Partijverbod controversiëel?

De Tweede Kamer moet binnenkort besluiten welke zaken nog afgehandeld kunnen worden zo lang er geen nieuw parlement is gekozen, de zogenaamde niet-controversiële zaken. Een van de lopende zaken is een wetsontwerp over politieke partijen waarin ook een mogelijk verbod is opgenomen. Eind juni belegde de Kamer daarvoor een rondetafelconferentie met experts. Afgaande op de persberichten na afloop kwamen die ook niet met eenvoudige oplossingen of adviezen. Ik neem dus aan dat het wetsontwerp over de verkiezingen heen getild gaat worden en dat een nieuw parlement het misschien pas over een jaar gaat behandelen. Een weerbare democratie Dan kunnen de kiezers er dus nog iets over zeggen, zou je denken. Al betwijfel ik of het onderwerp hoge scores gaat halen in de verkiezingscampagne. Waarschijnlijker is dat we er voorlopig niets meer over horen. En dat is jammer, want het gaat hier wel over een wezenlijk onderdeel van de democratie: de vrijheid van burgers om zich rond hun gezamenlijk gedachtegoed te groeperen en vervolgens met een eigen organisatie te streven naar macht om hun programma in praktijk te kunnen brengen. De vrijheid van denken en de vrijheid om gedachten te verspreiden zijn hier in het geding. Maar wat nu als dat programma er op gericht is de democratie met haar instituties om zeep te helpen. Moeten we er niet voor zorgen dat de democratie voldoende weerbaar is om dergelijke aanvallen te weerstaan? En zou dan in het uiterste geval een partij ook niet verboden moeten kunnen worden? Als die partij, zoals in het wetsontwerp staat 'de onafhankelijkheid van de rechtspraak ongedaan wil maken, zich verzet tegen een vreedzame machtsoverdracht of vrije verkiezingen belemmert.' Er is veel te zeggen voor versterking van de weerbaarheid van de democratie. Of daar een mogelijk partijverbod bij hoort, weet ik nog niet. Politicoloog Tom van der Meer noemde het een 'laatste redmiddel', en adviseerde het vooraf te laten gaan door andere sancties. Het wetsvoorstel staat wel sterk in de reuk van recente aanvaringen tussen de gevestigde partijen en extreemrechts; en ook van zorgen over het afnemende vertrouwen van burgers in de politiek en het bestuur met als extreme uitlopers complottheorieën, door de AIVD bestempeld als „anti-institutioneel extremisme”. En de vraag is of je dit afnemende vertrouwen niet op een andere wijze zou moeten tegengaan, om te beginnen bijvoorbeeld door al die maatregelen en procedures aan te pakken die uitgaan van een wantrouwen van de overheid in de burgers. Of, zoals de Groningse bestuurskundige Bart-Jan Heine bepleitte, door het 'oplossend vermogen van de overheid' te vergroten door managers en consultants te ontslaan en meer wetenschappers in te zetten om aan een reeks van voortdurende problemen van burgers een einde te maken. Om te laten zien dat een partijverbod noodzakelijk is en niet een puur symbolische geste om afstand te nemen van abjecte ideeën zou je op z'n minst eerst moeten nagaan of de Nederlandse wet niet al voldoende middelen biedt om de democratie te beschermen. Bedreiging, geweld, discriminatie, groepsbelediging, het kan in Nederland allemaal aangepakt worden. Wilders is voor groepsbelediging veroordeeld. Ook mensen die op sociale media politici met de dood hebben bedreigd zijn veroordeeld. Zulke concrete acties die de democratie ondermijnen kunnen dus ook nu al bestraft worden. Wat terecht niet bestraft kan worden zijn opvattingen. En juist die 'antidemocratische en antirechtsstatelijke opvattingen' komen steeds weer terug in de pleidooien voor een partijverbod. Voorlopig ben ik nog niet overtuigd.

Door: Foto: -JvL- (cc)
Foto: Marco Raaphorst (cc)

Kwetsbare democratie, weerbare democratie

COLUMN - door Prof.Dr. Bert van den Braak

Partijen die de fundamentele zedelijke beginselen aantasten die in het Nederlandse volk leven, zijn vijanden en moeten met alle machtsmiddelen worden bestreden. Dat betoogde George van den Bergh in 1936 in zijn oratie bij het aanvaarden van het hoogleraarschap aan de Universiteit van Amsterdam. 1)
Hij doelde uiteraard vooral op antidemocratische, fascistische, nationaal-socialistische en revolutionair-socialistische groepen die in het Interbellum waren opgekomen.

Van den Bergh wees erop dat de tolerantie, die een vrije, democratische samenleving eigen is, tevens het gevaar inhield dat ruimte werd geboden aan groeperingen die diezelfde democratische samenleving ten gronde willen richten. Gewaakt moest worden voor naïviteit ten aanzien van hen die de democratie willen ondermijnen. En dat gevaar ligt ook nu weer op de loer. Buitenlandse beïnvloeding mag evenmin worden onderschat.

De Staatscommissie parlementair stelsel heeft zich volop beziggehouden met mogelijk onwenselijke activiteiten van politieke partijen 2). Zij stelde voor in een Wet op de politieke partijen (Wpp) heldere regels op te nemen over democratische inbedding, financiering en giften en (digitale) campagnevoering van partijen. Ook een eventueel partijverbod moet daarin worden geregeld. Minister Kajsa Ollongren ging daarmee wel aan de slag, maar liet in juni 2020 weten dat er eerst nieuwe regels over de partijfinanciering zouden komen. De behandeling van het betreffende wetsvoorstel daarover is nog gaande.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Jeanne Menjoulet (cc)

Verbod toegestaan

ONDERZOEK - De Staatscommissie parlementair stelsel presenteerde in december vorig jaar haar aanbevelingen. Eén aanbeveling was om het partijverbod wettelijk beter te regelen. Maar heeft dat verbod wel draagvlak, en wat zijn de effecten? Wetenschappelijk onderzoek biedt voorzichtige antwoorden.

Wat hebben de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en Turkse Koerden gemeen? Beide kampen zijn ooit geconfronteerd met partijverboden. Erdogan was lid van de Welvaartspartij (RP), verboden in 1998. Daarna was hij lid van de Deugdpartij (FP), drie jaar later getroffen door een partijverbod. Pogingen om zijn huidige Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) te verbieden faalden.

Ook de Koerden in Turkije, aartsvijanden van Erdogan, hebben verscheidene politieke partijen verboden zien worden. Het gaat hierbij onder andere om de Volksarbeiderspartij (HEP) en de Partij voor Vrijheid en Democratie (ÖZDEP) in 1993, de Democratische Partij (DEP) een jaar later, de Volksdemocratische partij (HADEP) in 2003 en de Democratische Samenlevingpartij (DTP) in 2009.

Niettemin is Erdogan nu president en hebben ook de Koerden nog altijd invloed. Bijvoorbeeld via de Democratische Partij van de Volkeren (HDP), een partij voor minderheden. Die partij behaalde 11,7% van de stemmen bij de parlementsverkiezingen van 2018. Als het noch Erdogan noch Koerden klein heeft gekregen, hoe effectief is een partijverbod dan? Wetenschappelijke studies bieden enig inzicht.