Cyborg Sven

Gisteren begonnen de Olympische Winterspelen in Vancouver. Dat betekent ook dat onze nationale wintersportheld Sven Kramer niet uit de media weg te slaan zal zijn. Op alle tv-zenders zullen we Svens machtige dijen vlakke schema's zien rijden, op alle radiostations zullen microfoons de woorden die van Svens lippen als biefstukken rollen als het evangelie de wereld in worden gezonden en in alle kranten zullen verpletterde tegenstanders Sven met lofbetuigingen overgieten. Het zullen kortom barre tijden zijn. Want Sven Kramer, dat is vervolmaking van de oude DDR-droom van de mens als emotieloze sportrobot. Rechtstreeks weggeplukt uit een seksuele fantasie van Ayn Rand rijdt hij schaats, niet om te winnen, maar om de middelmaat te verpulveren. Soms doet hij net of het niet zo goed gaat en rijdt hij een tijdje gelijk op met de tegenstander om dan halverwege, net als de hoop bij die opponent begint te bloeien dat Sven het deze keer niet doet om te pesten, maar gewoon echt niet harder kan, flink te versnellen. Al snel ziet de vernederde Bøkko, De Jong of Fabris niet veel meer dan het achterste van Sven. Het is een statement: "Kiss my supermuscular ass." De sporter op wie Kramer het meest lijkt is Lance Armstrong. Ook dat bezetene, ook die perfectie, ook dat steeds harder gaan naarmate de mensen een grote hekel aan je krijgen. De enige fan van Lance Armstrong en Sven Kramer is dan ook de persoon die dezelfde mentaliteit aan den dag legt als het om presenteren gaat: Mart Smeets. Alle drie zijn het winnaars. Ik ben geen winnaar. De meeste mensen zijn geen winnaar, als is het maar omdat er voor elke winnaar tenminste één verliezer moet zijn en meestal veel meer. Daarom zien we liever sporters die zowel verliezen als winnen. Het liefst zelfs sporters die meestal verliezen, maar dan net op dat belangrijke moment boven zichzelf uitstijgen. Zoals Gerard van Velde, die tot twee maal toe op twee honderdste van een seconde een bronzen medaille op de 500 m mist en dan in Salt Lake City de race van zijn leven rijdt op de 1.000. Of Bob de Jong, die in Turijn dan eindelijk die gouden medaille pakt. Ook houden we van sporters die falen onder de druk, zoals we zelf vrezen dat we zouden falen, maar uiteindelijk dan toch overwinnen. Dit jaar hopen we daarom zelfs in Nederland dat Jeremy Wotherspoon eindelijk die medaille wint. "Hij heeft er recht op," zeggen we dan. Want rechtvaardig moet de wereld zijn. Van Sven hopen we niet dat hij de medaille wint; we weten het. En we bewonderen hem er voor. Maar echt liefde is toch meer iets voor tussen mensen dan tussen mens en cyborg.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.