De antropoloog en de populisten
Het is natuurlijk ook verrekte gemakkelijk schieten op zo’n antropoloog die naar zo’n feestje gaat. Dat het geen wetenschap is. Dat de onderzoeker zijn objectiviteit heeft verloren. Dat het feitelijk een soort gesponsord bedrijven van terrorisme is. Dat hier belastinggeld wordt weggesmeten.
Het zijn allemaal zaken waarvan je weet dat je publiek het toch al wil horen, en, tsja, na drieenvijftighonderdduizend stukjes schiet er wellicht best weleens iets tussendoor waar je een tikkeltje kort door de bocht gaat. Die dingen gebeuren, ja. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Maar de gemakzucht en de onnozelheid waarmee de rechtse media deze week het antropologische onderzoek naar salafistische moslims van de Radboud Universiteit neersabelden, is werkelijk fenomenaal (i.c. GeenStijl en Rob Hoogland; zie ook Frontaal Naakt, waarop Hoogland zijn verhaal deels baseert). Als het niet zo gevaarlijk en dom was, zou je er nog om kunnen lachen ook.
[b]Wacht even op het resultaat[/b]
Ten eerste slaan onze rechtse vrinden de plank volledig maar dan ook volledig mis. Dat observerend en participerend antropologisch onderzoek niet tot meetbare en kwantificeerbare resultaten leidt, en dat de betreffende onderzoeker (godzijdank) geen postmodernistische geheimtaal gebruikt om zijn werk onder woorden te brengen betekent immers nog niet dat de analyse minder wetenschappelijk is, en de resultaten minder relevant.