COLUMN - In de achttiende eeuw stelden geleerden voor het eerst de vraag waar religie vandaan kwam. Ze opperden dat het iets te maken had met angst voor onbegrepen natuurkrachten. Voor die theorie konden ze teruggrijpen op het oude Griekenland, waar Zeus de dondergod was, Demeter de kiemkracht vertegenwoordigde en Poseidon werd geacht aardbevingen te veroorzaken. Wetenschappers hebben sindsdien uiteraard ontdekt dat bliksem, vruchtbaarheid en aardbevingen natuurlijke oorzaken hadden.
Er bleven echter voldoende onverklaarde zaken over en menig gelovige greep die aan als argument dat God toch bestond. De negentiende eeuw zag zo een leuk debat tussen enerzijds conservatieve gelovigen, die de aandacht vestigden op zaken die de wetenschap niet kon verklaren – zoals de genezingen in Lourdes – en die dan het bestaan van een welwillende godheid moesten bewijzen, en anderzijds wetenschappers die deze mysteriën een voor een toch verklaarden. Zeker nadat Darwin de evolutieleer had geformuleerd, was Gods bestaan een hypothese waaraan men weinig behoefte meer had.
Rond 1900 wezen sommige theologen op het schrale Godsbeeld achter deze discussie. Wie werkelijk meende dat God de wereld stuurde met een wonder links of een natuurkracht rechts, reduceerde Hem naar de laatste gaten in de wetenschappelijke kennis. Met hun waarschuwing tegen de ‘God van de gaten’ spoorden de theologen de mensen aan de moderne wetenschap te aanvaarden en religie te gebruiken als basis voor een humane ethiek.
Die waarschuwing is gehoord. Hedendaagse gelovigen hebben geen moeite met de evolutieleer en weten dat onverklaarbare genezingen niet bewijzen dat God de natuurwetten ten behoeve van deze of gene patiënt heeft opgeschort. Omdat de opvattingen van religieuze fundamentalisten nou eenmaal makkelijke kopij vormen, krijg je uit de media soms een ander idee, maar ik zou verbaasd zijn als in Europa meer dan 10% van de gelovigen creationist is.
Tot pakweg 1995 hoorden we dan ook maar weinig over de God van de gaten. Wél ondergroeven godsdiensthistorici de aanname dat religie is ontstaan om de natuurkrachten te verklaren. Zeker, er zijn natuurgoden geweest, maar daarnaast waren er talloze andere godheden. In de heldendichten waarmee de Griekse literatuur begint, Homeros’ Ilias en Odyssee, is Zeus minder dondergod dan koning van goden en mensen, speelt de wijsheidsgodin Athena een hoofdrol en is Poseidon een soort boze vader die opkomt voor een gepest zoontje.
Nu kun je aannemen dat natuurgoden een rol speelden in een eerdere fase van de antieke religie. De ontcijfering van het Lineair-B maakte echter duidelijk dat de goden van Homeros al zo’n vijf eeuwen eerder werden vereerd. Waren die natuurgoden dan nóg eerder? Het blijkt niet uit de teksten uit Egypte en Mesopotamië, waar de natuurgoden eveneens deel uitmaakten van een groter pantheon. Toen was de beschermgod van het koningschap de voornaamste godheid. Wie vandaag de dag nog meent dat religie ontstond om natuurverschijnselen te verklaren, moet inmiddels richting prehistorie. Die dekselse natuurgoden schuilen in de gaten van onze oudheidkundige kennis.
Gek genoeg maakte het argument van de god van de gaten na pakweg 1995 een comeback. Die heeft alles te maken met de opkomst van het internet waar, zoals ik vorige keer al schreef, bad information drives out good en verouderde visies op het verleden ongehinderd kunnen worden verspreid. Voor zover ik kan nagaan is de terugkeer van de god van de gaten te danken aan evolutiebiologen die op het internet een argument vonden dat hen aansprak. Ik snap dat ze het benutten in hun strijd tegen het creationisme, maar zonder het te willen dragen ze zo bij aan de verspreiding van desinformatie.
Hoe dat de wetenschap verder helpt zou ik bij god niet weten.
Reacties (11)
Je uitgangspunt is verkeerd. Mensen die nu “god of the gaps” roepen, denken helemaal niet dat God is ontstaan om natuurverschijnselen te verklaren. Sterker nog, het is niet eens relevant in de huidige discussie. Die ageren tegen de belangrijkste groep die de evolutietheorie aanvalt, en voor wie het “god of the gaps”-principe weldegelijk opgaat.
Die groepen (vooral in de VS) vallen met onderwerpen als “niet-reduceerbare complexiteit”, en “als er geen verklaring mogelijk is, dan is het God” wetenschap aan. En daarop is de term nog prima van toepassing.
Er wordt wel eens gezegd dat deze christenen staan te juichen als er een missing link wordt gevonden, want in plaats van één missing link hebben ze er dan twee die ze aan God kunnen toeschrijven. Eentje ervoor, en eentje na de gevonden missing link.
In Nederland is de situatie anders, maar ook hier moet je blijven opletten dat dit soort pseudowetenschappelijke kolder klaslokalen niet inkomt.
Overigens, waarom zouden goden niet mede ontstaan zijn om onbekenden te kunnen verklaren? Ik zie niet echt waarom het vinden van Goden die ook “andere” dingen doen de eerste stelling ondergraaft.
De gedachte dat oermensen geïnteresseerd waren in de verklaring van natuurverschijnselen klinkt mij in de oren als het projecteren van een wetenschappelijke drijfveer. Als ik blootgesteld was aan weer, rampen en roofdieren, zou mijn belangstelling meer uitgaan naar manieren om die te bezweren dan ze te verklaren.
God zat wel in een gat, maar niet (hoofdzakelijk) in dat van de wetenschap.
Onze voorouders hadden (klassieke, dominerende) alfamannetjes om zich aan te onderwerpen en te vereren; wij hebben George Clooney, Lady Gaga en Barack Obama. In de tussentijd hadden we God.
(of de moderne ook gezondere idolen zijn moet uiteraard nog blijken … )
-edit-
(Vóór popidolen hadden we trouwens uiteraard ook koningen, keizers en pausen, maar die werden -veelzeggend- traditioneel ook gelijkgesteld of geassocieerd met de goden … )
Wat mij verbaast bij veel religieuzen is dat ze wetenschap zien als een wapen tegen god. Dat terwijl wetenschap juist een prachtig stuk gereedschap zou kunnen zijn om diens creatie beter te kunnen begrijpen. Maarten Luther was er een groot voorstander van.
@2
Inderdaad, religie is ontstaan in de oertijd, toen geloofden mensen in de geestenwereld en dat had maar bar weinig met het verklaren van natuurverschijnselen te maken. Goden en georganiseerde religie zijn zeer waarschijnlijk pas uitgevonden na de uitvinding van de landbouw.
@5: Wel eens gehoord van http://en.wikipedia.org/wiki/Göbekli_Tepe ?
Hoewel speculatie, lijkt het erop dat ze hand in hand zijn verrezen. Niet gek, aangezien veel ‘heidense’ religies zich vooral stortte op het ontdekken van ritmes in de tijd (oogst, jaargetijden). Religie en wetenschap liggen veel dichter tegen elkaar dan veel mensen willen. Men vergeet nog eens dat ze pas zijn gescheiden tijdens de botsing die plaatsvond door de heliocentrische claim van copernicus and Galilei.
@6
Natuurlijk, dat is een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen ter wereld. We weten echter vrijwel niets over welke religie er werd bedreven daar, als het er een met goden en een georganiseerde religieuze cultuur was dan was het de allereerste en zo ongeveer rond de uitvinding van de landbouw.
@4 Amateur Commenter
Maarten Luther gaf helemaal niks om werkelijke wetenschap. Voor Luther was de Bijbel onfeilbaar. Hij verketterde alle feiten die in tegenspraak waren met dat boek. Luther beschreef de Rede dan ook als “de hoer van de duivel”. Luther noemde Nicolaas Copernicus “een idioot” en verwierp diens kosmologie door de opmerking dat er in de Bijbel geschreven was dat Jozua de zon liet stilstaan en niet de aarde.
Luther zei ook: “dat 2 en 5 gelijk 7 is, dat kunt gij met het verstand begrijpen, wanneer echter de overheid zegt, dat 2 en 5 is 8, dan moet gij haar geloven tegen uw beter weten en gevoelen in.”
Zuivere wetenschap draait om vrijheid, logica, twijfel en empirische onderzoek. Wetenschap draait niet om zombies die nablaten wat een regering of een eeuwenoude fictief boek beweerd.
Het lijkt mij wat kort door de bocht om de invloed van het willen begrijpen van de wereld om je heen als basis voor religie af te schrijven met het argument dat er ook goden waren die andere rollen vereerden. Het is natuurlijk niet óf óf. Religie gaat denk ik over drie dingen:
1) Verklaren van maar vooral houvast bieden in de wereld om je heen
2) Het bieden van ordeningsprincipes om een samenleving mogelijk te maken (de moraliteit dus)
3) Last but not least: als middel tot machtsuitoeffening.
Die drie grijpen in elkaar. Dat er een god was in Egypte die de koning zou beschermen is logisch: dat geeft de koning meer aanzien en dus macht. Maar was de koning daar zelf niet een soort van godheid?
@9
1) is voor de gewone man of vrouw de reden om te geloven (vooral de houvast die een bestaan na de dood biedt), 2) en 3) kwamen leiders na de uitvinding van de landbouw goed uit maar vooral 3) is natuurlijk geen beweegreden voor de gewone man of vrouw en 2) maar voor een deel van de bevolking.
@8: Dat is een true scotsman argument. Bovendien was Copernicus theorie verre van compleet toen Luther tekeer ging tegen Copernicus.
afgezien van dat was Copernicus zelf ook zeer gelovig.