De neerlandistiek in tijden van Wilders

Als we nu opportunistisch zijn, slepen wij neerlandici grote sommen gelds uit alle onheil die nu op ons af komt gestormd. De universiteiten moeten toch weer Nederlands worden? Nou, wij zijn er klaar voor, kom bij ons! De neerlandistiek zijn de Henk-en-Ingrid-studies bij uitstek. Er zijn allerlei aanwijzingen dat de draconische bezuinigingen op de universiteiten (bijna een miljard euro) bovenaan het lijstje van de toekomstige regering staan. De beuk erin! De protesten die wij dan gaan voeren, zullen alleen duidelijk maken dat de elite extreem links is, of zoiets: haha, moet je die lui nou eens zien strijden voor hun eigen hachie. Want degenen die op die regering gestemd hebben, zullen de komende jaren niets krijgen dat ze echt vooruithelpt, geen verlichting van hun problemen, geen hulp in hun nood. Dus wordt het leedvermaak alvast georganiseerd: de grappige filmpjes van huilende hoofddocenten, de verontwaardigde commentaren in bepaalde kranten dat we allemaal nu eenmaal moeten inleveren. Bakje popcorn erbij, heerlijk. De opstand der intellectuelen Maar wij neerlandici kunnen ons dus redden, mits we ons goed aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid. Weg met het Engels in het hoger onderwijs! Wat u zegt, hebben wij even een mooie taal in de aanbieding. Geld voor woke onderzoek naar de geschiedenis van het kolonialisme of naar ‘woestijntalen’ zoals het Arabisch kan beter aan onze noeste studie van de gouden eeuw, het Gotisch en de Limburgse dialecten worden besteed. Over alle drie die onderwerpen heb ik toevallig gepubliceerd. Dus ik zit goed? Nou, mooi niet. Aanslibben Ik heb de afgelopen jaren geprobeerd mijn politieke opvattingen enigszins gescheiden te houden van wat ik hier schrijf. De regering die er nu aankomt is zo duidelijk tegen de wetenschap (en tegen de journalistiek en tegen het boekenvak en tegen alles waar je kennis aan zou kunnen ontlenen en dat niet bestuurd wordt door Elon Musk) dat je als wetenschapper alleen maar tegen deze regering kunt zijn. En niet een beetje – fel tegen. Ik ben geen neerlandicus omdat ik denk dat de Nederlandse taal en de Nederlandse literatuur op welke manier dan ook beter zijn dan enige andere taal of literatuur. Ik ben neerlandicus omdat ik in Nederland woon en ik geïnteresseerd ben in wat zich om ons heen bevindt. Bovendien hoef je de Nederlandse geschiedenis, de Nederlandse taal, de Nederlandse literatuur alleen maar oppervlakkig te bestuderen om te kunnen zien dat die altijd gevormd zijn door contact met andere culturen – van de Kelten en de Romeinen tot de Amerikanen en de Marokkanen. Interessant is dat wij een delta zijn waar altijd van alles uit alle windstreken is komen aanslibben. Precies die voortdurende mengeling, die maakt de Nederlandse cultuur uit. Hoogste woord Het mooie Nederland is het open Nederland, dat mensen van elders verwelkomt en niet in het gras laat slapen. Dat eeuwenlang het centrum was van de boekdrukkunst. Dat tolerantie tot de hoogste norm verhief. En de hoogste Nederlandse cultuur is die van de humanisten als Erasmus, die straatarm waren maar elitair in de geest, die de waarden van het goede gesprek verdedigden boven alles, en zich afzetten tegen alle agressie. En de vele aanhangers van Spinoza die woordenboeken maakten van het Nederlands en ondertussen écht kritisch na durfden te denken. Een neerlandistiek die aan dezelfde kant staat als de turkologie en de islamstudies en de genderstudies, en niet aan die van de barbaren die nu de macht aan het grijpen zijn.

Door: Foto: Rotterdam monument Erasmus, Ziko van Dijk, CC BY-SA 3.0 , via Wikimedia Commons.

Closing Time | Avalon

Dat de collectieve muzieksmaak mettertijd mag duidelijk zijn aan de verminderende waardering voor het bekendste nummer uit de carrière van Bryan Ferry en Roxy Music.

Stond dit lied in 1999 nog op no. 399 van de Top2000, door de jaren heen is het steeds verder teruggezakt. In de laatste editie naar plaats 1186.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: JouWatch (cc)

Gender in hokjes: bevrijding of belemmering?

VERSLAG - In een wereld waar wie je bent steeds meer centraal staat, is gender actueler dan ooit. Terwijl sommigen strijden voor een minder scherp onderscheid tussen man en vrouw, raken anderen verward door de opkomst van nieuwe genderhokjes. Waarom houdt genderidentiteit ons zo bezig?

Hierover gingen we in gesprek met historicus prof. Geertje Mak (UvA) tijdens de laatste editie van onze Dialoog Diners die plaatsvond in NAR – Café der Kunsten. Mak heeft de betekenis van het begrip ‘gender’ door de jaren heen zien veranderen. Tot de jaren ’60 betekende gender net zoiets als geslacht, wat je in je paspoort terug kon vinden. De term kwam verder in opkomst doordat men bij de medische behandeling van intersekse personen erachter kwam dat het lichamelijke geslacht heel ingewikkeld was. Mak legt uit: “Naast uiterlijke genitaliën werden de innerlijke geslachtsdelen ook beter in kaart gebracht. Daarnaast kwam er meer kennis over hormoonspiegels, chromosomen en meer. Men ontdekte dat het lichamelijke geslacht een complex en gelaagd begrip was.” De later omstreden psycholoog en seksuoloog John Money betoogde in de jaren ‘50 dat het vaststellen van de ware sekse geen doel moet zijn, maar dat er gekeken moet worden naar de best passende sekse voor iemand, zowel lichamelijk als psychologisch. Met die nieuwe gedachte werd er niet langer over sekse, maar over gender gesproken.

Foto: Emory Allen (cc)

Uit angst voor de opstand

RECENSIE - In de jaren zestig kreeg BVD-medewerker Marinus de Meijer het verzoek om de geschiedenis van de voorgangers van de geheime dienst vast te leggen. De Meijer zat vlak voor zijn pensioen en hij was de enige van zijn collega’s die de vooroorlogse inlichtingendiensten uit eigen ervaring kende. Voor de oorlog was hij medewerker van de inlichtingendienst van de Rotterdamse politie en in die functie had hij veel te maken met de Centrale Inlichtingendienst (CI). Toen de oorlog aanbrak en het hele CI-archief vernietigd moest worden, begroef hij in zijn achtertuin een kist met stapels rapporten over communisten en trotskisten. ‘Mijn archief’ noemde hij dat. Het werd direct na de oorlog de basis voor de cartotheek van de BVD aan de hand waarvan in de Koude Oorlog een groot deel van links Nederland werd gevolgd.

Het rapport van De Meijer was in 1968 klaar, maar het bleef –uiteraard– intern. Het is onlangs alsnog, deels gewit, vrijgegeven na een inzageverzoek aan de AIVD. Medewerkers van de Radboud Universiteit hebben het rapport in leesbare vorm online gezet. Een lofwaardig initiatief.

Het rapport was de aanleiding voor een bundel beschouwingen over het werk van inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder de titel Uiterst Vertrouwelijk; achter de schermen van de Nederlandse geheime diensten. Die ondertitel suggereert meer dan waargemaakt kan worden in het geval van een geheime dienst. De auteurs gebruiken de geschiedschrijving van De Meijer om te reflecteren op hedendaagse ontwikkelingen op dit gebied. Maar het is duidelijk dat De Meijer in zijn interne rapportage meer kwijt kon over het verleden dan de experts van nu over het heden. Daarom is zijn rapport interessanter dan veel in zeer algemene en neutrale termen geschreven bijdragen over de huidige praktijk van de geheime dienst.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Closing Time | Trade It For The Night

Je zou het niet zeggen, maar dit gezelschap is dus behoorlijk Nederlands. Zo is HAEVN een muziekduo uit Kerkrade dat al vanaf 2015 actief is.

De uit Mozambique afkomstige Neco Novellas begon als maker van traditionele Chopi-muziek, maar studeerde in Zuid-Afrika en Nederland onder andere jazz en rockmuziek.

Foto: Andrea Pax (cc)

Reclame als spiegel?

COLUMN - In het boek Wat mocht, wat mag, what’s next schrijven Wilbert Schreurs en Doortje Smithuijsen over veranderende normen in de reclame. Reclame is een barometer van de tijdgeest. Als spiegel van verandering zien we via reclame de normen over goede smaak en fatsoen verschuiven, schrijven zij. Dat wordt duidelijk als we naar de jaren negentig kijken. De val van de Muur en de groei van de winsten in de neoliberale economie verleggen de grenzen. Reclamemakers kunnen zich meer permitteren. De angst voor negatieve effecten van reclames die voor sommige mensen te ver gaan is verdwenen.

Het bekende voorbeeld is Benetton. Dat kledingbedrijf adverteert met foto’s van maatschappelijk actuele thema’s en gebeurtenissen. Er wordt geen kleding getoond, alleen de tekst ‘United Colors of Benetton’. Voorbeelden: een priester en een non die elkaar kussen, een pasgeboren baby die bebloed en wel nog aan de navelstreng hangt, een shirt van een soldaat die in Bosnië heeft gevochten, een advertentie met een stervende aidspatiënt: het zijn uitingen die onmiskenbaar bedoeld zijn om te prikkelen.

En daar is het Benetton natuurlijk om te doen. Reclame is een kwestie van aandacht vragen, opvallen en emoties opwekken. Zo probeerde Mazda naar het voorbeeld van Benetton op te vallen en te prikkelen met het billboard met een close-up van een vrouw met een dichtgeslagen oog. In kleine letters staan, naast het oog, de verschillende kleuren van de nieuwe Mazda-modellen vermeld, met daaronder ‘United Colors of Mazda’.

Foto: -JvL- (cc)

Het kabinet Schoof extraparlementair of parlementair?

ANALYSE - van Prof.Dr. Bert van den Braak

Tijdens eerdere fases in de huidige formatie werd benadrukt dat het nieuwe kabinet een extraparlementair karakter zou krijgen. Over wat dat precies inhoudt, valt te discussiëren. Dat geldt echter minder voor de vermoedelijke uitkomst. Het kabinet is parlementair.

Er zijn staatsrechtgeleerden die menen dat ieder kabinet dat op parlementaire steun kan rekenen, door een binding of gedogen, parlementair is. Tot midden negentiende eeuw was de enige andere vorm een koninklijk kabinet. In 1868 werd echter definitief uitgemaakt dat een kabinet niet tegen de zin van het parlement (Tweede Kamer) kan optreden.

Dat er toch soms van een extraparlementair kabinet wordt gesproken, komt door de wijze van formeren en eventuele binding van partijen aan het regeerakkoord (als dat er al is).

1. Wat is extraparlementair?

Wijze van formeren

Er zijn formaties geweest, die grotendeels of zelfs geheel buiten het parlement omgingen. Dat was bijvoorbeeld zo met het kabinet-De Geer I in 1926. Dat kabinet had echter het karakter van een interim-kabinet, omdat er na de val van het kabinet-Colijn I geen kabinet kon worden gevormd, dat kon rekenen op steun van een meerderheid.

Binding

In de jaren 1946-1963 waren fracties vooral via hun voorzitter betrokken bij de formatie. Partijen maakten – zeker op hoofdlijnen – afspraken over het te voeren beleid. Formeel bonden fracties zich niet, maar afwijken van een door de eigen fractievoorzitter gesloten akkoord lag niet voor de hand.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Closing Time | Funk No.1

Tokyo Groove Jyoshi is een Japanse Jazz/Funk Groove-band die uit drie vrouwelijke studiomuzikanten bestaat.

De band werd in 2018 opgericht en speelt hoofdzakelijk in Japan, maar heeft inmiddels ook Taiwan en Australië aangedaan.

Vorige Volgende