Democratisch Discours: Commissie Remkes

Op 13 december presenteerde de Staatscommissie Parlementair Stelsel haar rapport ‘Lage drempels, hoge dijken. De Commissie Remkes, vernoemd naar haar voorzitter, heeft twee jaar lang onderzoek gedaan naar de wijze waarop ons parlementair stelsel vernieuwd moet worden. En dat is hoognodig. Op dinsdag 18 december woonde ik een lezing bij over het rapport van Remkes, georganiseerd door het Montesquieu Instituut. Een panel van wetenschappers gaven hun mening over het rapport. Lage drempels ‘Hou toch op over die gele hesjes’ klinkt naast mij. Een van de panelleden heeft zojuist het g-woord laten vallen om de onvrede met de politiek te illustreren. De irritatie is begrijpelijk: een 2000-koppige demonstratie van wetenschappers wordt bekroond met een klein artikel op een achterpagina, terwijl de media op elke geel-gehesde demonstrant of klaar-over duikt. Desalniettemin staat vast dat er een kloof tussen burger en bestuurder is. Commissielid Ruud Koole schetste een tegenstelling tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden, waarbij de laatsten zich voelen achtergelaten in het licht van globalisering en migratie. Als hun stemmen geen weerklank vinden bij ‘establishment’ politici, zoeken zij hun toevlucht tot populistische partijen. Om dit te voorkomen moet dit ‘establishment’ minder neerbuigend over het ‘hoi polloi’ zijn en de oren open zetten. Of zoals Martin Sommer het verwoordt: ‘Remkes wil eigenlijk dat de D66-kiezer eens wat beter naar Wilders luistert’. De politiek moet toegankelijker voor de burger; er moet een lage drempel zijn voor betreding van de tempel der democratie. Vox populi Het eerste voorstel van Remkes om het volk haar stem te laten horen is een correctief bindend referendum. Correctief wil zeggen dat het referendum alleen over aangenomen wetten kan gaan. Bindend houdt in dat de politici de uitslag van het referendum niet naast zich neer kunnen leggen. Een correctief bindend referendum zou een breed maatschappelijk debat kunnen stimuleren over een bepaalde wet (zie: Sleepwet) of juist een golf van desinformatie veroorzaken (zie: Oekraïnereferendum). Geen van de panelleden had dan ook warme gevoelens bij dit voorstel.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: © Tweede Kamer Screenshot Debat Gemist Rapport Staatscommissie Herijking Ouderschap copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

Politici, aan de kant? Staatscommissies en het lange-termijn-perspectief

ANALYSE - door Karin van Leeuwen.

In december 2016 verscheen ‘Kind en ouders in de 21ste eeuw’ van de staatscommissie-Herijking Ouderschap: een dik rapport vol goed onderbouwde aanbevelingen over onder andere meeroudergezinnen en draagmoederschap. Hierop voortbouwend beloofden acht politieke partijen, waaronder VVD, D66 en CDA, in maart 2017 in het Regenboog Stembusakkoord snel een meerouderschapswet in te voeren. Toch liet minister Dekker onlangs weten pas minimaal over een jaar met voorstellen te komen. Volgens het regeerakkoord tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is er namelijk eerst nog nader onderzoek nodig.

Nu is het begrijpelijk dat de door de staatscommissie onderzochte vraagstukken vooral bij de kleinste coalitiepartners gevoelig liggen. Tegelijkertijd roept het door Dekker aangekondigde onderzoek vragen op over de betekenis van staatscommissies anno nu. Het lot van de staatscommissie-Herijking Ouderschap staat immers niet op zichzelf. Ook met de aanbevelingen van een recente staatscommissie-Grondwet is niet veel gedaan, terwijl de huidige staatscommissie-Parlementair Stelsel evenmin zeker is van het gehoor dat haar adviezen eind dit jaar zullen vinden. Hoe kan het eigenlijk dat rapporten van deze eminente commissies zonder al te veel omkijken aan de kant worden geschoven? En waartoe dienen staatscommissies dan eigenlijk nog?

De vijf functies van de staatscommissie

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Tijd voor evaluatie van de Grondwet

ANALYSE - De staatscommissie die ruim vijftig jaar gelden opdracht kreeg de Grondwet te herzien, kreeg een te beperkte opdracht. Reden om de nu 35 jaar oude herziene Grondwet aan een evaluatie te onderwerpen, meent Joop van den Berg in zijn column voor het Montesquieu Instituut.

De algehele herziening van de Grondwet, die ons de tekst heeft opgeleverd zoals wij die vanaf 1983 kennen, werd geleid door een specifieke opvatting over wat een grondwet diende te zijn, zonder daarin overigens altijd even consequent te wezen. Die opvatting had zich eerst meester gemaakt van de in 1963 gloednieuwe afdeling ‘constitutionele zaken’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken; zij werd gedeeld door de Staatscommissie-Cals/Donner, die in 1967 van het kabinet-De Jong de opdracht kreeg een algehele herziening van de Grondwet voor te bereiden. Verbindende figuur: covoorzitter André Donner, vader van de huidige vicepresident van de Raad van State 1).

Kerngedachte van ambtenaren en staatscommissie was de doctrine van de Britse rechtstheoreticus K.C. Wheare, die meende dat een grondwet ‘the very minimum’ moest omvatten, maar dat minimum ‘had to be rules of law’. Het zou om strikte regels van positief recht moeten gaan, die bevoegdheden vastlegden en waarvan bovendien de naleving bij de rechter moest kunnen worden ingeroepen. Bij zulk een grondwet hoorde dus een rechterlijk toetsingsrecht.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

KSTn | Herziening grondwet, de staatscommissie

Logo kamerstukken van de dagZoals we hier al eerder bespraken, is de regering bezig met het herzien van de grondwet. Dat gaat natuurlijk niet zo snel. We zitten nu pas op het punt dat er een opdracht geformuleerd wordt voor een staatscommissie. Afgelopen week was daar een debat over.
Eigenlijk is dit debat nog niet echt spannend, want de werkelijke voorstellen moeten nog komen. Maar er zaten toch al een aantal interessante schoten voor de boeg in.
Maar voordat ik u die geef eerst even het advies van de Raad van State bij dit onderwerp. Dat was nogal kritisch. In essentie is het eerste stuk uit de conclusie het meest uitgesproken:
De Raad van State stelt vast dat uit de adviesaanvraag niet duidelijk wordt om welke problemen het eigenlijk gaat, waardoor die problemen worden veroorzaakt en waarom wijziging of aanvulling van de Grondwet op de in de adviesaanvraag genoemde punten de meest in aanmerking komende oplossing voor die problemen zou zijn. Die punten zijn niet alleen ongelijksoortig van gewicht, maar missen ook samenhang. Het is mede daardoor ook niet duidelijk waarom alle punten aan een staatscommissie moeten worden voorgelegd en wat de betekenis van die staatscommissie is.

Maar in deze uitspraak staat iets niet. Dat kan ook niet, want dat is niet de rol van de RvS. Maar in het debat komt dat wel naar voren. Is de gewenste verandering van de grondwet, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord niet vooral politiek ingegeven?

Daar lijkt het wel op. En dat is bedenkelijk voor iets fundamenteels als een grondwet.
Maar bijvoorbeeld de wens van het CDA en de CU om “het recht op leven” in de grondwet op te nemen is wel een duidelijke aanwijzing. Daarnaast is er nog het gedweep met het vastleggen van Nederlands als enige officiele taal van ons Koninkrijk. Duidelijk bedoelt om de nationalistische sentimenten te gebruiken.
Dhr de Roon (PVV) verwoorde dit eigenlijk uitstekend:
Samenvattend in mijn eigen woorden: de Grondwet wordt dus door de regering ingezet als verdovend middel voor psychosociale pijn.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.