Het afgelopen half jaar voelden Limburgers zich gemiddeld minder gelukkig dan mensen uit de andere Nederlandse provincies. Dat blijkt uit het langlopende onderzoek naar de Gelukswijzer, een initiatief van de Erasmus Universiteit Rotterdam en verzekeraarscombinatie Univé-VGZ-IZA-Trias. Het onderzoek volgt het geluksgevoel van duizenden Nederlanders.
Met de Gelukswijzer beoordeelden de deelnemers maandelijks gedurende de periode oktober 2010 – februari 2011 hun geluk. Ze vulden telkens in hoe ze zich op de invuldag én tijdens de afgelopen maand voelden.
Gemeten naar maandelijks geluk waren de inwoners van de provincie Drenthe met een maandelijks gelukscijfer van 6,2 het gelukkigst, gevolgd door burgers uit Zeeland, Zuid-Holland en Flevoland met 6,1. De Limburgers scoorden slechts een 5,6.
Waar de inwoners van zeven van de twaalf provincies hun dagelijks geluk met gemiddeld 6,4 waarderen, blijven de Limburgers daar met een 5,9 aanzienlijk bij achter.
Een gedeeltelijke verklaring voor het feit dat Limburgers zich in het afgelopen half jaar minder gelukkig voelden, is een ondermodaal inkomen. Die verklaring rijmt met een analyse van het economische bureau van de ING Bank, waaruit naar voren kwam dat de Limburgse economie in 2010 en 2011 de traagst groeiende economie van alle provincies was.