controleren. Sterker nog:
Verwacht moet worden dat een verbod zelfs averechtse werking zal hebben. Immers de trend naar toenemende zelfonthouding die wij in het voorgaande geconstateerd hebben, zal abrupt worden afgebroken, gegeven dat men niet kan rapporteren over wat verboden is. Vermoedelijk zullen beleggingsinstellingen die niet uit eigener beweging zich uit deze investeringen terugtrekken, andere wegen vinden voor hun investeringen. Die «andere wegen» zullen zich aan het oog onttrekken en daardoor waarschijnlijk opnieuw gaan groeien.
Ze deelden de Kamer dan ook mee de motie niet uit te zullen voeren. Het is natuurlijk merkwaardig om wel onder ogen te zien hoeveel leed clustermunitie veroorzaakt en het gebruik ervan te willen verbieden, maar tegelijkertijd wordt bedrijven geen strobreed in de weg gelegd om erin te investeren. Kennelijk is het financieel beleid van onze bedrijven belangrijker dan de slachtoffers. En hadden verdragspartijen niet ook de verplichting om anderen af te houden van het produceren en gebruiken van clustermunitie? De ministers noemden het symboolpolitiek, maar ze wijken daarmee wel af van bevriende naties als België, Nieuw-Zeeland, Luxemburg, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, die alle wel een investeringsverbod kennen. Het kabinet is roomser dan de paus. Onlangs riepen zelfs twee pensioenbeleggers de politiek zelfs op tot een investeringsverbod.
Assisteren bij doorvoer
Tijdens het Kamerdebat op 30 juni jl. (.pdf) pleitten onder meer Jasper van Dijk van de SP en Arjan El Fassed van GroenLinks voor een doorvoerverbod van clustermunitie en een verbod op het verlenen van assistentie aan derden. Van Dijk:
Het verbod op assistentie is interessant in verband met de doorvoer van clusterwapens. De doorvoer van clustermunitie valt volgens de regering niet onder het verbod op assistentie. Dat is merkwaardig, want als bijvoorbeeld Amerikaanse clustermunitie via de haven van Rotterdam of door ons luchtruim naar oorlogsgebied wordt vervoerd, assisteren wij bij het gebruik van deze wapens, die we met het verdrag afwijzen. Dat gaat dus tegen de aard van het verdrag in.
Minister Verhagen reageerde als volgt:
Het verdrag bevat geen verbod op doorvoer, maar slechts op overdracht. ″Transit″ is niet verboden, maar ″transfer″ wel. Het over Nederlands grondgebied vervoeren van clustermunitie die eigendom blijft van een bondgenoot valt dus niet onder de verbodsbepaling in het verdrag. Bovendien heb je nog het punt dat vanwege bepalingen ten aanzien van immuniteit voor NAVO-krijgsmachten je überhaupt niet lokaal recht ? in dit geval is dit dus Nederlands recht ? van toepassing kunt verklaren. Het afdwingen van het Nederlandse wettelijke verbod op het voorhanden hebben van deze wapens kun je dus niet afdwingen aan bondgenoten, op basis ook van de verdragsbepalingen in het kader van het NAVO-verdrag.
Ja, u leest het goed. Het is dus Amerika dat bepaalt welke wapens het over ons grondgebied vervoert, niet wijzelf. En als z?n verbod wel zou worden gerealiseerd, krijgen we dus problemen met de Amerikanen.
Samenwerking met landen die clustermunitie produceren
De belangrijkste producenten van clustermunitie zijn de Verenigde Staten, Rusland, China, Israël, India en Pakistan. Landen waarmee Nederland samenwerkt en die geen van alle het verdrag ondertekend hebben. Het verdrag verbiedt zo?n samenwerking ook niet. Of en hoe je samenwerkt, moet dan van geval tot geval worden vastgelegd in zogenaamde rules of engagement.
We mogen ze dus zelf niet meer gebruiken, maar werken straks mogelijk nog wel samen met landen die het verdrag niet ondertekenden en ze nog wel gebruiken. Hoogstens kunnen we er op aandringen dat ze dat gebruik tijdens de gezamenlijke operaties achterwege laten.
Eerdere blogs van Johanna over dit onderwerp:
Verdrag Clustermunitie treedt in werking
Reacties (14)
Allemaal leuk en aardig, maar Nederland speelt toch maar een vrij geringe rol in het verhaal clustermunitie. De hoofdgebruikers (ook hoofdverantwoordelijken in de landen die genoemd worden als hoofdslachtoffers) hebben het verdrag allemaal niet ondertekend.
Reportage over Cambodja, waarin verteld wordt dat Cambodja niet tekent omdat ze de middelen niet hebben om aan de voorwaarden (opruimen) te kunnen voldoen.
@1 Nederland produceerde clustermunitie en heeft in het verleden ook zelf clustermunitie gebruikt (Joegoslavië). Nederland was ook een van de landen die de interoperabiliteit (militaire samenwerking met landen die wél clustermunitie inzetten) in stand wilde houden. Hier vind je een uitgebreid overzicht van de Nederlandse rol bij de totstandkoming van het verdrag.
@2 Dat is wel een triest dieptepunt. Je zou eigenlijk de landen die de munitie gebruiken daartoe moeten verplichten. Zoals het ook zou helpen als ze openheid van zaken zouden geven waar precies ze clustermunitie hebben gebruikt. Dat helpt bij het opruimen.
Artikel 4.4 van het Verdrag roept daar ook toe op:
Nederland draagt bij aan fondsen daarvoor. In 2009 was die bijdrage echter als gevolg van bezuinigingen de laagste sinds 2003.
Overzicht van landen waar clustermunitie werd gebruikt
Geschiedenis van het gebruik van clustermunitie
@
”Dat is wel een triest dieptepunt. Je zou eigenlijk de landen die de munitie gebruiken daartoe moeten verplichten”
En hoe zou jij staten een verplichting op willen leggen? Lijkt mij not done in de internationale betrekkingen.
@4: idd. We kunnen veel landen weliswaar wel onder druk zetten, maar niet dwingen. Op weer andere landen hebben we helemaal geen invloed. Helaas niet.
@4: De vervuiler betaalt principe, lijkt me toch heel redelijk. Kwestie van opleggen via de VN op straffe van verlies van stemrecht.
@3: Als ik ’t goed begrijp zou Cambodja na ondertekening verplicht zijn de achtergebleven bommen op te ruimen, maar de VS zouden na ondertekening alleen worden opgeroepen daarbij te helpen (maar zonder verplichting). Lijkt me een beetje krom van dat verdrag.
@4 en @5: Blijkbaar kun je slachtoffers wel ergens toe verplichten, zie niet in waarom dat dan ook niet voor daders zou kunnen. Zelfs al kun je in beide gevallen naleving van die verplichting niet afdwingen.
@6: Denk niet dat dat voorstel ’t bij de VN zou halen.
@7 Inderdaad, er staat alleen ‘strongly encouraged’. Niet de slachtoffers trouwens, maar het land dat het verdrag ratificeert. Wel zijn daar onder meer een VN-fonds voor beschikbaar. Nederland draagt daar aanzienlijk aan bij en levert ook bilaterale financiële ondersteuning. In totaal betaalde Nederland in 2009 ruim 13 miljoen euro voor het opruimen van landmijnen en clusterbommen. Opvallend is hoeveel Japan en Canada er aan bijdragen.
Een clusterbommenverdrag, oorlog als voetbal: Tacklen op de man mag niet. Maar dan is het finale 2010 en Nederland wil echt winnen.
@10: Dat lijkt me dan een goed argument geen clusterbommen te gebruiken, je wint er niet mee, maar verliest wel een hoop sympathie.
@9: Bedoelde met slachtoffers landen als Cambodja als ze zouden ratificeren, begrijp ik ’t dan verkeerd?
Zou trouwens Canada, Nederland en ook Australië wel als usual suspects willen betitelen als ’t om dit soort bijdrages gaat. Japan eigenlijk ook wel een beetje. Ik vind vooral de stad Barcelona hier een vreemde eend in de bijt. En de bijdrage van de Heilige Stoel is wel een beetje beschamend, geef dan niets, valt veel minder op.
@11
Je kunt er uitstekend mee winnen. Sympathie krijg je vanzelf, zolang je maar economische macht hebt.
@11 Ik begreep hoe je het bedoelde. Een door clustermunitie getroffen land dat het verdrag ratificeert, aanvaardt dan inderdaad ook de plicht om op te ruimen.
Daarvoor heb je geld nodig. Veel geld. Het kan dus ook een signaal van Cambodja zijn om met dat geld over de brug te komen wellicht. Je kunt je afvragen of bijvoorbeeld Laos dan wel over voldoende fondsen beschikt.
@12 Klinkt als: met geld kun je alles kopen. Toch denk ik niet dat je veel vrienden maakt wanneer je grote aantallen burgerslachtoffers laat vallen. In de recente geschiedenis zijn daar meer voorbeelden van te noemen. Waar het niet ging om clustermunitie, maar bijvoorbeeld wel om verarmd uranium, ook al zo’n wapen waar je uitstekend mee kunt winnen, maar dat grote gevolgen heeft.
@12: Sympathie? Dat hangt van je definitie af. Hielenlikkers sympathie zou ik dat noemen.