Een cultuur van twee maten
“Principieel en zorgvuldig”, noemde André Rouvoet het voorspelbare advies van de partijcommissie over het wel of niet accepteren van praktiserende homoseksuelen als vertegenwoordiger van de ChristenUnie. Zeker, maar dan wel in de zin dat homoseksuelen niet principieel geaccepteerd worden.
Dat daar amper reactie op gekomen is, mag merkwaardig heten in een tijd dat tal van partijen doen alsof het onderdeel is van de Nederlandse cultuur dat homoseksualiteit geaccepteerd wordt. Nog merkwaardiger is het dat een regeringspartij daarmee wegkomt.
“De vraag of een levenswijze past bij de politieke boodschap van de ChristenUnie, komt aan de orde in persoonlijke gesprekken op een basis van vertrouwen: het gaat immers altijd over partijleden, christenen die van tevoren hebben uitgesproken dat ze aanspreekbaar zijn op de Bijbel” zo stelt de commissie. De ChristenUnie heeft zelfs het lef zichzelf op de borst te slaan dat homoseksuelen niet bij voorbaat worden afgewezen. Pardon?
“Natuurlijk zijn homoseksuelen welkom wanneer ze zich conformeren aan en gedragen naar de opvattingen van de ChristenUnie!” was de enige aanvaardbare uitspraak van de commissie geweest. In plaats daarvan wordt een tekst gekozen waarin wordt gedaan alsof homoseksualiteit geen bijzonder issue is in de partij, terwijl de formulering alle ruimte laat om in een later stadium alsnog homoseksuele kandidaten te weren.