ACHTERGROND - Iedereen is in staat om een rake typering van een onbekende te geven. In het Personality Lab van de Universiteit van Californië – Berkeley zijn onderzoekers nagegaan wat de waarde is van een eerste indruk. Het blijkt dat een foto al meer dan genoeg informatie geeft, als je tenminste weet waar je op moet letten.
We vormen ons direct een beeld van iemand op basis van haarkleur, kleding of opvallende gelaatstrekken. Zo weten we van Frans Bauer dat hij nog nooit een vlieg kwaad heeft gedaan. Stiekem kennen we hem dan ook een beetje van De Bauers, zijn eigen reality soap van een paar jaar geleden. Maar het dagelijks leven van Harry Piekema is nog nooit op tv geweest. Toch maakt hij een dusdanig betrouwbare indruk dat sommigen denken door een echte filiaalmanager te worden toegesproken.
Een kale schedel of juist net iets te glad gekamd haar wekken kennelijk vertrouwen. In combinatie met pretoogjes, een brede vriendelijke grijns en een zacht glooiend buikje wordt zelfs een irritante reclamespot van een bekende supermarktketen nog een beetje draaglijk. Maar zeggen deze en andere uiterlijke kenmerken ook echt iets? Is de buitenwereld gelijk op de hoogte over wat je stemt en hoe jij bent als persoon zodra ze de foto op jouw profielpagina gezien hebben?
Laura Naumann van de Universiteit van Californië – Berkeley onderzocht hoe treffend persoonsbeschrijvingen op basis van foto’s zijn (Personality and Social Psychology Bulletin, december 2009). De onderzoekster liet studenten ongeveer honderd foto’s zien van onbekende medestudenten en vroeg hen een oordeel te geven over hun persoonlijkheid. De afgebeelde personen waren van top tot teen afgebeeld, zodat de studenten hun oordeel konden baseren op iemands kleding of glimlach, maar ook op een karakteristieke lichaamshouding of energieke uitstraling.
De resultaten laten zien dat iedereen over aardig wat mensenkennis beschikt. De deelnemers bleken tot een oordeel te komen dat redelijk overeenstemde met hoe de afgebeelde persoon over zichzelf dacht en met de inschatting van mensen uit zijn of haar directe kennissenkring. Studenten konden bijvoorbeeld vrij goed zeggen of iemand zich over het algemeen actief, enthousiast en assertief opstelt of juist eerder de kat uit de boom kijkt.
Om de meest waardevolle aanwijzingen in kaart te kunnen brengen lieten de onderzoekers een andere groep dezelfde foto’s op uiterlijke kenmerken scoren. Zij vinkten een vakje aan als ze een glimlach gezien hadden en als de armen over elkaar geslagen waren of men niet in de camera had gekeken. Ook beoordeelden ze of iemand een beetje ingezakt of juist fier rechtop op de foto stond. Daarnaast beoordeelden zij van iedere persoon zijn of haar gezondheid, kledingsstijl en gelaatstrekken.
Niet alle informatie bleek even nuttig. Zo verschilden personen die wegkijken niet wezenlijk van hen die recht in de lens kijken. Andere uiterlijke kenmerken hielpen wel bij het schatten van de hoeveelheid zelfvertrouwen, maar waren juist een slechte raadgever als het ging om eenzaamheid of religiositeit. Een aantal tips voor wie op het volgende feestje of tijdens een saai kerstdiner voor psycholoog wil spelen:
TIP 1: Een goed verzorgd uiterlijk? Gezonde huid, rode blosjes op de wangen, en glanzend haar? Hoogstwaarschijnlijk gaat het dan om iemand die gemakkelijk contact legt met anderen en graag praat. Voor hem of haar is het glas eerder half vol dan half leeg. Als de feestganger ook nog stijlvolle kleding draagt kun je helemaal zeker van je zaak zijn.
TIP2: Politieke voorkeur is een verboden onderwerp. Het is wat bot om iemand zonder duidelijke aanleiding te beschuldigen van sympathie voor welke politieke partij dan ook en de kans dat je er naast zit is te groot.
TIP3: Maak gebruik van de voorsprong die je hebt op de deelnemers aan het onderzoek. Je hebt veel meer in handen dan alleen een foto. Het is raadzaam om een opvallend stemgeluid of een karakteristieke manier van spreken mee te laten wegen. Daarnaast kom je veel te weten op basis een vreemd loopje of het feit dat iemand constant zijn gezicht wegdraait.
TIP4: Hoe meer ontspannen de persoon oogt, hoe moeilijker de persoon uit balans te brengen is. Succes verzekerd dus als je een relaxte houding koppelt aan zelfvertrouwen en emotionele stabiliteit.
TIP5: Veel glimlachen en een energieke uitstraling lijken samen te gaan met het aanhangen van een geloof. Deze gezichtskenmerken zijn uiteraard niet meer nodig bij een hoofddoekje of andere religieuze kleding.
TIP6: Overdrijf het niet! Je kunt misschien redelijk goed van het gezicht aflezen hoe belangrijk sociaal contact voor iemand is, maar een waarschuwing is zeker op zijn plaats. Alleen over specifieke persoonlijkheidsaspecten, zoals bijvoorbeeld openheid en spontaniteit, valt iets te zeggen op grond van uiterlijke kenmerken. Het gereedschap van de psycholoog kan dus zeker niet de prullenbak in. Een batterij aan persoonlijkheidstests levert misschien een hoop frustratie, maar ook veel betrouwbaardere informatie op. Wees dus bescheiden! Voor psycholoog spelen is niet te vergelijken met het hanteren van een wetenschappelijk verantwoorde methode!
Dr. Peter Hoffenaar is docent aan de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Universiteit van Amsterdam en instituutsopleider bij de Universitaire Pabo van Amsterdam.
Via Sciencepalooza.
Reacties (5)
Ik vraag me bij zo’n artikel dan weer af wat de keuze voor de afbeelding erboven heeft gemotiveerd. Een kale schedel zou volgens de tekst vertrouwen moeten wekken, maar ik weet niet of ik geneigd zou zijn om van die meneer op de foto een beleggingshypotheek af te nemen. Ik zou hem daarentegen wel aanspreken als ik een plek zocht waar ik een Duitse adelaar op mijn rug zou kunnen laten tatoeëren.
Toch maakt hij een dusdanig betrouwbare indruk dat sommigen denken door een echte filiaalmanager te worden toegesproken.
Natuurlijk alleen als die sommigen denken dat filiaalmanagers in het algemeen betrouwbare mensen zijn. Waarop zou dat zijn gebaseerd, wie spreekt er nou regelmatig met de filiaalmanager van zijn supermarkt? Voor een boodschapper is die betrouwbaarheid irrelevant, je doet immers geen zaken met die manager. Je zoekt zelf in de schappen, eventueel vraag je iets aan een vakkenvuller en je rekent af met de kassière. Die hele Piekema komt er niet aan te pas.
Het blijft jammer dat bij het indelen van de mensheid in halfvolle en halflege glazen nooit gedacht wordt aan de kleine groep die constateert dat het glas gewoon te groot is.
Het probleem is vooral dat je soms denkt een glas Coca Cola in je handen te hebben maar het blijkt van die gore festival aanleng siroop te zijn.
It’s all in the game, isn’t it?